Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Breda wordt evangelisatiepost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Breda wordt evangelisatiepost

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op zondagmorgen komen er nog vijftien of zestien mensen naar de kerk, s middags elf. Per 1 september worden de diensten beëindigd, maar de Gereformeerde Gemeente van Breda gaat verder als evangelisatiepost. „Als iemand in deze stad komt werken, adviseer ik hem: Ga in de buurt van een reformatorische school wonen. Het is beter dat de vader reist en de kinderen dicht bij huis kunnen blijven.

Het kerkje van Breda staat op een markant punt: bij de kruising van een rondweg en de uitvalswegen van een woonwijk. Dakdekkers zijn bezig lekkage te verhelpen. Het orgel is vorig jaar nog nagekeken. Het onderhoud wordt niet verwaarloosd, want de kerk blijft in gebruik.
Negen lange banken staan in het gelid. Het zaaltje erachter kan bij de kerk getrokken worden door een schuifwand te openen. „Dat is zelden of nooit nodig geweest”, zeggen koster F.P. van Well (67) en organist W. Staal (77). „Toen de kerk in 1970 werd geopend, zat hij vol. Bij het 40- en 50-jarig bestaan van de gemeente ook. En bij de uitzenddiensten van zendingswerkers.”
Dit maakte de kleine gemeente wel drie keer mee. Van Wells dochter werd uitgezonden naar Papua en het echtpaar M. Nijsse tweemaal naar Guinee. Eerst werd Nijsse technisch werker, daarna beheerder van de leeszaal.

Speelman...
Overvol was het toen ds. W.C. Lamain uit het Amerikaanse Grand Rapids in 1972 op een zaterdagmiddag voorging. „Geen idee waar al die mensen vandaan kwamen”, zegt Staal. „Ik was nog maar pas organist en zat een beetje boos op de orgelbank, omdat ik geen psalmbriefje had gekregen. Dat had ds. Lamain zelf kennelijk ook niet, want na de openingszegen zei hij tegen ouderling F.L. Poppeliers, die achter de katheder stond: ‘Geef maar een versje op.’ Poppeliers schrok en noemde maar gauw 119 vers 3. Van ds. J. Karens kreeg ik ook geen briefje, maar die deed het anders. In de loop van de preek keek hij naar boven en zei hij: ‘Speelman, we zingen straks Psalm..., dan kunt u het alvast opzoeken’.”
Staal gaat voor naar boven en gluurt over de rand van het orgelzoldertje naar de val die hij daar heeft neergezet. „Nee, er zit geen muis in, maar die loopt hier soms wel rond. Pas op, het is een akelig trapje. Ik ben één keer naar beneden gegleden, maar toen waren er geen mensen in de kerk.”
De organist hoort niet zo best meer, dus hij luistert mee via een koptelefoon. „Als we gaan zingen, doe ik snel de koptelefoon af en zet ik het orgel aan. Ik moet ook nog van bril wisselen, dus als de voorganger maar één regel voorleest, moet ik haast maken.”

Scholen
Het is straks allemaal voorbij. Op het hoogtepunt, rond 1973, telde de gemeente ruim 130 belijdende leden en doopleden. Er waren veel jonge gezinnen; 52 procent van de gemeente was dooplid. „We zijn een echte streekgemeente. We hadden leden tot in Roosendaal en Raamsdonksveer toe”, zeggen Van Well en Staal.
De gemeente slonk geleidelijk. Kinderen die trouwden, trokken weg vanwege hun werk of om in de buurt van een reformatorische school te kunnen wonen. Koster Van Well was bestuurslid van „een behoudende christelijke school” in Breda. „Maar het karakter van de scholen veranderde dusdanig, dat we onze kinderen naar de Guido de Brès in Rotterdam stuurden, terwijl we ruim 100 meter bij het protestants-christelijke Nassau College vandaan wonen. Dat vergde wel financiële offers.
Onze oudste dochter was een vroege leerling; zij moest al op 11-jarige leeftijd naar Rotterdam. Maar van geen van onze drie kinderen hebben we er ooit een onvertogen woord over gehoord.”
Staal zat in het bestuur van een school in het noorden van de stad. „Onze oudste twee kinderen gingen nog naar het Nassau College, de jongste twee naar de Guido.”
Voor jonge gezinnen is het in een stad als Breda of in een van de omliggende dorpen niet eenvoudig, zegt Van Well. „Je buren zijn vaak niet christelijk. Alle activiteiten voor kinderen hebben op zondag plaats. En je moet je kinderen uitleggen waarom verkleden wel leuk, maar carnaval niet goed is.”

Hulp van buitenaf
Twee ouderlingen van de gemeente overleden door een hartstilstand, B.J. Nieuwenhuize in 2000 en H. van Eenennaam in 2008. „Nieuwenhuize was de drijvende kracht achter de gemeente”, zeggen Staal en Van Well. „Op een zondagmorgen zat hij dood in zijn stoel. Van Eenennaam heeft die morgen in de dienst een korte overdenking gelezen; daarna zijn we verslagen naar huis gegaan. De belangstellenden voor de begrafenis kwamen van heinde en ver, want Nieuwenhuize was landelijk bekend als penningmeester van de synode en als lid van allerlei deputaatschappen. Ouderling Van Eenennaam was een lieve man, die samenbindend bezig was. Ook hij werd plotseling weggenomen.”
G. Bos bleef toen alleen als ouderling over, tot 1 januari 2014. Tegelijk met de enige overgebleven diaken, H. Heikoop, legde hij toen vanwege leeftijd en gezondheidstoestand zijn ambt neer. Sindsdien is Breda afdeling van Dordrecht en komen er elke zondag een ouderling en een diaken uit een andere classisgemeente. „Die hulp waarderen we enorm. Als ze hun familie meebrengen, verdubbelt soms het aantal kerkgangers. Daarnaast hebben we soms vakantiegangers of een schippersgezin in de kerk. Van de eigen leden zijn de meesten op leeftijd. We hebben één ‘jong stel’ van tegen de vijftig. Weekdiensten hebben we niet meer.”

Staal woonde, na perioden in Krabbendijke en Ermelo, in de jaren 1967-1969 al in Breda, als beroepsmilitair. „Ik werd overgeplaatst naar Assen, maar in 1971 keerden we terug naar Breda. Ik ben 43 jaar organist, en geruime tijd was ik de enige die de gemeente had. Eén keer was ik té enthousiast: Psalm 32:6 is maar een half versje, maar ik speelde en zong gewoon door.”
Van Well is een van de weinige Brabanders in de gemeente. Hij is van roomse afkomst en groeide op in ’s-Hertogenbosch. Kort na zijn huwelijksdag in 1971 kwam hij naar Breda. Twaalfeneenhalf jaar nam hij met zijn vrouw het kosterschap waar. Vorig jaar werd hij opnieuw koster, „maar nu alleen voor ’s zondags. Eerder waren we om gezondheidsredenen gestopt, dus nu wilden we het schoonmaakwerk niet doen. Dat gebeurt door drie teams.”
Staal maakt het rooster. De actieve organist was secretaris-penningmeester van de zendingscommissie, waarvan hij nu het laatst overgebleven lid is. Hij was penningmeester van SGP-kiesvereniging Raamsdonksveer/Breda, die echter allang niet meer bestaat. Hij regelde de verspreiding van evangelisatiefolders, maar stopte omdat er nooit één reactie kwam en er steeds minder mankracht was. „Alles komt op weinig mensen neer. Als de koster op vakantie is, is de organist koster en komt er uit Dordrecht een organist.”

Voorbij
Straks gaat de Eben-Haëzerkerk dicht. „Je wordt er af en toe wel droevig van”, zegt Staal. „Talloze keren hebben predikanten en ouderlingen hier op de kansel Mattheüs 18:20 aangehaald: ‘Want waar twee of drie die in Mijn Naam vergaderd zijn, daar ben Ik in het midden.’ Dat is dan als bemoediging bedoeld, maar je schaamt je soms als een voorganger zo’n eind komt rijden voor zo’n handjevol mensen”, zegt Van Well. „Stoppen valt overigens niet mee. We zijn duizenden keren naar dit kerkje gegaan, en straks is het voorbij. We zijn van plan ’s zondagsmorgens naar Dordrecht te rijden – drie kwartier heen, drie kwartier terug – en ’s avonds via internet met die gemeente mee te luisteren.”
De gemeente Breda wordt evangelisatiepost, zoals eerder ook in Amsterdam-Centrum gebeurde. De classicale evangelisatiecommissie neemt de kerk in gebruik als inloopcentrum. Voor Staal is het werk niet nieuw: „’k Ben al jaren vrijwilliger op de post in Tilburg. Bij het folderen hier in Breda deden we elke keer een andere wijk. Je weet niet of de Heere het gebruikt heeft. Eén keer hebben we een zangavond belegd, met een koor uit Krabbendijke. Onder de bezoekers waren enkele buitenkerkelijken, maar niemand van hen kwam naar de kerkdiensten. Toch is het goed dat wordt geprobeerd mensen met de boodschap te bereiken. Het is fijn dat het kerkje daarvoor straks wordt gebruikt.”

Dit is de eerste aflevering in een serie over kleine stadsgemeenten. Volgende keer: Den Haag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 maart 2015

Terdege | 100 Pagina's

Breda wordt evangelisatiepost

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 maart 2015

Terdege | 100 Pagina's