Ambassadeur van godswege
Ds. W. Chr. Hovius: „De Gereformeerde Bond was bij ds. Boer nooit doel in zichzelf'''
Een eenvoudige zerk op de oude begraafplaats aan de Binnenweg in Zoetermeer. Twee namen, één tekst: Hoop op God, want ik zal Hem nog loven. Deze regel uit Psalm 42 was kenmerkend voor de man die daar zijn laatste rustplaats vond: ds. Gijsbert Boer.
Het is inmiddels 36 jaar geleden dat het droeve bericht door het land ging: dominee Boer is niet meer. Zijn gedachtenis is er nog steeds, in gesprekken, in artikelen en citaten, in preken. Bij uitgeverij De Banier verscheen een nieuwe bundel van deze geliefde predikant, Het hart naar Boven.
Drs. W.Chr. Hovius, hervormd emeritus-predikant in Apeldoorn, was in Katwijk van 1966 tot 1969 een collega van Boer. Voor ds. Hovius was Katwijk de tweede gemeente, voor ds. Boer de zesde. In leeftijd scheelden ze een generatie, maar dat was geen belemmering voor een vriendschap die boven collegiaal samenwerken uitsteeg.
„Mijn eerste kennismaking met hem was niet in Katwijk, zo vertelt ds. Hovius. „Ik heb hem voor het eerst ontmoet als jongetje van tien jaar. Najaar 1944, in Hilversum. Met mijn vader liep ik op een zondagmiddag naar de Diependaalse kerk. t Was tien over half vijf toen vliegveld Soesterberg werd gebombardeerd. We hoorden dat op de achtergrond, het gaf een angstig gevoel. In de kerk waande ik me veilig. Als de dag van gisteren herinner ik me de preek die ds. Boer hield, uit Spreuken 23 vers 26a: Mijn zoon, geef mij uw hart. Zijn mooie stem viel me op, ik beschouwde hem als een profetische prediker. Inhoudelijk werd deze preek voor mij onvergetelijk. Wij vragen alles aan God, voor tijdelijke en eeuwige noden, maar in deze tekst vraagt God wat aan ons. Ons hart, het middelpunt van het leven.
Bloeitijd
Later hoorde de jonge Hovius ds. Boer in Haarlem, waar zijn vader de predikanten uitnodigde. „Nog weer later opnieuw in Hilversum, toen ik in Utrecht theologie studeerde en in Hilversum op kamers was. Niet vermoedend dat we ooit collegas zouden worden.
Daarna hebben onze wegen elkaar niet meer gekruist, tot in Katwijk. Daar werd ik in 1966 beroepen, midden in een felle strijd tussen confessionelen en bonders. Toch was er niet zo veel verschil in prediking. Er werd toen wel gezegd dat, als je een echte Katwijker zou opensnijden, er een bevindelijke preek uit zou rollen. Met een gezang. Ik werd in een confessionele vacature beroepen, men wilde verdieping. Voor ik zou beslissen, kwamen de predikanten Boer en Wm. Vroegindeweij met Huig van Beelen, de voorzitter van de Gereformeerde Bond in Katwijk, naar Nieuw-Lekkerland om over de situatie de nodige uitleg te geven.
Hoewel ik een paar vervelende brieven kreeg, mocht ik het beroep toch aannemen. Bij onze verwelkoming op het kerkelijk bureau zei ds. Vroegindeweij tegen ds. Boer: Ziezo, nu krijgen wij er een jong maatje bij, dan kunnen wij het wat kalmer aan doen. Ik heb in die jaren veel van ds. Boer geleerd, we kwamen vaak bij elkaar. Zijn Katwijkse periode kun je gerust een bloeitijd voor de Gereformeerde Bond noemen.
Een van zijn bekende uitspraken was: De Bond mag sterven, maar de Kerk zal leven. Een opmerkelijk woord uit de mond van de voorzitter van de Bond.
„De Bond was bij ds. Boer nooit doel in zichzelf, maar een middel om de kerk, de vaderlandse kerk, weer terug te brengen tot het gereformeerde denken en leven. Hij heeft dat niet alleen zo gezegd, maar ook waargemaakt! Tijdens zijn verblijf in Gouda van 1949 tot 1956 waren er leden van de Gereformeerde Gemeente, destijds gediend door dr. C. Steenblok, die over wilden komen naar de Hervormde gemeente. Zou je dat nu wel doen? zei Boer. Er is geen kerk zo slecht als de Hervormde Kerk. Maar als je daar op gereformeerde wijze in wilt staan, ben je hartelijk welkom.
Opvallend was zijn milde humor en een dosis zelfspot, in de goede zin van het woord. Hij vertelde me eens dat hij met een ouderling naar Amsterdam ging, naar het Rijksmuseum. Hij wilde de Nachtwacht van Rembrandt wel eens zien. Toen hij dichterbij kwam, zei hij: Als je er zo dicht bij staat, kun je niet begrijpen dat dit schilderij zo beroemd is - ik zie alleen maar klodders. Die ouderling reageerde: Zo is het met u ook, hoe dichter bij een dominee, hoe meer klodders. Een dominee is het best op afstand. Hij schaamde zich er niet voor om dit te vertellen. Ik hield van ds. Boer als mens en als prediker. Hij was een man, machtig in de Schriften. Die kon hij op een bijzondere manier uitleggen. Een profetische prediker. Het was me tot blijdschap dat ik hem mocht toespreken toen hij in 1968 een kwart eeuw in het ambt diende.
Wee mij, als ik het Evangelie niet verkondig, was een van zijn vaste uitspraken. En de wet dan?
„Het is een letterlijk citaat van Paulus aan Korinthe! Dat sluit de wet in, niet buiten. Ja, die uitspraak was kenmerkend voor hem. Gedreven! Dat lag altijd diep in zijn hart. Hij preekte in alle scherpte, en daarbij ook in alle liefelijkheid. Dat viel bij ds. Boer samen.
In de biografie van dr. ir. J. van der Graaf staat dat er een tijd in zijn leven kwam waarin hij het oudeschrijversmilieu verwisselde voor Kohlbrugge.
„Dat wil niet zeggen dat hij afscheid nam van de oude schrijvers. Absoluut niet! Een scheut van Kohlbrugge zou overigens niet verkeerd zijn voor mensen die leven bij de oude schrijvers. Je kunt inderdaad met Kohlbrugge de verkeerde kant uit gaan, maar Boer deed dat niet. Daarvoor was hij veel te veel geworteld in de gereformeerde belijdenis. Toen ik beroepen werd in Ede, nadat ds. G.M. van Dieren zelfstandig diensten was gaan beleggen, zei hij in een telefoongesprek: Ik hoop dat je dit beroep mag aannemen om de vervallen en verscheurde gemeente in Ede terug te winnen. Dat was steeds zijn drijfveer, om terug te keren tot Schrift en belijdenis.
Kan men spreken over een Ds. Boer-theologie, in de lijn van de predikanten I. Kievit en J. van Sliedregt?
„Dat zou ik zo niet willen zeggen. Ds. Boer heeft ongetwijfeld grote invloed van ds. Kievit ondergaan, ook aan ds. Van Sliedregt was hij met sterke banden verbonden. Kievit heeft hem driemaal bevestigd, ze waren zeer bevriend. Toch heeft hij hem op de preekstoel nooit nagedaan wat de vierschaarbeleving betreft. Wel kon je elementen daarvan in zijn preken aantreffen. De rechtvaardiging van de goddeloze, dat was de kern van de preken van ds. G. Boer. Zoals bij Luther en Kohlbrugge, zonder systeem. Het ging hem vooral om de zaak zelf.
Ds. Boer werd interkerkelijk gewaardeerd. Was hij zelf ook interkerkelijk?
„Zeker, muren trok hij niet hoog op. Hij heeft meegewerkt aan het Contact Orgaan Gereformeerde Gezindte, waarvan hij zelfs een van de grondleggers was. Hij zocht eenheid waar dat mogelijk was, maar niet ten koste van de belijdenis, niet ten koste van de waarheid. Met politieke tijdredes heeft hij zich nooit ingelaten. Hij vond dat de politiek het ambt van een dienaar des Woords kon overschaduwen. Daar was hij bang voor. Het ambt was hem heilig. Voor hij naar Katwijk kwam, moest hij worden geopereerd aan een aneurysma. In het ziekenhuis liggend, had hij in de ogen van de Borg de tranen van Christus gezien over de ongestalte van Zijn kerk op aarde. Aan die ongestalte leed hij, aan de verbrokkeling van de kerken.
Hoe groot is zijn invloed nog?
„Zeker bij de ouderen die hem gekend hebben, die hem hebben horen preken, is hij niet vergeten. Evenmin door zijn collegas. We mogen het nooit van mensen verwachten, maar je zou een man als Boer nog graag in de kerk willen hebben. Zeker nu door de scheuring van 2004 een behoudend deel de kerk verlaten heeft, een deel dat echt op de belijdenis gericht was. Aan de andere kant zijn er ook mensen doorgeschoten. Het is wel een feit dat ds. Boer voor velen te rechts was.
Ik juich het toe dat er opnieuw een prekenbundel van hem verschijnt, voor persoonlijk gebruik en voor de dienaren van het Woord. Het is noodzakelijk dat het ontdekkende element van Woord en Geest wordt verkondigd. Dat wordt hier en daar behoorlijk gemist. Er is een richting in de kerk van het gearriveerde. Mensen die denken: Het moet wel gek gaan als ik er niet kom. Maar een mens moet ervoor ingewonnen worden.
Ik denk dat we veel van de preken van ds. Boer kunnen leren, vanwege de inhoud van zijn prediking: verzoening door voldoening. Dat bracht hij. Daarmee ging hij lijnrecht in tegen een man als prof. dr. P. Smits, die het niet kon accepteren dat een Ander voor zijn schuld betaalde. Smits kwam in dit verband tot de beruchte uitspraak: Geef mijn portie maar aan Fikkie. Dat heeft ds. Boer veel pijn gedaan. In zijn Katwijkse periode diende hij een minderheidsrapport over de verzoening door voldoening in. Hij was de motor, de scribent ervan. Daar heeft hij geen letter van teruggenomen. Verzoening door voldoening, dat Evangelie was hem dierbaar.
Passie voor het Evangelie
Gijsbert Boer werd op 27 maart 1913 aan de Meije in Bodegraven geboren in een hervormd gezin. Zijn beide grootvaders dienden de gemeente gelijktijdig als ouderling. Hij werd gedoopt door ds. S. van Dorp. Al jong wilde hij predikant worden; het zou tot zijn dertigste jaar duren voor het zover was. Aanvankelijk was hij timmerman.
Na zijn theologiestudie in Utrecht werd Boer vicaris in Delfshaven. In de oorlogsjaren maakte hij daar een van de bombardementen mee, waardoor al zijn boeken verloren gingen. Een dag en een nacht lag hij met zijn hospita onder het puin van haar verwoeste woning, biddend en psalmzingend. Zij waren de enigen die gespaard bleven. Een tweede bewaring volgde meteen daarna, toen de auto waarmee hij naar het ziekenhuis reed in brand raakte. Deze gebeurtenis had tweeërlei uitwerking: het karakter van zijn prediking werd erdoor bepaald en zijn niet kerkelijk meelevende hospita deed geloofsbelijdenis.
Ds. Boer had op verscheidene plaatsen hartsvrienden. Een van hen was een vrouw die hem eens bemoedigde met de woorden: Een halve cent heeft ook waarde, als er het beeld van de Koning maar op mag staan. Hij schreef haar dat hij verlangde naar een persoonlijke doorbraak in zijn geestelijk leven, het zicht op Christus als Borg, ook wat zijn prediking betrof.
Van 1951 tot 1969 was Boer hoofdbestuurslid van de Gereformeerde Bond binnen de Hervormde Kerk, de laatste jaren (1966-1969) voorzitter. Verder was hij vele jaren eindredacteur van De Waarheidsvriend, het officiële orgaan van de Bond. In die positie droeg hij intensief bij aan het theologische debat, onder meer door de bekende briefwisseling met prof. H. Berkhof over de positie en problemen van de Gereformeerde Bond in de Hervormde kerk (eerste uitgave 1956).
Ds. Boer diende zeven gemeenten: Eemnes-Buiten, Putten, Gouda, Lunteren, Huizen, Katwijk aan Zee en Zoetermeer. Van Gouda zei hij eens: Om dominee in Gouda te zijn, moet je wel van beton zijn. Ds. Boer overleed op 17 januari 1973, op 59-jarige leeftijd. Zijn vrouw, W.H.D. Dam, overleefde hem. Het echtpaar kreeg een zoon en twee dochters. Ds. Boer liet meerdere geschriften na, waaronder een serie zeer actuele Bijbellezingen over Genesis 1: Ik ben de Alpha. Onlangs verscheen bij uitgeverij De Banier Het hart naar Boven, een serie preken over de sacramenten. Dr. ir. J. van der Graaf scheef een biografie over ds. G. Boer, onder de titel Passie voor het Evangelie.
Het hart naar Boven kost € 15,90. ISBN: 978-90-336-2941-9.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 april 2009
Terdege | 108 Pagina's