Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zoeken naar het hart van de jongere

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoeken naar het hart van de jongere

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veel jongeren die vol met vragen de kerk de rug toekeren, hebben geen sociale binding met hun gemeente. Het is hoog tijd dat kerkenraden meer naar hen omzien, meent LCJ-directeur Kees van Vianen. „Laat de broeders daarbij hulp van anderen inroepen, van mensen die geestelijk arm zijn. Jongeren merken nu te weinig van de strijd en twijfel die vaak met het geloof gepaard gaan. Het boek Psalmen geeft genoeg aanleiding tot gesprek.

Hij krijgt wekelijks honderden reacties van jonge mensen. Niet alleen tijdens lezingen in het hele land, maar vooral via internet. „Ik ontvang veel mails en berichten via Twitter en Facebook. In het kader van mijn werkzaamheden ben ik bewust actief op de sociale media."
De jongeren uit de kerken in de reformatorische gezindte hebben veel vragen, weet de directeur van het Landelijk Contact Jeugdwerk van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Onbegrip over seksualiteit, geen gelegenheid krijgen om twijfels en vragen aan de orde te stellen en het gevoelsmatig ontbreken van een levende God in de kerk zijn voor hen vraagstukken die kunnen leiden tot kerkverlating.
„Het zijn vaak heel persoonlijke zaken waarmee ik word geconfronteerd. De helft gaat over geloof en ongeloof, zoals de vraag hoe het kan dat iemand kan denken dat God niet bestaat. Dan wijs ik onder meer op Wilhelmus à Brakel, die die bestrijding van binnenuit kende. De andere helft gaat over stappen, filmbezoek, muziekkeus en seksualiteit. De kerk blijft achter als het gaat om het bespreken van die onderwerpen."

Van Vianen trekt drie tot vier uur per dag uit om alle vragen te beantwoorden. „Meestal doe ik dat per mail, soms ook telefonisch. Dat gebeurt dan vaak in de auto. Om tijd te sparen. Een enkele maal bezoek ik hen. Zo heb ik pas een lange avond ergens in een verenigingsgebouwtje doorgebracht. Ik hoorde er het verhaal van Job, van iemand met veel vragen en klachten en geen antwoord."
Peinzend: „Waar het toe leidt, zal de toekomst uitwijzen. Ik heb die persoon niet de handen opgelegd, maar ik heb hem bemoedigd en hem op de Heere Jezus Christus gewezen. Uit genade is er veel verwachting."
De vragenstellers zijn afkomstig uit verschillende kerkverbanden. „De Christelijke Gereformeerde Kerken zijn me lief, maar voorop staat dat ik jongeren vraag om vast te houden aan een gemeente met een prediking van één Naam, twee wegen en drie stukken. Ik vat dat tijdens lezingen altijd samen met 1, 2, 3."
Soms maakt hij een wandeling met een van de vragenstellers. „Het kan heel intensief zijn. We kunnen wel vasthouden aan het oude denken waarin jongeren worden bereikt door middel van catechisatie en huisbezoek, maar daar redden we het niet meer mee. Het is vreselijk om te zeggen, maar wat heeft huisbezoek nu voor toegevoegde waarde voor de gemiddelde jongere van 17 jaar? Als hij of zij al aanwezig is, want het komt steeds vaker voor dat het gezin tijdens het huisbezoek niet meer compleet is."

Wat zijn ten diepste redenen voor jongeren om af te haken?
„De secularisatie gaat, ook in de kerk, door. Bovendien hebben veel jongeren intensief contact met vrienden uit de wereld. Waar gezinnen niet meer als christelijk gezin functioneren, en Christus, het geloof, en de kerk ‘erbij horen’, is er geen stabiele basis. Pas sprak ik weer een jongere, die vroeg: ‘Geloven mijn ouders, leidinggevenden en ambtsdragers, die vertellen hoe het moet, het eigenlijk zelf wel? Het is soms zo kleurloos’."

Hoe kan de kerkenraad volgens u de jongere bereiken?
„De broeders zitten tot hun oren in het werk. Ze zouden zich minder bezig kunnen houden met verbouwingen of andere materiële zaken en die aan commissies overlaten. Dan nog hebben ze hun handen vol aan ruzies, conflicten en problemen. Daarom zouden ze kunnen nadenken over wat ik het Mozesmodel noem. Mozes was een van God geleerde man. Hij deed zijn werk heel goed, maar zijn schoonvader Jethro moest hem erop wijzen dat hij zeventig mannen erbij moest aanstellen om hem te helpen. Daarna had Mozes nog genoeg te doen. De hele gemeente hoort actief te zijn, niet alleen te consumeren."

Hoe vul je dat in de praktijk in?
„Gewoon een lijst maken van álle jongeren in de gemeente en uitzoeken met wie er werkelijk contact is en met wie niet. Dat betekent concreet dat de kerkenraad alle namen van jongeren op papier zet en zoekt naar de natuurlijke momenten waar zij ontmoet kunnen worden. Vaak bezoeken deze jongeren nog wel regelmatig een kerkdienst of de catechese. Van belang zijn daarbij ook de natuurlijke contacten. Welk gemeentelid heeft op de een of andere manier nog contact met hen? Probeer in de vorming van de relatie iets van het Woord door te geven. Op het moment dat de jongeren benaderd worden, leren ook degenen die hen benaderen iets."

Zijn er al zulke gemeenten?
„In Sliedrecht-Beth-El, Doornspijk, Urk en nog een paar andere plaatsen wordt dit toegepast. Het is geen succesformule en ook niet als zodanig bedoeld. Het is niet programmatisch, maar geestelijk. Een poging om de harten van jongeren te zoeken. Zo horen ze wat als ze bijvoorbeeld jarig zijn, slagen, als hun oma overlijdt of bij het gaan van de ene naar de andere school. Door mensen die hen iets van de aanwezigheid van God laten merken. Want dat hoorde ik onlangs een jongere zeggen: ‘Het zou heel goed zijn als God terugkwam in de kerk.’ Over die uitspraak heb ik lang moeten nadenken."

Is er een relatie tussen gebrek aan binding en kerkverlating?
„Zeker. Een groot aantal kerkverlaters, en dan bedoel ik mensen die niet meer van de eerder genoemde 1, 2 en 3 willen weten, blijkt geen of nauwelijks sociale binding te hebben of gehad te hebben met de kerkelijke gemeente waartoe ze behoorden. Daarom zijn goede vrienden ook zo belangrijk. Daar kun je als ouders een steentje aan bijdragen. Als je bijvoorbeeld tot een stads- of een streekgemeente behoort, betekent dat wel een extra autoritje. Veel van onze jongeren hebben nu wereldse vrienden of vriendinnen. We zeggen wel zo gemakkelijk dat de listen van de duivel ons bekend zijn, maar is dat wel zo? De duivel is springlevend en heeft - om het zo uit te drukken - een uitstekend marketingprogramma."

Wat kunnen ouders nog meer doen?
„Het gezin vormt de basis voor de opvoeding. Er is veel gebrek aan kennis, weten onze jongeren nog wel hoe iemand bekeerd wordt? Als je in het gezin niets leert, red je het qua kennis echt niet. Wat dat betreft kunnen wij nog wel iets van de Joden leren. Wij beginnen op het twaalfde jaar met catechisatie, dat is voor de Joden het sluitstuk. In de gezinnen moet het gebeuren, met name voor het twaalfde levensjaar. De Heere Jezus Zelf leert ons veel over het belang van de kindertijd. Laten ouders het gewone doen. Jongeren zitten niet op bijzondere dingen te wachten. Dagelijks trouw uit het Woord lezen, de psalm leren voor de (zondags)school en met elkaar doorspreken over de preek. Laat jongeren iets proeven van een levend gebed, niet altijd hetzelfde.

Hoe moet het verder met de ouder van wie het kind de kerk de rug heeft toegekeerd?
Waar kinderen in de vreze des Heeren zijn opgevoed en later toch de kerk de rug toekeren, past ons een pastorale houding van meeleven, bewogenheid en gebed. Het kan ook zijn dat het gegaan is zoals bij de stam van Aser. Die had zich vervreemd van God en Zijn dienst. Ik bedoel het liefdevol, maar laat, als daar sprake van is, schuld wel schuld zijn. Afscheid nemen van het geloof gaat meestal geleidelijk, men leeft wat makkelijker, er is wat minder ernst. Uiteindelijk rest een leeg leven, voor de fun en niet meer voor de Geest. We mogen daarom wel wat meer aandacht hebben voor de doopgesprekken. Die verlopen nu vaak in een rap tempo. En ook een stukje doopcatechese zou zinvol zijn. Tijdens sommige gemeenteavonden laat 80 procent van de mensen het afweten. Ze zijn druk of om een andere reden afwezig. We zouden daar ook op een andere manier naar kunnen kijken. Vrijwel iedereen heeft mail. Ook kun je korte stukjes in het kerkblad plaatsen. Laten de kerkenraden daarmee beginnen, zij moeten geestelijk leiden."

En in de omgang met hun kind?
„Houd altijd de deur open, uiteraard met respect voor de regels van het huis. Wat ze ook doen. Moeder Monica bad niet alleen voor haar kind, maar zat ook voor de deur van het bordeel."

Meer tips voor ambtsdragers? Zie www.lcj.nl/kerkverlating


Kees van Vianen

Kees van Vianen (52) is sinds 2009 directeur van het Landelijk Contact Jeugdwerk. Het LCJ (www.lcj.nl) is een van de jeugdwerkorganisaties van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Eerder was Van Vianen negenentwintig jaar werkzaam als manager Customer Service/logistics bij een internationaal opererend bedrijf. Van Vianen woont in Nieuwpoort, is getrouwd en heeft drie kinderen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 2013

Terdege | 124 Pagina's

Zoeken naar het hart van de jongere

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 september 2013

Terdege | 124 Pagina's