Allerlei.
Vroege bekeeringen.
Wanneer kinderen klaprozen gaan plukken, zoeken zij de grootste open bloemen uit en komen teleurgesteld met uitgevallen exemplaren thuis.
Heerlijk dat de Heere zoo menigen knop wil plukken om ze in Zijn huis te doen ontluiken.
Heiligmaking.
Een gesprek tusschen de boonenstaken met een tuinman, die klaagt over de heiligmaking, krijgt een geheel andere wending, als men met hem eens nagaat, hoe de boonenstengels altijd maar om de stokken blijven draaien — om dan op te merken dat het een schroefbeweging is waardoor ze toch dichter bij het licht komen.
Het is niet de mooiste zomer, die eerst komt, als de dagen gaan korten. Hoewel het aangenaam is wanneer er dan nog een komt!
Met lijdzaamheid.
Gelijk winterrogge, die onder de sneeuw kalm wacht, totdat de tijd zal aanbreken, om met nieuwe kracht te groeien en dan, door lijden gesterkt, veel krachtiger zich ontwikkelt dan het zomergraan, dat enkel lenteweelde kent — zoo moet menig Christen in een weg van lijden gestaald worden, om te loopen den loopbaan hem van den Heere toebereid.
Onrustig
De zwaluwen zijn wondere schepseltjes, die altijd maar werken en altijd maar vliegen. Vliegend eten zij, vliegend drinken zij, vliegend bouwen zij hun nest, vliegend voederen zij hun jongen; vliegend komen zij en vliegend gaan zij — bestaat er ook niet zulk een onrustig Christendom?
Achteruitgang.
De nachtegaal laat in de eerste schoone voorjaarsnachten zijn heerlijk lied onophoudelijk trillen door de lucht, zittend in het laag geboomte, maar wanneer hij zijn nest gebouwd heeft tusschen de takken, gaan huiselijke zorgen drukken, want de jongen moeten gevoederd worden, en dan verleert hij het zingen.
Zijn er ook Christenen die van iets dergelijks kunnen spreken ? Die met smart moeten spellen al de letters van het woord : „achteruitgang ? "
Schrapen.
Laat schrapen wie dat wil; Maar gij, gedraag u wijzer! Want leven voor het goud, Dat geeft een ziel van ijzer.
Wees niet jaloersch op de nietsdoeners, ze leven steeds in gezelschap van hun rechtvaardige straf de „verveling."
Opgepast!
Een kleine wond te verwaarloozen, heeft menigeen het leven gekost. Door op wat menschen een kleine zonde noemen niet te letten, zijn velen groote misdadigers geworden.
De weg naar de eeuwigheid is een weg met allerlei gevaren. Alleen hij die waakt en bidt zal alle gevaren ontkomen.
Let op niemand meer dan op uzelven, want onze ergste vijanden dragen wij binnen ons en met ons mede.
Onze gebreken staan niet op ons voorhoofd geschreven, en gelukkig dat het zoo is, want hoe wijden hoed zouden wij noodig hebben om ze te bedekken.
Een pijl moge door de lucht vliegen zonder een spoor achter te laten, maar onreine gedachten maken een slijmspoor even als slakken.
Van luiheid en lediggang komen lompen en armoede. Het zweet des aanschijns is de eenige stof, die in goud verandert.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1911
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's