Over de Zending.
In het Nederlandsch Zendingsjaarboekje voor het jaar 1911 vinden we o. a. de volgende opgave:
Gereformeerde Zendingshond,
opgericht 6 Februari 1901. Gevestigd te Utrecht.
Voorzitter: Dr. J. D. de Lind van Wijngaarden, Putten; Secretaris: Ds. G. H. Beekenkamp, Delft, Brab. Turfmarkt 76; Penningmeester: Ds. H. A. Heijer te Renkum.
Lidmaatschap f 1.— per jaar. Periodieke geschriften, : Alle den Volcke (maandblad).
De a. s. Zendelingen worden opgeleid aan de Nederlandsche Zendingsschool te Rotterdam.
Geldmiddelen: kapitaal f19000. De Bond heeft tot dusverre nog geen Zendeling afgevaardigd; er is thans éen in opleiding.
Zending der Geref. Kerken in Nederland,
adres: Ds. H. Dijkstra te Smilde.
Deze Zending staat onder de leiding der Kerkelijke vergaderingen en van hare deputaten ad hoc. Op de onderscheidene zendingsterreinen wordt zij uitgevoerd door plaatselijke Kerken met steun van naburige Kerken. Ieder lid der Kerk wordt geacht hierbij uit kracht van zijn lidmaatschap te moeten medewerken. !
De opleiding der Zendelingen („Missionaire dienaren des Woords") is dezelfde als die der predikanten in het Vaderland, terwijl bovendien door hen een examen moet worden afgelegd in de missionaire vakken.
Periodieke geschriften :
Het Zendingsblad — Maandblad f 0.48 per jaar, oplaag 34000 ex.
De Zendingskalender — f0.10, oplaag 46000 ex.
De Macedoniër — Maandschrift f 3 per jaar. Zendingsarbeiders :
14 missionaire dienaren des Woords.
3 doktoren, 3 verpleegsters, 2 onderwijzers. Te Jogjacarta is een Zendings-ziekenhuis met 2 geneesheeren en 2 Europeesche hoofdverpleegsters. Onder toezicht van den geneesheer-directeur staan bovendien 3 hulphospitalen met + 170 bedden.
Te Krakal is een klein hospitaal; te Poerbolingo wordt een ziekenhuis gebouwd. Er is reeds een missionair arts.
Te Jogjakarta is een Chr. kweekschool voor onderwijzers der dessa-scholen. Te Temanggoeng is een Christelijk instituut voor Hollandsch onderwijs aan Ohineezen en Javanen, met internaat.
In „de Geref. Kerken in Nederland" wordt gemiddeld per jaar voor de Zending aan collecten bijeengebracht de belangrijke som van f 100.000.
De Regeering en het Onderwijs in Indië.
„Reeds sedert vele tientallen van jaren stelt de Regeering, ik zou bijna zeggen wanhopige pogingen in het werk om de geheele bevolking van Indië den zegen van goed onderwijs te doen genieten. Tot heden zonder het gewenschte resultaat!
Wie de zaak van meer nabij beziet zal zich daarover niet verbazen.
In Mohammedaansche streken (van Heidenen behoeven wij hier in 't geheel niet te spreken) gaan alleen die kinderen naar de school, die zich later een maatschappelijke positie hopen te verwerven, waarvoor de kennis van lezen, schrijven en rekenen onontbeerlijk is.
Voor de anderen — en dat is natuurlijk de groote meerderheid — ontbreekt elk motief naar school te gaan.
In Christelijke streken is de toestand geheel anders. Daar heeft de school zich een plaats verworven in het volksleven. De kinderen bezoeken de school opdat zij den bij lel zouden kunnen lezen.
In een nieuw gestichte Christelijke gemeente op Java kon niet dadelijk een onderwijzer worden geplaatst, omdat er niemand beschikbaar was. Toen er eindelijk een kwam, bleek, dat de kinderen uit een bepaald gezin reeds lezen, schrijven en rekenen konden. Zonder eenig hulpmiddel, als papier en potlood, had de moeder haar kinderen onderwezen, eenvoudig door met een stukje hout de figuren in het zand te krassen. Zij had zelf als kind de school te Modjowarno bezocht en beschouwde het als de natuurlijkste zaak ter wereld dat hare kinderen onderwijs ontvingen. Als men eenmaal Christen was dan behoorde dat er zoo bij.
In het bewustzijn van deze vrouw had de school een plaats ingenomen. En zoo is het overal waar het Christendom ingang heeft gevonden.
De Regeering, zal haar doel: Volksonderwijs in Indië het eerst en het goedkoopst bereiken daar, waar het Evangelie van Jezus Christus wordt verkondigd!"
('23ste Zendingsconferentie blz. 84-85).
De moderne predikant J. J. Bleeker van Dronrijp schrijft onder het opschrift: „grooter Zendingsijver noodig" o. a. déze woorden: „De nieuwe wereldverhoudingen, die bezig zijn zich te ontwikkelen, eischen de grootst mogelijke inspanning op het gebied der Zending en het is te hopen, dat de volkeren van Europa, die zelf wandelen in het licht van het Evangelie, hun duren plicht als Christenmenschen in dit opzicht mogen begrijpen."
Wij, voor ons, kunnen het niet anders dan betreuren, dat de modernen hun leugenleer ook willen brengen aan de heidenen. Die arme heidenen zouden dan van het schepsel naar het schepsel gebracht worden!
Maar laat het voor ons, die de Waarheid naar Gods Woord mogen belijden en die mogen spreken van den Christus der Schriften, een aansporing te meer zijn om óp te waken en te handelen naar het bevel van den Heiland : „predikt het Evangelie allen creaturen."
Hij is de vrede óok voor de heidenen. En hoe zullen zij in Hem gelooven, hoe zullen zij komen tot de verzoening in des Middelaars bloed, indien zij niet van Hem hooren ?
De verwachting der Mohammedanen.
De Amerikaansche „Hope" van 8 Nov. '10 geeft het volgende lezenswaardige artikel:
„De volgelingen van den valschcn profeet — of liever hunne leiders — hebben een buitengewoon gunstigen kijk op den loop der dingen.
Zij meenen, dat de Christenlanden spoedig rijp zijn om Jezus te verlaten en Mohammed te volgen. Zij vinden overal verblijdende en moedgevende teekenen, die te kennen geven, dat de omwenteling, die zij verwachten, op handen is.
De Kerk des Heeren wordt bestookt van alle kanten door vele vijanden, die haar a.s. einde met lofgejuich vertellen. Zelfs Roomsche hiërarchen schijnen zich te verblijden in den door hen gewenschten ondergang van het Protestantisme. Modernen verwachten dat het ouderwetsche Christendom spoedig tot het verleden zal behooren, plaats makende voor de religie der toekomst. En nu komen de leiders van het Mohammedanisme en verkondigen met luider stem, dat de Islam die nieuwe godsdienst is, die zich zal uitbreiden over geheel de aarde.
Gij vraagt misschien: hoe komen de volgelingen van den valschen profeet op zulk een gedachte? Zij wijzen er op dat de christelijke regeeringen in Egypte, Indië en andere Mohammedaansche landen den Islam beschermen en met gunsten overladen! Zij roemen er in, dat hunne verhouding tot de christelijke regeeringen uitnemend is. Zij zijn er van overtuigd, dat hun godsdienst krachtig geworden is en nog steeds krachtiger wordt onder het bestuur van christelijke regenten. Zij wagen het, het Christendom aan te vallen op alle mogelijke wijze en worden in dat doen geenszins belemmerd, terwijl de Christenen zich wel in acht nemen iets te zeggen tegen den Islam.
Het is, wij moeten het bekennen, van ónze zijde beschouwd, een veeg teeken, dat christelijke regeeringen beschermheeren zijn van een godsdienst, die het Christendom doodelijk haat. Scheiding van Kerk en Staat is iets, waarin wij Amerikanen roemen, maar hoe moeten wij oordeelen over het doen van Christelijke regeeringen, die den Islam beschermen ?
Wat zal de toekomst baren, indien dit zoo voortgaat ?
Volgens het Arabisch weekblad „Elmerejzed" is er een groot genootschap ontstaan, bestaande uit Mohammedanen in Indië, Egypte en Rusland, met het doel om. den Islam uit te breiden in Azië en Afrika. Het eerste arbeidsveld is Japan; en men is reeds begonnen met het vertalen van het boek „Ruh ul Islam", d. i. de geest van den Islam.
Het Mohammedanisme legt zich dus met groeten ijver toe op het zendingswerk. Zij verwachten er veel van.
Had men verwacht, dat onder de heerschappij der Jong-Turken de vrijheid van godsdienst op constitutioneele wijze gewaarborgd zou worden, die hoop is niet verwezenlijkt. De nieuwe regeering gelooft, dat zij hare sterkte moet zoeken in de herleving van den Islam!
Nieuwe bladen, niet alleen godsdienstige, maar ook politieke, beijveren zich de heerlijkheid van den Islnm in de schoonste kleuren te schetsen, terwijl zij al wat christelijk is bespotten en verachtelijk maken.
Spoedig, zoo zeggen zij, zullen de Christenlanden tot den Islam overgaan.
In Londen en Parijs, ja zelfs in Nederland en Dnitschland belijden sommigen reeds den Mohammedaanschen godsdienst. Overal, zoo beweert men, treden verdedigers van den Islam op en zelfs geleerden zijn vol van lof voor het Mohammedanisme.
De beschaafde wereld keert aan het Christendom den rug toe en wordt van lieverlede vriendelijker gezind jegens den Islam.
Men wil niet langer het juk der monogamie (dat de man éen vrouw hebbe) dragen; door de wetgeving op de echtscheiding wordt men voorbereid op de veelwijverij. En zelfs geloovige Christenen, zoo voegt men er aan toe, worden gunstig gestemd, door het afschaffen van het gebruik van sterken drank, voor de verheven zedelijkheid, die de Islam predikt. Eindelijk weten ook de geleerde Mohammedanen, die gedeeltelijk althans hunne opvoeding gehad hebben in de Colleges en Universiteiten der Protestantsche zending, de geschriften der moderne theologie te gebruiken om ouder de bescherming der Engelsche regeering het Christendom in den hartader aan te tasten.
Deze beweging breidt zich meer en meer uit. Wij Christenen weten wel, dat Jezus Christus Koning is en dat alle instrument, dat tegen Zijn Koninkrijk gericht is, niet zal gelukken. De eindelijke zegepraal is des Heeren!
Maar die zegepraal zal, zoo komt het ons voor, met een hoogen prijs betaald worden. Wij moeten over de bewegingen tegen het Christendom in onze dagen niet gering oordeelen. Ook.moeten wij op onze hoede zijn en alles doen wat wij kunnen om den stroom te keeren.
Lijdelijk wachten, de handen in den schoot leggen met te zeggen, dat de Heere op Zijn tijd alles wel zal maken, is verkeerd en misdadig.
De Heere heeft ons geroepen tot den strijd. De Joden en de Mohammedanen zijn de hardnekkigste vijanden van den Christus en Zijn Koninkrijk.
Dat de zending onder die vijanden van het kruis met allen ernst worde aanvaard en voortgezet!
Dat wij de zendelingen steunen met onze gebeden en gaven.
Voorwaarts, broeders, in den heiligen oorlog!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1911
De Waarheidsvriend | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1911
De Waarheidsvriend | 6 Pagina's