De wedergeboorte - pagina 307
Het tweede stadium: de voortgaande
vernieuwing
des levens
301
ernstig voornemen helemaal niet toe. En wanneer het daar wel aan toe komt, kleeft daaraan zoveel zonde en onreinheid, dat de mens, die het gedaan heeft, luid moet roepen om Gods vergevende genade. D e werken der gelovigen moeten niet minder dan hun personen door het geloof gerechtvaardigd worden. Zij kunnen God alleen aangenaam zijn, wanneer zij worden gewassen en gereinigd in het bloed van Christus. En wat daaraan gewassen en gereinigd en gerechtvaardigd moet worden, is juist wat wij mensen er aan hebben gedaan. Daarom heeft de wedergeborene, naarmate hij door de voortgaande wederbarende werking des Heiligen Geestes zich met groter ijver toelegt op de dienst des Heren, meer behoefte om met zijn werken door het geloof te worden gerechtvaardigd. Calvijn vergelijkt in een van zijn preken over de rechtvaardiging de mens, die de werken der nieuwe gehoorzaamheid doet, bij een vat, dat met wijn gevuld wordt. De wijn, die daarin gestort wordt, is onversneden, zuiver en goed, van superieure qualiteit en van het fijnste bouquet. H e t vat echter is allerminst geschikt om dit edele product te bewaren, want er kleeft een stinkende en walgelijke lucht aan. E n het is onvermijdelijk, dat die bedorven lucht van het vat zich terstond aan de edele drank meedeelt en deze geheel doortrekt en bederft. Z o nu, zegt de hervormer, gaat het ook, wanneer de Heilige Geest in ons het heilig voornemen wekt om de geboden Gods te onderhouden. D a n wordt dat in zich zelf reine en heilige voornemen bezoedeld en bevlekt, doordat het in aanraking komt met ons, die van nature stinkende vaten zijn vol van alle onreinheid-^'*''). W a t Calvijn hier zegt is een zuivere echo op het slot van Romeinen 7. Enerzijds wordt het werk Gods tot onze vernieuwing ten volle gehandhaafd. Tegelijk echter komt scherp uit, dat wij zelf daaraan noch in het begin, noch in het voortgaan iets positiefs bijdragen. Integendeel, het enige, wat wij kunnen doen en metterdaad doen, is dat wij het goede beginsel, dat de Heilige Geest in ons werkt bederven en bevlekken. Door onze aanraking wordt het geheel doortrokken met de lijklucht van ons aan de zonde en de dood onderworpen vlees. Onze ,,goede werken" zijn daarom niet maar onvolledige, niet geheel geslaagde werken, die toch als producten van onze gehoorzaamheid door God nog wel te waarderen zijn. Zij ademen door ons toedoen een pestwalm uit, die de heilige God alleen maar beledigen kan en die roept om zijn toorn. ^^) „Quand un vin sera Ie meilleur du monde, s'il est en un tonneau punais, OU qu'on Ie mette en bouteille qui sera corrompue, voila Ie vin gaste. Ainsi en est il de toutes nos oeuvres: car d'autant que Dieu nous y conduit et gouverne par son S. Esprit, elles sont bonnes et sainctes et louables: mais regardons quels vaisseaux nous sommes, pleins d'infection et de puantise. Ainsi voila nos oeuvres qui sont corrompues, il faut done que Dieu les purge et nettoye". Corp. Reform. LI, kol. 719.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1952
Vrijmakingsbrochures | 346 Pagina's