De pionier van Woord en Daad
Ivo 't Lam: „In de hulpverlening is geen groter gevaar dan de gewenning
De grondlegger van Woord en Daad was geen wereldverbeteraar, maar een bevlogen fruithandelaar. In een impuls ging hij zich inzetten voor een weeshuis in India. 35 jaar na de oprichting van de stichting blikt hij in verwondering terug. „Het familiegevoel heeft Woord en Daad weten te bewaren.
Zijn gezicht is nog wat geplooider geworden, voor het overige lijkt de tand des tijds weinig vat te hebben op Ivo t Lam (84). Als zijn huis moet worden opgeknapt, klimt hij als een jonge vent op de stelling. Ook zijn geheugen toont nog niet de minste hapering. Met hetzelfde enthousiasme waarmee hij de stichting van de grond tilde, blikt hij terug op de achterliggende 35 jaar. In verwondering en dankbaarheid.
Woord en Daad werd in beginsel geboren tijdens een spreekbeurt van ds. H.J. Hegger, destijds directeur van stichting In de Rechte Straat. Aan het eind van zijn verhaal vertelde hij iets over de nood van een weeshuis in India. Dat raakte bij fruithandelaar Ivo t Lam een gevoelige snaar. Spontaan stelde hij voor een collecte te houden, en daar bleef het niet bij. Door zijn inzet kreeg de voormalige priester de gelegenheid een paginagroot artikel over het weeshuis in het RD te schrijven. Een interkerkelijk predikantengezelschap, door t Lam bijeenvergaderd, fungeerde als comité van aanbeveling voor een hulpactie.
Het resultaat overtrof alle verwachtingen. De achterban van het RD doneerde 80.000 gulden. Voor t Lam was dat reden om met anderen na te denken over het oprichten van een reformatorische organisatie voor structurele hulpverlening. Op 6 juli 1973 kwam die er daadwerkelijk, met de hervormde ds. Lekkerkerker als voorzitter en t Lam als secretaris. Gerrit Puttenstein, penningmeester van In de Rechte Straat, ging ook voor Woord en Daad de penningen beheren. De naam van de nieuwe stichting had de echtgenote van t Lam aangedragen.
Catechisanten
Naast het secretariaat nam de fruithandelaar de voorlichting op zich. In een aftandse Mercedes reed hij avond aan avond door het land om spreekbeurten te verzorgen, predikanten voor het werk te motiveren en comités op te zetten. „Ik ben altijd erg impulsief geweest en hield van pionieren, dus dat werk lag me wel, al begon het erg amateuristisch. Mn eerste spreekbeurt hield ik voor catechisanten van hervormd Barneveld, op verzoek van ds. H. Visser. Van dominee Hegger had ik een paar dias van India, van de Zending Gereformeerde Gemeenten een paar van Papoea Nieuw Guinea.
Met goede moed toog ik met een projector naar Barneveld. In Veen, waar ik ben opgegroeid, was ik gewend dat op zon afsluitingsavond van het seizoen een handjevol catechisanten zat, maar in Barneveld stroomde een grote zaal helemaal vol. Drie predikanten waren erbij. Een van hen opende de avond, daarna was het woord aan mij. Ik voel het nog, tot in mn tenen. Op een gegeven moment krijg ik een totale black-out. Het lukte me nog net om een punt aan mn verhaal te draaien.
Ds. Visser vroeg me nog even mee koffie te gaan drinken. In de auto informeerde hij: Hoe vond u het zelf gaan?
Waardeloos, zei ik.
U moet naar India, om zelf dias te gaan maken, vond Visser.
Dat was schrik op schrik, maar hij had wel gelijk.
Financiële adoptie
Samen met de Rotterdamse architect Chris de Heer, „een man met gouden ideeën voor Woord en Daad, klom t Lam voor het eerst in een vliegtuig. „De Heer fotografeerde door zijn beroep graag mooie gebouwen, ik zat het liefst op een vuilnisbelt. Ik wilde de armoe zien en laten zien, vooral die van kinderen. Daar heb ik altijd wat mee gehad, misschien omdat we thuis een zwaar gehandicapt zusje hadden. Kinderen behoren overal tot de kwetsbaarste groep.
De confrontatie met de ellende greep de Veense fruithandelaar bij de strot. „We bezochten een sloppenwijk in Calcutta. Voor het eerst van mn leven kwam ik in een leprakolonie, waar ik met eigen ogen mensen met afgeknotte handen en voeten zag. Bittere ellende! Ik was er helemaal van ondersteboven. De tweede keer was dat al veel minder. O ja, dit hebben we de vorige keer ook gezien. Op voorlichtingsavonden heb ik vaak gezegd: In de hulpverlening is geen groter gevaar dan de gewenning.
De aardbeving in Guatemala op 4 februari 1976 bracht het werk van de reformatorische hulporganisatie in een stroomversnelling. Ds. Hegger leverde een contactadres in het land, Woord en Daad opende een speciaal gironummer. „Het geld stroomde binnen. In dezelfde periode kwam uit Madras, in India, het verzoek om wat kinderen financieel te adopteren. Daar hebben we ja tegen gezegd. Daarna bleef het werk groeien. Toen Mies Bouman in samenwerking met de Rabobank een actie voor financiële adoptie hield, sprong Woord en Daad daar meteen op in door in de reformatorische achterban deze vorm van hulpverlening onder de aandacht te brengen. Dat leverde heel veel respons op.
Schichtig
Voor t Lam was het geen doen meer om het voorlichtingswerk te combineren met de fruithandel. Zijn vrouw en kinderen stonden volledig achter zijn beslissing om de nering te laten schieten. Zelf zat hij vooral met het punt dat hij de stichting geld zou gaan kosten. „Dat vond ik nogal wat. Ik heb de bestuursleden gevraagd of ik spulletjes uit ontwikkelingslanden mocht gaan verkopen, om daarmee mn salaris terug te verdienen. Dat vonden ze best. Ik bestelde olifantjes, liet baddoeken weven met het logo van Woord en Daad erin en nam de hele handel mee naar de voorlichtingsavonden. De verkoop liep als een trein, ook mn vrouw was er geweldig druk mee. Kreeg je weer een telefoontje van iemand die een olifantje zonder tandjes had gekocht. Die stuurden we dan alsnog toe.
Na een actie van scholengemeenschap Guido de Brès in Rotterdam ging ik met een kar de overgeschoten handdoeken halen. Ik ben nogal schichtig en had de boel niet goed vastgebonden. Op een gegeven moment keek ik in de spiegel en zag achter me de ene baddoek na de andere door de lucht zwieren. Ik heb de auto aan de kant gezet en ben gaan draven om zo veel mogelijk baddoeken terug te krijgen. Samen met andere automobilisten. Al die moeite werd ruimschoots vergoed door het resultaat. „Na een jaar verkocht ik al zoveel, dat niet alleen mijn salaris ermee betaald kon worden maar ook een deel van het loon van een collega.
Comités
Op advies van dominee Hegger besloot de voormalige fruitkoopman een netwerk van comités op te zetten. „Daarmee had Hegger bij IRS goede ervaringen. Ik zou dat wel even fiksen. Nou, níks is moeilijker dan dat. Je komt óf bij mensen die al druk zijn, óf bij mensen die niets te doen hebben en dat graag zo houden. In de achterliggende 35 jaar hebben de comités goud verdiend, dus dominee Hegger had gelijk, maar in het begin was het véchten om ze van de grond te krijgen.
Daar kwam bij dat het aanvankelijke enthousiasme van kerkelijke zijde voor Woord en Daad afnam naarmate de stichting meer geld binnenkreeg. Dat speelde niet alleen bij het deputaatschap Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten, ook de verhouding met de Gereformeerde Zendingsbond werd stroef. Verschillende kopstukken trokken zich terug uit het comité van aanbeveling.
„Jarenlang heb ik tevergeefs geprobeerd om een comité op te zetten in Putten, een bolwerk van de Gereformeerde Bond. Het dorp was totaal afgerasterd. We maakten ook mee dat een kerkelijke hulporganisatie bij ons om een contactadres in Guatemala vroeg, dat ik in mn argeloosheid gaf. Vervolgens ging men op eigen houtje langs datzelfde kanaal hulp verlenen. Hoe meer wij groeiden, hoe benauwder ze werden. Later is het tij weer gekeerd, omdat duidelijk werd dat Woord en Daad een gegeven was dat men had te accepteren. In een aantal plaatsen is de situatie zelfs totaal omgeslagen. Zo heeft Putten nu een bloeiend comité.
Eenheid
De eerste directeur van Woord en Daad, de afgepaste Puttenstein, was karakterologisch de tegenpool van de extroverte t Lam. „Dat botste wel eens, maar het was goed dat hij op die post zat. Ik was in mijn enthousiasme soms wat te goedgelovig, daar had Puttenstein geen last van. Het geld voor het weeshuis in India zou naar een dominee gaan, volgens Hegger een integere man, maar dat was Puttenstein te mager. Er moest ook in India een officiële stichting komen. Dat liep heel moeizaam, maar Puttenstein was onvermurwbaar.
Bij zijn 65e verjaardag liet t Lam collegas en bestuur weten dat hij twee zaken betreurde. „Dat ik niet eerder was begonnen, en dat ik nu moest stoppen. Het laatste viel wat mee. „Op de achterplecht mocht ik nog meevaren. Tot mn 78e, naast mn opvolger Henk de Pater. Ik had geen betere kunnen wensen. Inmiddels is ook Henk gepensioneerd en werkt híj als vrijwilliger. Dat typeert het werkklimaat bij Woord en Daad.
Het mooie vind ik dat bij alle groei en professionalisering de aandacht voor het menselijke aspect is blijven bestaan. Is er in een comité een sterfgeval of ernstige ziekte, dan wordt daar aandacht aan geschonken. Het familiegevoel heeft Woord en Daad weten te bewaren. Dat is voor mij de voornaamste opdracht naar de toekomst toe, het behouden van de eenheid in bestuur en achterban. Dat vind ik nog belangrijker dan verdere groei.
Verrijkt
Bij de jaarsluiting van Woord en Daad is de pionier van de organisatie nog altijd van de partij. Ook op de comitédagen is hij een vaste en geziene gast. „Op 6 september is mn vrouw jarig, bestaat mn geboorteplaats Veen negenhonderd jaar en is het comitédag van Woord en Daad. We gaan naar de comitédag, dat spreekt voor ons voor zich.
De spectaculaire groei van de stichting in de achterliggende tien jaar volgde de oud-voorlichter met grote betrokkenheid. „In Jan Lock heeft Woord en Daad een directeur met gouden vingers gekregen, die een heel goed team om zich heen heeft verzameld. Mensen die op allerlei terreinen thuis zijn. Toch denkt t Lam als het om hoogtepunten in de jaren bij Woord en Daad gaat niet in de eerste plaats aan geslaagde acties en groeicijfers. „Steeds meer ben ik ervan overtuigd geraakt dat de geestelijke kant van het werk het belangrijkst is. Daar is ook steeds meer aandacht voor gekomen. Dat is pure winst. Ik gaf voorlichting op de basisschool van de Gereformeerde Gemeente in Geldermalsen. Daar vroeg een meisje: Meneer, worden in die landen mensen bekeerd? Dat was voor mij een hoogtepunt, dat zon meisje je eraan herinnert waar het werk uiteindelijk op gericht moet zijn.
De jaren bij Woord en Daad hebben ook voor mij persoonlijk veel betekend. Ik ben een geboren gereformeerde bonder en meende dat er kerkelijk niets beters was dan de Bond. Door Woord en Daad ontdekte ik dat er voortreffelijke christenen zijn, in binnen- en buitenland, die van geen Gereformeerde Bond weten. De gereformeerde belijdenis heeft voor mij nooit ter discussie gestaan, maar ik ben gaan zien dat veel mensen die geen benul hebben van de gereformeerde confessie wel de grondslagen ervan kennen. En praktiseren! Dat heeft mn leven zeer verrijkt.
Woord en Daad in cijfers
Woord en Daad is een ontwikkelingsorganisatie die vanuit christelijk perspectief armoede bestrijdt in Afrika, Azië en Midden- en Zuid-Amerika. De hulp wordt verleend via lokale christelijke partnerorganisaties. Woord en Daad werkt over grenzen aan vier themas: onderwijs, arbeid en inkomen (vaktraining, begeleiding, opzetten bedrijfjes), basisvoorziening (gezondheid, landbouw, water) en noodhulp. Binnen Nederland wil Woord en Daad mensen stimuleren verantwoordelijkheid te dragen voor de naasten. Meer informatie over het ontstaan van Woord en Daad is te vinden op www.woordendaad35jaar.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 juli 2008
Terdege | 92 Pagina's