Eenzaam in de kerk
Ds. L. Terlouw: „Echt luisteren doe je niet alleen met je oren, maar ook met je ogen en je hart''
Zeven jaar werkte ds. L. Terlouw in een reformatorisch verpleeghuis, inmiddels dezelfde periode in een gemeente. Op beide plaatsen ontmoette hij eenzaamheid. Maar ook de kracht van het geloof. „Binnen het christendom kent zelfs de diepste existentiële eenzaamheid een bodem.
Op het gemeentehuis van Scherpenzeel wekte de beslissing van collega Terlouw om verpleeghuispastor te worden verbazing. Maatschappelijk bezien was het bepaald geen stap voorwaarts, vond de burgemeester.
Ook collega’s hadden er hun vragen bij. „Een van hen zei: ‘Jij kunt zo kort en zakelijk zijn, hoe wil je pastoraat gaan bedrijven?’ Maar ik voelde dat mijn roeping daar lag.”
Het betekende de overgang van een centrum voor burgerzaken naar een oord vol ontluistering.
Helemaal vreemd was die wereld Terlouw niet. „Door familieomstandigheden en kerkelijk werk kwam ik al jong in verpleeghuizen. De sfeer en de geur zijn inderdaad confronterend, maar het mooie is dat ook daar het Woord zijn kracht doet.”
Vooral het pastoraat onder dementen kreeg in Salem zijn hart. „Om hen in het proces van afbraak van verstandelijke vermogens toch te bereiken. Door eenvoudige vragen over vroeger en over de belangrijke kruispunten in het leven kwam je vaak bij de Bijbel terecht. Ik had zelfs Bijbelkringen met demente bewoners. Vaak verwonderde ik me over de antwoorden die ze gaven.”
Geroepen
Het intensiefst was het pastoraat onder hen die weinig meer dan ja en nee konden uitbrengen. „Veel mensen gaan bij dergelijke patiënten bij voorkeur met z’n tweeën op bezoek. Dan kun je met elkaar praten. Als geestelijk verzorger kom je alleen. Dat is ook goed, want het gaat in het bezoek om de mens in dat bed. Het was elke keer weer afwachten waar en hoe ver je zou komen met je vragen. Van zulke bezoeken doe je er niet meer dan één op een morgen. Maar juist deze patiënten zijn heel dankbaar als werkelijk naar hen wordt geluisterd.”
In Salem ontdekte Terlouw hoe sterk de gevoelens van eenzaamheid kunnen zijn, als de wereld verschrompelt tot twee vierkante meter matras.
Ook zijn eigen positie was meer dan eens eenzaam, zij het op een ander niveau. „Ik heb het er prima gehad, maar het werk van een verpleeghuispastor gaat plat gezegd aan het productieproces voorbij. Ook als predikant heb je in zekere zin een eenzame positie. Heel belangrijk is dat je je geroepen en gezonden weet, zeker wanneer je in allerlei pastorale problemen geen weg weet. Juist dan kan de zeggingskracht van Gods Woord, ook voor jou persoonlijk, heel sterk zijn. Waardoor je je zorgen kwijt kunt bij de Heere.”
Alleenstaanden
In het gemeentepastoraat ontmoet de Barendrechtse predikant vooral onder ouderen eenzaamheid, al zijn er meer kwetsbare groepen. „Denk aan jonge mensen die het ouderlijk huis verlaten, omdat ze elders gaan studeren of in de zorg gaan werken. Het is goed om daar als gemeente oog voor te hebben. In Salem vertelden ziekenverzorgenden me dat ze al zes, zeven jaar in een gemeente kerkten, en nog nooit door iemand waren aangesproken. Ik ben geen voorstander van allerlei bezoekjes op zondag, maar het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat we deze mensen meevragen voor de koffi e of het eten. In gemeenten met veel import is het goed om er een structuur voor op te zetten. Niet als doel op zich, maar als middel om mensen met elkaar in contact te brengen.”
Een andere groep die aandacht verdient, zijn alleenstaande dertigers en veertigers. „Niet dat het ongehuwd zijn voor allen een probleem is, maar je ziet in deze leeftijdsfase nogal eens dat alleenstaanden psychisch vastlopen. Daar moeten we met elkaar alert op zijn. In huisgezinnen is eenzaamheid vaak het gevolg van problemen die niet bespreekbaar zijn. Na een miskraam kan een vrouw zich erg eenzaam voelen. Haar man gaat weer naar zijn werk en is de gebeurtenis al snel vergeten. Voor een vrouw ligt dat heel anders. Belangrijk is dat ze iemand heeft bij wie ze haar gevoelens kan uiten, bijvoorbeeld een goede vriendin.”
Persoonsgebonden
Zowel in Salem als in het gemeentepastoraat ontdekte ds. Terlouw hoe persoonsgebonden eenzaamheidsgevoelens zijn. „Je hebt einzelgangers en gemeenschapsmensen. De laatste groep is kwetsbaarder voor eenzaamheid dan de eerste. Er zijn kluizenaars die het zonder gezelschap prima naar hun zin hebben en moeders van grote gezinnen die zich eenzaam voelen.”
Ook de levensgeschiedenis speelt een rol. „Neem de moeder van een groot gezin die weduwe wordt. Elke dag komt een van de kinderen op bezoek, minstens een uur. Als zo’n vrouw over eenzaamheid klaagt, wordt dat snel onterecht gevonden. Dan vergeten we dat ze elke dag nog heel veel uren alleen zit. Mogelijk heeft de buurvrouw daar geen last van omdat ze er tijdens haar leven al mee leerde omgaan. Omdat haar man wat in zichzelf gekeerd was, en haar enige zoon in het buitenland woont.”
De predikant van de Gereformeerde Gemeenten ziet een duidelijk verband tussen eenzaamheid en het uiteenvallen van gemeenschappen.
„Kinderen uit hetzelfde gezin raken verspreid over het hele land. Door wisseling van werk wonen ze een paar jaar hier, een paar jaar daar. Een kerkelijke gemeente kan in die situatie ook sociaal van grote betekenis zijn. Daardoor zou eenzaamheid onder christenen minder voor moeten komen. Voorwaarde is dat gemeenteleden zorg voor elkaar tonen. Zeker in gemeenten met veel import. Verenigingen hebben daarin een belangrijke functie. Het vraagt ook wat van de nieuwkomers. De sleutel ligt voor een belangrijk deel bij jezelf. Als je in je huis blijft zitten, krijg je geen contacten.”
Luisteren
Gebrek aan contacten wreekt zich vooral bij ernstige of langdurige ziekte. De omgeving weet daar veelal slecht raad mee, waardoor nogal wat bekenden afhaken. „De patiënt zelf moet tal van zaken loslaten. Ook dat geeft eenzaamheid. De zieke kan het isolement nog vergroten door anderen niet toe te laten tot zijn gevoelens.
Omgekeerd kan de omgeving het gevoel van eenzaamheid versterken door niet te luisteren. Bekend zijn de mensen die pratend binnenkomen, pratend naast het bed zitten en pratend vertrekken. Zo’n houding is ten diepste gelijk aan die van iemand die niet op bezoek komt. Beiden kunnen de confrontatie met de zieke niet aan. De een lost dat op door niet te komen, de ander door de zieke niet aan het woord te laten komen. Belangstelling begint met luisteren. Echt luisteren doe je niet alleen met je oren, maar ook met je ogen en je hart.”
De onhandigheid in de omgang met zieken en eenzamen verklaart ds. Terlouw voor een deel uit de verdrijving van moeite en zorg uit de nabije omgeving. „In de Alblasserwaard zie je veel oude boerderijen met een uitstulpsel. Daar woonden opa en oma. De kleinkinderen zagen hoe ze steeds verder aftakelden. Zo leerde men van jongs af om te gaan met zieke mensen. Dat is vrijwel weg.”
Bijzondere aandacht in het pastoraat verdienen de naaste familieleden van de zieke. „Dat is een vergeten groep”, weet de voormalige verpleeghuispastor uit ervaring. „Die heeft het daardoor dubbel moeilijk. Te meer omdat de zieke zijn verdriet, onmacht en agressie nogal eens afreageert op de mensen die het dichtst bij hem staan. Je ziet dat met name na een beroerte. Het is zwaar om dagelijks bij je gehandicapte man of vrouw op bezoek te gaan en daar ook nog eens alle boosheid en chagrijn over je uitgestort te krijgen. Het vraagt zelfverloochening om te blijven komen. Dat moeten we ook in het pastoraat beseffen.”
Existentiële vragen
Ernstige ziekte roept behalve eenzaamheid existentiële vragen op. Bij vrijwel ieder mens, leerde onderzoek. „Vraag je op de Coolsingel aan mensen of er een hiernamaals is, dan antwoordt ongeveer 70 procent ontkennend en 30 procent bevestigend. Stel je dezelfde vraag op de afdeling oncologie van het Erasmus Medisch Centrum, dan zegt zo’n 80 procent dat er wat moet zijn. Mensen die in hun gezonde dagen aan God noch hiernamaals geloofden, kunnen zich in hun ziekte niet voorstellen dat met hun veertigste alles is afgelopen. Een van de oplossingen is, van het positieve uit te gaan. ‘Ik heb altijd netjes geleefd, dus het zal wel goed komen’.”
Onder de zieken die hij zelf begeleidde, kwam de predikant veel vaker het omgekeerde tegen. ‘Kan ik wel sterven?’ „Dat is in het pastoraat de meest wezenlijke vraag, waaraan je bij ieder ziekbed aandacht moet besteden. Ziekte is een schaduw van het oordeel dat komt, vanwege onze zonden. En tegelijk een van de middelen waardoor God ons roept. Toch kan er juist op het ziekbed de vraag zijn: ‘Hoort God mij wel?’. Die vorm van eenzaamheid kent alleen een christen. Dat is niet vreemd. De meest diepe eenzaamheid is door Christus Zelf ervaren.”
Psalmen
Ook buiten het christendom is er existentiële eenzaamheid, beseft ds. Terlouw. „Denk aan boeken van fi losofi sche schrijvers die het in hun ogen zinloze van het leven beschrijven. Eén grote leegte. Heel aangrijpend vind ik dat. Binnen het christendom kent zelfs de diepste existentiële eenzaamheid een bodem. Je ziet dat heel duidelijk in de Psalmen, in Job en in de Klaagliederen van Jeremia, Bijbelboeken die in het pastoraat van bijzondere betekenis zijn.
Als er voor de Bijbelheiligen in de diepste ellende uitkomst was, zou God die dan vandaag niet kunnen schenken? Wanneer Hij overkomt, is er geen eenzaamheid meer. Wat dat betreft bevat de term ‘eenzaam met God gemeenzaam’ een innerlijke tegenstrijdigheid, al kan ik die wel plaatsen. Te midden van de eenzaamheid ten opzichte van mensen kan er de ervaring van Gods aanwezigheid zijn. Op zulke momenten is het ondanks alles goed.''
N.a.v. ‘Wie komt er vandaag? Gedachten over ziekenbezoek’, door ds. L. Terlouw; uitg. De Banier, Apeldoorn; 123 blz., prijs € 9,95. Ook te bestellen via www.erdeeshop.nl
Handreiking voor ziekenbezoek
Een op de vier Nederlanders verbreekt het contact met een ongeneeslijk zieke kennis, blijkt uit onderzoek dat werd verricht in opdracht van de stichting Ideële Reclame (SIRE). Het laat zien dat omgaan met de moeite en het verdriet van de naaste niet de sterkste kant is van de 21e-eeuwse westerse mens. In Wie komt er vandaag? biedt ds. L. Terlouw inzicht in de betekenis van ziekte voor de zieke en geeft hij praktische adviezen voor ziekenbezoek. In de hoop zieken te ondersteunen en de drempel naar de ziekenkamer te verlagen.
Ds. L. Terlouw
Ds. L. Terlouw (1954) studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam op meerdere gemeentehuizen. Het laatst in Scherpenzeel, als sectorhoofd grondgebied. Op 28-jarige leeftijd begon hij aan de opleiding theologie. Eerst MO-A en MO-B, vervolgens doctoraal in Groningen. In 1995 werd hij benoemd tot pastor van het reformatorische verpleeghuis Salem in Ridderkerk. Daar werkte hij ruim zeven jaar. In 2002 werd hij toegelaten tot de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten. Sinds 2004 dient hij de Gereformeerde gemeente van Barendrecht. Het pastoraat onder zieken hield zijn belangstelling. Onlangs verscheen van zijn hand Wie komt er vandaag? Gedachten over ziekenbezoek.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 maart 2011
Terdege | 92 Pagina's