Jeruzalem of Babylon - pagina 159
b. het niet ontvangen van de broederlijke vermaning en het opzettelijk niet bijwonen van de kerkeraadsvergadering; c. het „niet-erkennen" van broeders medeouderlingen als broeders in Christus; d. het lichtelijk veroordelen der Gen. Synode op de onder punt a genoemde data; e. het breken van de belofte bij de belijdenis des geloofs en de ambtsaanvaarding afgelegd; om zich aan de kerkelijke vermaning en tucht te onderwerpen. 9 Juli. Ds Telder en 4 ouderlingen onderwerpen zich niet aan de schorsing, doch komen in huisgemeente bijeen. 17 Juli. Kerkvergadering samengeroepen door de 7 ouderlingen, die ds Telder schorsten. Pracses van deze vergadering: prof. Grosheide (!) De 4 trouwe ouderlingen kwamen na het gebed binnen en verlieten voor het danken de kerk om het gebed heilig te houden. Zij wezen op het voorbeeld van de 80 ambtsdragers bij de Doleantie in Amsterdam, die ook doorgingen met h u n ambt, omdat de HEERE hen daartoe riep. Nee, zei de prof., dat was wat anders ! ,,Men verwijt ds van Herwijnen en ds Telder dat zij niet de „kerkelijke weg" vf^lgen en niet eerst in beroep gingen bij classis en synode, waarbij dan hun ambtswerk verzuimd moest worden. Maar de rechte kerkelijke weg zal toch wel zijn de zorg, dat het Woord recht bediend wordt, en dat de trouwe Dienaars van Christus geen dag het zwijgen wordt opgelegd. Anders is het de kerkelijke weg van het Sanhedrin, dat ook prijsstelde op de officiële behandeling in de rechte vormen. Bovendien, niets staat aan kerkleden, kerkeraden, classis en synode in de weg om het voor de rechte woordbediening van ds van Herwijnen en ds Telder op te nemen en om kerkelijke gemeenschap te zoeken met hen en met al de verdrukten om des Woords wil, die thans overal in onze kerken te vinden zijn. Dat is de Schriftuurlijke „kerkelijke weg", dien de HEERE aanbeveelt in Luc. 14 : 26 - 53 en 9 : 23 - 26 om onzes levens wil". A. Janse, Augustus 1944. 31 Juli. Ds Telder afgezet. 3 Augustus. Ds van Herwijnen afgezet. Wij maken nog een enkele aantekening: Mits de waarheid en de vrede in de kerken er niet door geschaad zouden worden, zou het zijn n u t kunnen hebben eens een soort „witboek" uit te geven, waarin chronologisch waren opgenomen alle stukken, die op deze vrijmaking te RillandBath betrekking hebben, en die vandaag grotendeels nog in particulier archief worden bewaard. Twee dingen zouden dan duidelijk openbaar worden: 1. Dat wie over deze vrijmaking een oordeel wil vellen, beginnen moet met de schorsing en de schorsingsgronden van ds van Herwijnen. Want daar hebben we het allereerst en het allermeest mee te maken. En ieder die meent, dat deze te handhaven zijn, kan hoogstens zichzelf blameren. Wat de formele kant der zaak betreft is ds van Herwijncn evenzeer slachtoffer der hiërarchie en „synodocratic" geweest als prof. Schilder en vele anderen. 2. Wil men toch tot de achtergronden doordringen, dan komt de primaire vraag aan de orde, of we inzake „onze houding in bezettingstijd" te maken hebben met een gezagscrisis, dan wel met een gehoorzaamheidscrisis. Die fundamentele- en nog nooit uitgestreden — vraag zal eerst (Schriftuurlijk) afdoend moeten worden beantwoord. Wie het verloop van de zaak ds W. G. F. van Herwijncn navorst, proeft daarin 151
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951
Vrijmakingsbrochures | 175 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951
Vrijmakingsbrochures | 175 Pagina's