De wedergeboorte - pagina 203

De verschillende

stadia der

uitsluitend toekomt aan geboorte is, en aan de nieuwe leven. W i j zijn tot goede werken, die zouden wandelen"''^).

wedergeboorte

197

de Heilige Geest, die de auteur der wederverhoogde Christus, die de bron is van ons ,,Gods maaksel, geschapen in Christus Jezus God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve

Is dit op zich zelf reeds een zeer sterk motief om ook bij de voortgaande vernieuwing van wedergeboorte te blijven spreken, daar komt vervolgens bij, dat ook de Heilige Schrift zelf ons daarin voorgaat. W i j behoeven niet zover te gaan als Bavinck, die zegt, „dat de dogmatiek, als zij het begrip ,,wedergeboorte" beperkt tot de inplanting van het geestelijke leven, er een engere zin aan toekent dan waarin de Heilige Schrift doorgaans van wedergeboorte of geboorte van boven spreekt""^). W i j zagen hierboven immers, dat de Schrift in de meeste gevallen, waarin zij van ,,weder geboorte" en ,,wederbaren" en „uit God geboren zijn" spreekt, wel degelijk vooral het allereerste begin der levensvernieuwing op het oog heeft. Dit betekent echter nog niet, dat deze termen exclusief in deze zin gebruikt worden. Er zijn ook plaatsen te noemen, waar het in de ruimere zin wordt genomen. Dit is b.v. het geval, wanneer er sprake is van een zogenaamde tweede bekering bij een gelovige, die in zware zonden viel. H e t lijdt geen twijfel, of Petrus was, ook voor hij de Heiland verloochende, een wedergeboren mens en een gelovige. D e Here had hem zalig gesproken op de weg naar Caesarea Filippi, toen hij Hem als de Christus, de Zoon des levenden Gods had beleden, omdat ,,vlees en bloed hem dat niet hadden geopenbaard, maar Mijn Vader, die in de hemelen is"). En in de lijdensnacht zegt Hij: ,,Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou b e z w i j k e n " " ) , maar laat er dan onmiddellijk op volgen: ,,En gij, als gij eenmaal tot bekering zult gekomen zijn, versterk dan uwe broederen". Men kan hier ongetwijfeld aanvoeren, dat de Here hier toch het woord ,,wedergeboren" en daarmee overeenkomende termen vermijdt en voor bekering zelfs niet het woord gebruikt, dat het sterkst de verandering van het hart en de gezindheid aanduidt. Dit geldt echter niet van het gebed van de berouwvolle David, die in Psalm 51 zegt: ,,Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in het binnenste van mij een vaste geest" ^). In Psalm 119 is zeker een gelovige aan het woord, maar wij horen hem niettemin gedurig bidden om levendmakende genade. Hij heeft een begeerte naar Gods bevelen, maar zegt toch ook: ,,Maak mij levend door U w 48) 49) 60) 51) 52)

Ef. 2 : 10. Geref. Dogmatiek^ IV, pag. 58. Matth. 16 : 17. Lukas 22 : 32. Psalm 51 : 12.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen