Onze verhouding tot de Geref. Kerken (onderh. Art. 31) nu - pagina 35
derend werk hier concreet zichtbaar en dus komt men er gemakkelijk toe om eigen kerk als de enig ware te bestempelen. 7. De wijze waarop de eis gepredikt wordt herinnert teveel aan het Werkverbond en laat te weinig zien dat we te maken hebben met een eis in het genadeverbond, die dus alleen vervu'ld wordt uit kracht van de belofte „zo gij het smeekt". "^ Het gaat niet aan deze practische verschillen te bagatelliseren. Z e moeten gewaardeerd worden als samenhangend met de waarachtige eenheid. Deze eenheid — zo merkte ds Maris op^J) — raakt niet alleen de objectieve, maar ook de subjectieve factor. Sommige vrijgemaakten voelen dat zelf wel aan. En juist zij die tegen het voorstel stemden om toch weer deputaten te benoemen, poneerden: het is niet genoeg dezelfde belijdenis te hebben. Daar gaan we van harte mee accoord. Z o voelen wij het ook aan. Daarom zijn we in dit stadium zeker niet rijp voor vereniging. Deze practische verschillen raken uiteindelijk het werk van de} Heilige Geest. Zijn werk laat zich niet in kaart brengen, wordt wel gezegd. W e kunnen dit toestemmen mits men hier niet mee bedoelt dat dit werk in het verborgen geschiedt en niet naar buiten openbaar zou komen of alleen openbaar zou komen in het optreden van de gelovige op het publieke terrein van het leven. Deze verschillen strekken zich dan ook ver uit — ze raken immers de prediking, de gemeentebearbeiding, de voorstelling van het geloofsleven, de practijk der godzaligheid. Het kan noch mag ons onverschillig zijn hoe deze dingen gesteld en geopenbaard worden. W e l wil ik er nog op wijzen dat onze strijd over deze dingen bewijst dat er iets hapert aan het waarachtige geestelijke leven. In de Pinkstergemeente en ook in de dagen der Reformatie heeft men zich over deze vragen niet druk gemaakt. De Geest werkte —• dat betekende alles. Daarin lag de harmonie van verstand, gevoel en wil. En het moet ook vandaag nog zo zijn dat waar de Geest werkt we de eenheid gevoelen met leden van andere kerken. Dan moet het met de uiterlijke eenheid ook in orde komen. Dan moet er een aanvoelen zijn van genoemde bezwaren. Hier spreekt wel een subjectieve factor, maar dit is geen subjectivisme. Bij subjectivisme spreekt mijn gevoel en is mijn gevoel de norm. Maar de subjectieve factor behoort bij de norm van het W o o r d des Heeren. Tragisch is deze verhouding ook omdat er een behoorlijke divergentie is tussen de wederzijdse deputaten enerzijds en de verschillende plaatselijke kerken anderzijds. De deputaten van beide kerken hebben elkaar niet tenvolle gevonden —• stellig niet — maar er was een begrijpen van elkaar, ook al was men het niet eens en kwamen de verschillende posities en instellingen op de vragen aan de dag. 29
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 54 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 54 Pagina's