Het lijden als leerschool
Ds. J.C. den Ouden: „De puriteinen willen de gelovige leren om God te eren en te aanbidden onder het kruis”
Vanaf zijn jonge jaren weet ds. J.C. den Ouden zich geraakt door het leed van medechristenen. Dat maakt hem tot een trouw bezoeker van ontmoetingsdagen van Friedensstimme en bepaalde het onderwerp van zijn doctoraalscriptie. „Mogelijk zien we straks het raadsel van het lijden onthuld, hier blijven er vragen.
Het onderwerp voor zijn doctoraalscriptie kreeg Jan den Ouden indirect aangereikt door kanselredenaar Jac. van Dijk. Die sprak in zijn levensbeschrijving ‘Het nooit verloren vergezicht’ met grote achting over de in Amersfoort omgekomen ds. D.A. van den Bosch. De destijds nationaal bekende predikant, door tijdgenoten aangeduid als ‘de Haagse Spurgeon’, schreef vanuit het concentratiekamp hartroerende brieven. Die kregen een plaats in de biografie die zijn dochter kort na de oorlog schreef. „Ik was een jaar of zeventien toen ik dat boek kocht. Vooral de brieven hebben me enorm geraakt. Het verdriet van Van den Bosch om de scheiding van vrouw en kinderen, zijn vertrouwen op God, de ontreddering toen hij niet vrij kwam terwijl Hij meende dat God hem dat had beloofd. Op een gegeven moment kwam hij tot de overgave: Wat God doet is goed. Dat beantwoordde niet alle vragen, maar loste zijn innerlijke nood wel op. Een ander boekje dat me geweldig heeft aangesproken, is ‘Op adelaarsvleugels gedragen’ van de Hongaarse predikantsvrouw Julia Visky, echtgenote van Ferenc Visky. Met mijn vrouw heb ik dit echtpaar meerdere keren in Oradea bezocht. De vragen rond het lijden houden me sinds mijn jeugd bezig. Niet zozeer omdat ik het vanuit eigen leven ken, ik voel me vaak een zondagskind, maar ik heb er denk ik een zekere gevoeligheid voor.”
Die bleef tijdens de theologiestudie bestaan. Het was dan ook geen vraag voor Den Ouden wat het onderwerp van zijn doctoraalscriptie zou zijn. Wel was een begrenzing vereist. Hij overwoog een onderzoek naar de puriteinse visie op het lijden. Liefde voor de puriteinen had de theologiestudent met de paplepel meegekregen. „In die tijd verscheen een nieuwe vertaling van Bostons ‘Het kromme in het levenslot’. Veel leesbaarder dan de oudere vertaling. Het lezen van dat boek gaf voor mij de doorslag.”
Opvallend is dat de puriteinen nauwelijks aandacht besteden aan het waarom van het lijden, een vraag die in de psalmen volop is te horen.
„Ik denk dat we verschil moeten maken tussen levende klachten van hen die het lijden op dat moment ondergaan, zoals psalmdichters, Job en Jeremia, en een meer objectieve beschrijving van het lijden. De meeste puriteinen spraken uit eigen ondervinding over dit onderwerp, maar in hun geschriften wilden ze mensen die met de waarom-vraag worstelen tot een hand en voet zijn. Het gaat hen om een godvruchtig omgaan met het lijden. Een tweede reden is hun diepe besef van de hoogheid, de wijsheid en de rechtvaardigheid van God. Ontzag voor Gods eigenschappen maakte hen huiverig voor een persoonlijk uitroepen van de waarom-vraag. Om dezelfde reden besteden ze weinig aandacht aan de positie van satan in het kruis. Die loopt aan de leiband van God. Rutherford noemt hem in een van zijn brieven Gods schermleraar, die de gelovigen oefent in de strijd.”
Hoe zagen de puriteinen een bijzonder kruis in het leven van ongelovigen?
„Daar spreken ze alleen over als ze de houding van de gelovige vergelijken met die van de ongelovige. De gelovige kent blijdschap in het kruis, de ongelovige niet. De geringe aandacht voor het kruis in het algemeen heeft te maken met het feit dat deze puriteinse geschriften bij uitstek vroomheidsliteratuur zijn. Ze willen de gelovige leren om God te eren en te aanbidden onder het kruis. Het denken van de puriteinen is samengevat in de openingszin van de Westminster Catechism: ‘Het voornaamste doel van het leven van de mens is de verheerlijking van God en het zich ten volle en eeuwig in Hem verheugen.’ Ook de wijze waarop we ons gedragen onder het kruis, moet godverheerlijkend zijn.”
Ze stellen dat de gelovige meer kruis overkomt dan de ongelovige. Valt dat vanuit de Schrift en de praktijk van alledag hard te maken?
„Niet zo makkelijk. ‘Enerlei wedervaart de rechtvaardige en de goddeloze’, zegt Salomo. De puriteinen beroepen zich vooral op Hebreeën 12 vers 6: ‘Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijk zoon die Hij aanneemt.’ Burroughs noemt tegenspoed zelfs een weldaad van het genadeverbond, omdat God die wil gebruiken tot opwas in de genade.”
Hoe verhoudt de laatste tekst zich tot de eerste? Ieder die in een ziekenhuis werkt, ziet daar vooral de spreuk van Salomo bevestigd.
„Bij het bijzondere kruis van de gelovige zullen we vooral moeten denken aan geestelijke aanvechting. In hun eigen tijd hadden de puriteinen bovendien te maken met vervolging vanwege hun opvattingen. Dat heeft hun denken over dit onderwerp onmiskenbaar gekleurd. Velen zijn in de kerkelijke strijd van huis en haard verdreven. Daarin hebben ze lijden ervaren dat de ongelovigen niet kenden. Gaat het om ziekte en het sterven van kinderen, dan kun je niet zeggen dat gelovigen daarmee vaker worden geconfronteerd dan ongelovigen. Dat onderstreept wat Salomo zegt. Het leert ons dat we schijnbaar tegenstrijdige uitspraken in de Schrift beide recht moeten doen. In die zin is de Bijbel geen systematisch, maar een weerbarstig boek. Het leven, ook het geloofsleven, is te veelkleurig om in één formule te vangen.”
Hebben de puriteinen iets eigens in hun benadering van kruis en lijden, of borduren ze voort op wat de reformatoren daarover al schreven?
„Het laatste. Wat Calvijn in zijn Institutie over het gelovig kruisdragen schrijft, is een samenvatting van wat de puriteinen over dit onderwerp zeggen. Wonderlijk is dat ze in hun boeken over kruis en lijden Calvijn zelden citeren. Veel minder dan Luther, terwijl ze in de calvinistische traditie wilden staan. Een reformatorisch geschrift dat het puriteinse denken over het lijden heel kernachtig weergeeft, is de indrukwekkende preek over gelovig kruisdragen in het Huisboek van Bullinger.”
Hoe zagen de puriteinen de relatie tussen het lijden van Christus en dat van de gelovige? Paulus zegt dat hij in zijn lichaam de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus vervult.
„Daar besteden ze weinig aandacht aan. Ze benadrukken meer het gelijkvormig worden aan Christus. De uitspraak van Paulus toont de sterke eenheid van Hoofd en lichaam. Het Hoofd is al in de hemelse heerlijkheid, maar de leden die op aarde zijn, hebben nog te maken met de aanvallen van satan en de gevolgen van de zonde.”
Voor de puriteinen was de Schrift de enige norm. Wat bracht hen tot een kwistig citeren van Griekse filosofen en een veelvuldig verwijzen naar de Griekse mythologie?
„Dat heeft mijn inziens te maken met de humanistisch gekleurde opleiding die ze genoten aan de Engelse universiteiten. De Amerikaanse Margo Todd heeft in haar boek ‘Christian humanism and the puritan social order’ de invloed van het humanisme op het puritanisme duidelijk aangetoond. Die is ook aanwijsbaar in de puriteinse geschriften over het kruisdragen. Het tevreden zijn met je lot is een typisch klassieke deugd.
Je ziet hetzelfde bij de reformatoren en nadere reformatoren. De Schrift stond voor al deze mensen bovenaan, maar daarnaast waren ze doorkneed in de werken van de klassieke schrijvers, die ze vaak met grote instemming citeerden. Zwingli hoopte Socrates zelfs in de hemel te ontmoeten.”
Hoe beoordeelt u deze integratie van de klassieken in de theologie?
„Die gaat mij soms wat ver, al kan ik de breedte die eruit spreekt zeer waarderen. Wij zeggen in het voetspoor van de nadere reformatoren en puriteinen te gaan, maar zijn in ons denken veel smaller. Ook de onder ons hooggewaardeerde Hellenbroek citeerde veelvuldig Griekse wijsgeren. Om maar te zwijgen over toonaangevende rabbijnen. Dat zijn wij helemaal kwijt. Het opleidingsniveau is vandaag lager, onze culturele bagage geringer. We zijn daardoor ook een stuk breedte kwijtgeraakt.”
De puriteinen hebben het kruis op vrij rationele wijze ontleed. Wilden ze het geheimenis dat het lijden houdt niet te veel ontrafelen?
„Hun kracht is dat ze de grote biljetten van de reformatoren hebben omgezet en uitgedeeld in kleingeld. Daarin ligt tegelijk hun zwakte. Het kan tot een zeker moralisme leiden. Voor dat gevaar heb ik meer oog gekregen. Hun uiteenzettingen over het kruis, hoe pastoraal en leerzaam ook, kunnen iets gekunstelds krijgen. Dan voel ik me meer thuis bij Cowper’s ‘God moves in a mysterious way’ en Da Costa’s ‘Wegen Gods, hoe duister zijt gij’. Gods weg is in de zee, soms past alleen het zwijgen van de vrienden van Job. Mogelijk zien we straks het raadsel van het lijden onthuld, hier blijven er vragen.”
Wat is voor u de kracht van de puriteinse benadering van het lijden?
„Ze brengen alles terug op God. Hij is de Soevereine, de Almachtige, de Barmhartige, Wie nooit iets uit handen loopt. Aan Hem kunnen we ons met vertrouwen overgeven. Het tweede wat ik wil noemen, is hun aandacht voor het vreemdelingschap. Ze plaatsen zorg en moeite altijd in het perspectief van de eeuwigheid. Uiteindelijk is dit het echte leven niet. Heel indrukwekkend vind ik het sterven van Bonhoeffer. Voordat hij wordt opgehangen, zegt hij: ‘Dit is het einde, voor mij het begin.’ God wil dat we ons niet te veel hechten aan de aardse dingen. Daarvoor gebruikt Hij onder meer het kruis. De puriteinen hadden daarvoor aansprekende beelden. God wil dat de aarde is als een losse tand, die straks zonder veel pijn kan worden uitgetrokken. Het derde wat we van de puriteinen kunnen leren, is besef van onze zondigheid. Alles wat we meer hebben dan de dood, is genade. Dat leefde bij hen heel sterk.”
Een zwaar kruis in het leven van de gelovige zagen ze als teken van Gods bijzondere liefde. Wat betekent dat voor het ontbreken van een bijzonder kruis?
„Een tekst als Hebreeën 12 vers 6 is bedoeld als troost voor degenen die het kruis dragen, en kun je niet zomaar omdraaien. De puriteinen hebben dat ook gezien. Ze geven aan dat we het kruis niet moeten begeren, en dat het legitiem is om te zoeken naar middelen om ons van het kruis te ontdoen. Aan de andere kant moeten wij ervoor oppassen dat we voorspoed niet klakkeloos zegen noemen. Dat gebeurt veel te vaak. Bepalend is hoe we met de omstandigheden omgaan. De Heere geeft zowel voorspoed als kruis om ons tot Hem te trekken.”
N.a.v. ‘Gelovig kruisdragen - de visie van de puriteinen op kruisdragen’, door drs. J.C. den Ouden; uitg. Den Hertog, Houten, 128 blz., prijs 17,50.
Gelovig kruisdragen
Met zijn boek ‘Gelovig kruisdragen’ biedt drs. J.C. de Ouden, hersteld hervormd predikant te Opheusden, inzicht in het denken van de puriteinen over zorg en moeite in het christenleven. De doctoraalscriptie uit 2002 werd onlangs uitgegeven in de serie Hersteld Hervormde Studies. Voor zijn onderzoek selecteerde Den Ouden werken van Jeremiah Burroughs, Thomas Brooks, Thomas Watson, John Flavel en Thomas Boston. Bostons boek ‘The crook in de Lot’ verkreeg in Nederland grote bekendheid onder de titel ‘Het kromme in het levenslot’. Er verschenen vijftien drukken, waarvan vier in het laatste decennium van de 20e eeuw. In de studie zet Den Ouden uiteen wat de puriteinen onder het kruis verstaan, wat volgens hen het doel is van het kruis, hoe God en het lijden zich tot elkaar verhouden en hoe de christen zich onder het kruis behoort te gedragen. Hoofdmotief van alle auteurs is het brengen van hun lezers tot christelijke tevredenheid onder het kruis. Vanuit de overtuiging dat God zorg en druk in het leven van Zijn kinderen wil gebruiken om hen nauwer aan Hem te verbinden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 november 2010
Terdege | 92 Pagina's