Open brief aan de Raad der "Gereformeerde Kerk" te Utrecht - pagina 21
lijk met kerkeraden én gemeenteleden wilt spreken. Dit is zakelijk een loochening, dat U met een kerk van onzen Heere Jezus Christus te doen hebt. U beschouwt, zoo optredend, de menschen met wie U wilt samenspreken als een ,,groep" koppige, of verleide, of domme schapen, die van Uw kudde zijn afgedwaald en die U nu met vriendelijke woorden weer tot U wilt lokken. Meent U, dat er ooit kerkelijke eenheid tusschen de Afgescheidenen en de Doleerenden zou tot stand zijn gekomen, indien een van beide goepen, behalve de officieele onderhandelingen, ook, en tegelijk, samensprekingen met afzonderlijke ambtsdragers en gemeenteleden van de andere partij zou hebben georganiseerd om dezen alvast „naar zich toe te halen"? Zulk een handelwijze past misschien wel in de troebele sfeer van de lagere politiek, maar nooit in de kerk van onzen Heere Jezus Christus. Broeders, er is een betere weg om uit het moeras van kerkelijke ellende en zonde tot de ware eenheid te komen. Voor enkele jaren heeft Ds de Jager op Uw vergadering een verklaring afgelegd, die ik speciaal in deze dagen weer ip Uw herinnering zou willen terugroepen. Na een duidelijke uiteenzetting van de synodale leer verklaarde hij toen aan Uw raad: ,,Het is ons niet mogelijk in te zien dat deze constructie door Gods Woord wordt geleerd. Welke onze visie in onderdeelen is, hopen wij U weldra bekend te maken. Wij willen thans volstaan met mede te deelen, dat wij van jongsaf onderwezen zijn en ook altijd geleerd en gepredikt hebben, met mannen als Hel. de Cock, Lindeboom, Noordtzij e.a. 1) de doop verzegelt Gods rijke verbondsbelofte, die de volle zaligheid bevat, welke naar Gods bestel in den weg des geloofs wordt vervuld en bij ongeloof wordt verworpen en krachteloos gemaakt; 2) de doop verzegelt niet wat in den doopeling aanwezig is of verondersteld wordt aanwezig te zijn; 3) aan alle kinderen des Verbonds komt deze belofte toe. Volgens Prof. Bouwman behoeven wij dienaangaande niets te veronderstellen bij den doop. Niet alleen aan sommige kinderen, maar aan alle kinderen der geloovigen komt de belofte toe; 4) deze kinderen behooren volgens de belijdenis tot ae Kerk en moeten meenens en oprecht als leden der kerk behandeld worden. Wijken ze duurzaam af dan moet de kerkelijke tucht op hen worden toegepast en 19
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950
Vrijmakingsbrochures | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950
Vrijmakingsbrochures | 22 Pagina's