Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zorg voor de oude dag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zorg voor de oude dag

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tijd van het Zwitserlevengevoel met bijbehorende levenswandel is voorbij. Wie een verzorgde oude dag wil hebben, zal daar volgens de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg voor moeten sparen. Niets mis mee, oordeelt NPV-directeur Ruth Seldenrijk, maar er is meer nodig. „Vitale jongere ouderen zullen zorg moeten gaan dragen voor gebrekkige oudere ouderen.

De boodschap van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg was duidelijk. Burgers moeten al vroeg in hun leven voorzorgsmaatregelen gaan treffen voor hun oude dag. Een goed signaal, vindt Ruth Seldenrijk, sinds 2000 directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging.
Wel verdient het advies volgens hem enige nuancering.
„Het is een fictie dat de veroudering tot een kostenstijging leidt. In zijn oratie heeft Johan Polder erop gewezen dat de meeste kosten worden gemaakt in de laatste twee jaar van het leven, het doet er niet toe of je zestig of negentig wordt.”

Het spook van de vergrijzing bestaat niet?
„Als jongeren zich van meet af aan willen richten op ouderen en hun eigen ouderdom, is vergrijzing volgens emeritus hoogleraar Theo Schuyt geen maatschappelijke plaag. Dan krijg je een situatie zoals je die in de Bijbel vindt. De grijze zit in de poort, de plaats waar de levenswijsheid en -ervaring zijn gebundeld. De solidariteit is dan gegarandeerd en mensen gaan zich zo mogelijk in de kracht van hun leven voorbereiden op hun eigen ouderdom. Dat is een verstandige houding. Het is onmogelijk om nu al te bepalen welke zorg je in de toekomst nodig hebt, maar met de individualistische levenswijze van de ‘babyboomers’ lopen we vast. Dat is duidelijk.”

Hoe beoordeelt u de zorg in Nederland?
„Van mensen die er aan den lijve mee te maken hebben, hoor ik dat ze de zorg in België als beduidend beter ervaren. Onderzoek vindt daar snel en effectief plaats en iedereen in het zorgcircuit toont betrokkenheid. Het beroep van arts en verpleegkundige is daar nog steeds een voluit relationeel beroep: de patiënt staat centraal. Dat zijn wij - al zijn er ook hier gelukkig nog betrokken artsen en verpleegkundigen - een eind kwijtgeraakt.”

Waardoor?
„We laten ons in Nederland veel te veel leiden door regels en procedures. De zorg is administratief zo vertechniseerd, dat het rekensysteem geen hulpmiddel meer is, maar dwangbuis. Als chirurg moet je na een operatie op vijf formulieren hetzelfde invullen, zo vernam ik onlangs. Meisjes in de thuiszorg zitten een groot deel van de dag te schrijven. Ten koste van de patiënt, om wie het moet gaan.”

Toch zijn veel patiënten niet ontevreden over hun huisarts en specialist?
„De huisarts scoort veruit het hoogst. Terecht. Het probleem is dat die steeds meer moet doen voor minder geld. Terwijl de huisarts en de wijkverpleegkundige het hart van de zorg vormen. Bij hen is het relationele aspect nog volop aanwezig.”

Ook specialisten worden wel gewaardeerd. Het gaat mis als ze zaken met collega’s moeten afstemmen.
„Omdat ze allemaal hun eigen koninkrijkje hebben. Wat ontbreekt is een integrale visie op zorg. Dat hebben we te danken aan Thorbecke. Die heeft in de opleiding tot arts de natuurwetenschappelijke opleiding tot het een en al verheven. De rest heette vanaf dat moment alternatief. Die geweldige natuurwetenschappelijke geneeskunde heeft niet kunnen voorkomen dat we intussen in Nederland drie en een half miljoen chronisch zieken hebben, voor wie de reguliere geneeskunde vrijwel niets kan doen. De alternatieve geneeswijzen worden veel te negatief gewaardeerd. Er zijn erbij waar ik niets van moet hebben, maar er zijn er ook die juist bij chronische ziekten veel kunnen betekenen. Dat wordt in dit land stelselmatig ontkend. De grootste kwakzalvers zijn verenigd in de Vereniging tegen de Kwakzalverij.”

En dan is er nog de marktwerking.
„Helaas. Natuurlijk moet de zorg efficiënt worden georganiseerd, maar marktwerking is iets heel anders. Dan ga je zorg, van oorsprong een werk van barmhartigheid, verhandelen. Barmhartigheid is in praktijk gebrachte liefde. We weten allemaal hoe we de verkoop van liefde noemen. Als je zorg gaat vermarkten, komen de echte zwakken absoluut in de verdrukking. Daar verdien je geen miljoenen mee.”

Tegelijk is duidelijk dat de stijging van de zorgkosten zo niet door kan gaan?
„Absoluut. Maar waar komt die stijging vandaan? Alle mogelijkheden die de technische wereld ons oplevert, willen we invoegen in de gezondheidszorg. Kwalen willen we steeds vroeger en gedetailleerder opsporen. Om dure geneesmiddelen te slijten, wordt eerst vraag gecreëerd. Met name de geavanceerde farmaca en technieken, die vooral in de laatste levensfase worden ingezet, maken de zorg zo duur. Terwijl de toegevoegde waarde beperkt is.”

Wat is de oplossing van het probleem?
„Een andere levensvisie, ook bij reformatorische christenen. Juist zij zouden zich in hun gezonde dagen moeten realiseren dat het leven eindig is, en zich moeten voorbereiden op hun sterven. In de jaren tachtig wees A.J. Dunning in zijn boek ‘Broeder Ezel’ er al op dat een arts dient te weten wanneer hij moet stoppen met behandelen en de verzorging van de patiënt alle nadruk moet krijgen. Vandaag gaat behandeling vaak té lang door. Een groot deel van de artsen erkent dat, maar door ons systeem blijven ze het doen. In hun vakmatig handelen worden ze opgestuwd door de techniek en de farmacologie. Die ‘cure’ gaat ten koste van de ‘care’, de zorg. Die moet juist worden versterkt.”

Hoe moet dat met een grijze golf en een afnemende beroepsbevolking?
„We zullen de zorg anders moeten organiseren. Is het nodig dat de thuiszorg kousen komt aantrekken? Dat kan ook door familie en buren. Die zullen in de toekomst weer een belangrijke plaats hebben in de zorg. Dat lijkt me alleen maar winst. In de sterk toenemende behoefte aan mantelzorg behoren christenen een voortrekkersrol te vervullen en diaconieën hun oorspronkelijke taak weer voluit in te nemen. Het kernpunt is dat we net als de vroegchristelijke kerk leren te leven als navolger van de Heere Jezus Christus. Vooral vitale jongere ouderen zullen zorg moeten gaan dragen voor gebrekkige oudere ouderen. Die bereidheid is er ook. Daar ben ik helemaal niet zo negatief over.”

Hoe ziet u de relatie tussen onbetaalde mantelzorg en vergelijkbare zorg die wordt betaald vanuit een persoonsgebonden budget?
„Een persoonsgebonden budget past bij de waardigheid van de patiënt als mens. Daarom waardeer ik het pgbsysteem zeer positief. Het is wel wat doorgeschoten. Wat mij betreft krijgen alleen de helpers die uit hun arbeidsproces worden gehaald een vergoeding, niet de mensen die in hun vrije tijd hulp verlenen. Het is een christelijke plicht om die belangeloos beschikbaar te stellen.”

De laatste tijd liggen nogal wat christelijke zorginstellingen onder vuur. Maakt u zich daar zorgen over?
„Ik vind het prima als de kwaliteit van de geleverde zorg stevig wordt gecontroleerd. Het is niet vanzelfsprekend dat christelijke zorginstellingen zich op dat punt positief onderscheiden. Anders wordt het als een organisatie wordt afgestraft omdat die niet past in de neoliberale cultuur, zoals we hebben gezien bij Tot Heil des Volks. Dat zal ook andere christelijke organisaties gaan treffen. De weerhoudende krachten in de politiek verdwijnen. Daarom zie ik de toekomst voor gesubsidieerde christelijke instellingen heel somber in. De praktijk zal leren wat we over hebben voor de dingen waarvan we altijd hebben geroepen dat ze bij onze identiteit horen. Het kan geen kwaad om vast eens rond te kijken in landen waar christenen nooit de mogelijkheden hebben gehad die ons in Nederland decennia lang zijn geboden.”

Hoe ziet u de toekomstige positie van de NPV?
„Onze vereniging staat voor de zorg voor het leven, als een geschenk en een opdracht. We hebben niet alleen veel medisch-ethische kennis, maar ook duizenden vrijwilligers ter ondersteuning van mantelzorgers. Kerkelijke gemeenten helpen we bij het opzetten van hulpgroepen. Al die zaken zullen in de toekomst alleen maar belangrijker worden.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 augustus 2012

Terdege | 84 Pagina's

Zorg voor de oude dag

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 augustus 2012

Terdege | 84 Pagina's