De wedergeboorte - pagina 25
Inleiding
19
het ware van stap tot stap zouden kunnen volgen, dat wij min of meer volledig zouden kunnen beschrijven, hoe God werkt, wanneer Hij een zondaar levend maakt uit de geestelijke dood. Wij zien maar uiterste einden van zijn wegen en wij horen maar een klein stukje der zaak^^). Hier geldt ten volle: ,,God is groot en wij begrijpen het niet"^). En het betaamt ons om telkens weer in aanbidding stil te staan en in te stemmen met de apostel: „ O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods. H o e ondoorzoekelijk zijn zijn oordelen, en onnaspeurlijk zijn wegen" *). V a n alle werk Gods geldt, dat wij het niet kunnen uitvinden en doorgronden en in al zijn geledingen en verbanden verstaan en verklaren. En met name is dit het geval met het leven, dat Hij op zijn gebiedend woord te voorschijn doet komen en dat Hij door dat woord doet voortbestaan. Ook het natuurlijk leven blijft in zijn aanvang en ontplooiing voor ons ten slotte een mysterie. D e wetenschap kan dat leven in zijn verschijning en werking tot op zekere hoogte waarnemen en ontleden. Zij kan de verschillende vermogens en functies daarvan met meer of minder duidelijkheid beschrijven. Zij kan bepaalde biologische wetten ontdekken, waaraan het gehoorzaamt; zij kan de voorwaarden aanwijzen, waaronder zijn bestaan en voortbestaan mogelijk is, en de gevaren, waartegen het moet worden beschermd. Voor de geleerdste en scherpzinnigste onderzoeker blijft er echter altijd een geweldige rest over, waarvoor hij onbegrepen moet blijven staan. Hij kan het wonder van het leven niet verklaren in zijn diepste oorzakelijke verbanden. Hij kan niet aangeven, hoe ,het voortkomt op het scheppend woord van Hem, door wie en tot wie alle dingen zijn. Hij kan niet in formules en definities uitdrukken, hoe Gods voorzienigheid alle dingen onderhoudt. Hij moet nederig erkennen, dat hier vragen overblijven, waarop de menselijke wetenschap geen antwoord heeft en waarop het meest minutieuze onderzoek en de grootste scherpzinnigheid nooit een antwoord zullen vinden. „Gelijk gij niet weet, welke de weg des winds is, of hoedanig de beenderen zijn in de schoot van een zwangere vrouw, alzo weet gij het werk Gods niet, die het alles maakt" ^^). In hoeveel sterkere mate moet dit dan het geval zijn met het nieuwe leven, dat God verwekt in de wedergeboorte, het leven, dat van boven is, het leven uit de Geest. D a t leven is geestelijk van oorsprong en van aard, onzichtbaar in zijn wezen en werking, in zijn begin en voortgang geheimzinnig en wondervol. H e t spot met alle menselijke ontleding en verklaring. Het toont zich aan onze verbaasde waar38) 38) «) •«1)
Job 26 : 14. Job 35 : 26. Romeinen 11 : 33. Prediker 11 : 5.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's