De wedergeboorte - pagina 317
Het tweede stadium: de voortgaande
vernieuwing
des levens
311
leven, die niet onbesproken mag blijven. Dat nieuwe leven staat niet alleen in het teken van het geloof en de liefde, maar ook van de hoop. De Christen, die een vreemdeling op aarde is, die in deze wereld als een pelgrim voortgaat, is geen reiziger, die op goed geluk af langs een onbekende weg voorttrekt, maar hij houdt zijn doel vast in het oog en is er zeker van, dat hij het land van de rust bereiken zal. Het leven van de Christen is in de wereld verre van gemakkelijk. Rusteloos moet hij hier strijden tegen zijn doodvijanden, die niet ophouden hem aan te vechten. Zonder onderbreken moet hij waken en bidden om niet in verzoeking te vallen. Al dat worstelen, dat vallen en weer opstaan kan hem moede en afgemat maken. Hij ontvangt bovendien ruimschoots zijn deel aan teleurstellingen en beproevingen en levensleed. Reeds Mozes klaagt, dat het uitnemendste van onze dagen voorbijgaat in moeite en verdriet ^''). De dichter van Psalm 34 verzekert: ,,Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen"^^). De Schrift zegt nergens, dat de gelovigen op aarde een gemakkelijker leven hebben dan de goddelozen. Integendeel, zij stelt de waarheid van het lijden des rechtvaardigen in het volle licht. Asaf gewaagt er van, dat de goddelozen geen banden kennen tot hun dood toe en dat zij niet in moeite zijn als andere mensen. Hij zelf daarentegen is de ganse dag geplaagd en zijn bestraffing is er alle morgens ^^). En dan spreekt hij een ervaring uit, die vele van Gods liefste kinderen met hem gemeen hebben. Trouwens de Schrift zegt met ronde woorden, dat de Here tuchtigt, die Hij liefheeft, en dat Hij een iedere zoon, die Hij aanneemt, kastijdt^"^). En daar komt dan de smaad en verdrukking bij, die de gelovigen om Christus' wil moeten aanvaarden. De Heiland zegt, dat wie zijn kruis niet opneemt en Hem navolgt zijn discipel niet kan zijn^''). Paulus herinnert de Romeinen aan het woord der Schrift: ,,Om uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen" ^^^). En hij schrijft aan de Corinthiërs: ,,Wij zijn als het uitvaagsel der wereld geworden, als aller voetveeg, tot op dit ogenblik toe" •'•'''). H e t leven van de Christen is in de volle zin het moeilijk en kommervol bestaan van de balling en hij verkeert voortdurend in een vijandige wereld in dreiging en gevaar. Hier staat echter tegenover, dat hij de rijkste beloften heeft voor de toekomst. Hij moge hier op aarde voortgaan onder veel verdrukkingen, hij kan er zeker van zijn, dat hij door die verdrukkingen zal ingaan in het eeuwig Vaderhuis. Hij weet, dat hij een onbeweeglijk i-'O) «1) i">2) «3) 1*1) 15=5) 130)
Psalm 90 : 10. Psalm 34 : 20. Psalm 73 : 1—20. Hebr. 12 : 6. Matth. 10 : 38. Romeinen 8 : 36. 1 Corinth. 4 : 13.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's