Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Altijd kind gebleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Altijd kind gebleven

Dick Bruna: „Ik hou de boel graag eenvoudig, misschien omdat ik niet zo enorm ontwikkeld ben''

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij nam afstand van een glansrijke carrière om zich aan zijn grote passie te wijden. Tegen alle verwachting in werd het tekenen ook financieel een succes. Autodidact Dick Bruna mag zich tot de rijkste Nederlanders rekenen. Zijn levensstijl bleef dezelfde. „Ik vind het elke morgen weer een feest om hier aan de slag te gaan.''

Van de oorspronkelijke bebouwing is weinig over in de nauwe Jeruzalemstraat, achter de Utrechtse Dom. Een moderne gevel biedt toegang tot het atelier van Dick Bruna. Achter de deur blijkt een binnenplaats te liggen, het pad leidt naar een lift. Boven staat de tekenaar al gereed, minzaam als altijd. Door een steriele gang gaat het naar zijn atelier, waar de verrassing wacht. Niet al het oude is gesloopt. De werkplaats van s lands befaamdste tekenaar is gevestigd op de zolder van een 17e-eeuws pakhuis. Hoewel hij dit jaar tachtig hoopt te worden, is de bekende Utrechter nog dagelijks in het atelier te vinden. s Morgens werkt hij er aan nieuwe boekjes, s middags verzorgt hij achter een ouderwetse schrijfmachine de correspondentie. „Ik krijg heel veel brieven van kinderen. Als het enigszins kan, krijgen ze allemaal antwoord.
Een periode zonder tekenen kan Bruna zich niet herinneren. In de laatste oorlogsjaren deed hij bijna niet anders. „We zaten toen ondergedoken in een huisje aan de Loosdrechtse plassen, dat mijn vader had gehuurd om tewerkstelling in Duitsland te voorkomen. Waren de Duitsers in aantocht, dan voeren we met een bootje naar de overkant. Daar bleven we in het riet liggen tot het gevaar geweken was. Mijn moeder hing dan een handdoek buiten. Moeder was een schat van een mens, zeer sociaal. Die hield de stemming erin. Mijn vader las veel, ik zat hele dagen te tekenen. Dat vond ik heerlijk. Van kunst wist ik niets af. We hadden alleen een boek over Rembrandt en een boek over Van Gogh in huis. Die heb ik wel zes keer gelezen.

Grote kunstenaars
Na de oorlog werd Dick Bruna door zijn vader naar Londen gestuurd, om het uitgeversvak te leren. „Ik heb mijn uitgeversdiploma gehaald, maar merkte al snel dat mijn hart daar niet lag. Van de administratieve kant begreep ik werkelijk niets. Dat is altijd zo gebleven. Ik ben heel blij dat dat tegenwoordig allemaal buitenshuis kan.
Na Londen ging de jonge Bruna voor aanvullende vorming naar Parijs. „In mijn vrije tijd trok ik van museum naar museum. Zeker in die jaren was Parijs hét centrum van kunst en cultuur. Ik zag er voor het eerst werk van mensen als Picasso, Matisse en Leger, de grote kunstenaars uit die tijd. Daar was ik zeer van onder de indruk. Vooral van Matisse heb ik veel geleerd. Voor mij werd steeds zekerder dat de uitgeverij het niet was. Dat zou gewoon fout gaan. Na terugkomst heb ik dat tegen mijn vader gezegd.

Kon hij het accepteren?
„In het begin gaf het nogal wat spanningen. Kunstenaars kwamen niet voor in de familie. Het waren bijna allemaal zakenmensen. Voor mijn vader was het vanzelfsprekend dat ik, als oudste zoon, hem op zou volgen als directeur van de uitgeverij A.W. Bruna & Zoon. Mijn beslissing kwam hard bij hem aan, maar ik heb gezegd: Als ik je opvolg, wordt dat het eind van de uitgeverij. Dat hele financiële gedoe ligt me niet, dat krijg je er ook niet in. De boekhouder heeft het nog geprobeerd, maar het bleef voor mij een vreemde wereld.
Uiteindelijk heeft mn vader zich erbij neergelegd, en stelde hij voor dat ik een omslag zou maken voor een novelle die hij wilde uitgeven: Anne Marie. Zo is het begonnen. Ik heb contact opgenomen met de auteur. Heel belangrijk was voor mij dat die er gelukkig mee zou zijn. Met het resultaat was hij heel blij. In diezelfde tijd ontstond de reeks Zwarte Beertjes. In het begin werden in die serie alleen detectives van schrijvers als Havank en Simenon uitgegeven, later kwamen er ook andere bij, tot Shakespeare toe. s Avonds en s nachts las ik de boeken, de dag erna probeerde ik de omslagen te maken.
Tussen 1952 en 1972 heb ik er een kleine tweeduizend geproduceerd, met alle mogelijke technieken. Ik heb altijd het gevoel gehad dat die periode mijn opleiding is geweest, en heb het met ontzettend veel plezier gedaan. Georges Simenon schreef altijd hoe hij de omslag voor zijn nieuwste boek vond. Na een tijdje kreeg ik het verzoek om ook eens een affiche te maken. Dat vond ik geweldig. In dezelfde tijd leerde ik Rietveld kennen. Daar zag ik erg tegenop. Op een dag zei hij, terwijl ik ergens mee bezig was: Dat is een mooi vormpje, jongen. Dan loop je met je hoofd even in de wolken.

Was het niet moeilijk om als grafisch ontwerper te werken in het bedrijf waarvan u directeur had kunnen zijn?
„Totaal niet. Ik ben nooit gevoelig geweest voor status. Vaak wordt tegen me gezegd dat ik veel heb bereikt, zelf sta ik daar zelden bij stil. Ik vind het gewoon heerlijk om mn werk te doen, en tegelijk vind ik het nog altijd even moeilijk als vijftig jaar geleden. Je krijgt er geen handigheid in. De juf op school kan Nijntje makkelijker tekenen dan ik, want ik wil het elke keer weer een beetje beter doen dan gisteren. Alles wat ik maak, moet honderd procent zijn van wat ik op dat moment kan.

Niet statusgevoelig zijn en toch de best verkochte kinderschrijver van Nederland worden. Wat betekent dat?
„Dat is vooral ontzettend leuk. Als ik naar het atelier ga, roepen kinderen: Hoi, Dick Bruna, ga je weer boeken maken. Dan zeg ik: Ja hoor, ga maar fijn naar school, ik ga weer boeken voor jullie maken. Voor mij is dát de beloning. Ik vind het elke morgen weer een feest om hier aan de slag te gaan. Mijn vrouw zegt wel eens: Je bent niet met mij, maar met je werk getrouwd. Daar zit wel iets in, dat tekenen is een deel van mezelf geworden. Zit ik eens een middag thuis, dan zegt ze soms: Zou je nog niet even gaan, anders word je zo vervelend. Toch houdt ze het nog steeds met me uit. We zijn al 54 jaar getrouwd.

Dankzij u kinderboekjes behoort u nu tot de rijkste Nederlanders.
„Dat zeggen ze, ja. Op een gegeven moment stond ik in Quote, dat vond ik echt heel vervelend. Zelf heb ik me daar nooit mee bezig gehouden. Ik weet niet eens wat ik verdien. We wonen al bijna veertig jaar in hetzelfde, vrij kleine huis, en daar ben ik nog altijd heel gelukkig mee. Nooit heb ik het gevoel gehad dat ik een grotere woning of een superauto moet kopen. Dat zijn dingen die mij héél weinig zeggen. Naast mn schoenen gaan lopen, dat zit er bij mij niet in. Als ik hoor dat er bijna 85 miljoen boekjes van me zijn verkocht, in ruim veertig talen, kan ik me daar niets bij voorstellen.

Van meet af aan koos u voor soberheid en eenvoud in uw tekeningen. Waarom?
„Je moet de meneer of de mevrouw die een boek leest zo veel mogelijk ruimte laten voor fantasie. Daarom heb ik op de omslagen de hoofdfiguur nooit gedetailleerd uitgebeeld. Iedereen heeft daar een ander idee bij. Daarom vallen verfilmingen van boeken bijna altijd tegen. Dan denk je: Nee, de hoofdpersoon ziet er in mijn hoofd anders uit.
In de kinderboeken heb ik die lijn nog sterker doorgezet. Als ik een krokodil wil tekenen, ga ik eerst naar de dierentuin, om het dier zo precies mogelijk te schetsen. Vervolgens haal ik in het atelier alles wat niet nodig is weg, zodat de essentie van de krokodil overblijft. Bij kinderen kwam dat eerder over dan bij de volwassenen. Toen ik begon met die kinderboekjes, meer dan vijftig jaar geleden, stond ik soms op de kunstmarkt in Utrecht. De ouders vonden mn boekjes veel te simpel, de kinderen riepen: Oh, dat is een mooie kleur. Ze hebben zelf mijn werk ontdekt.

Uw boekjes zijn nergens populairder dan in Japan. Hoe verklaart u dat?
„De eerste keer dat ik in Japan was, viel me op dat mijn werk grote overeenkomst heeft met wat ik daar zag. Heel opvallend is ook dat de kaarten die Japanse mensen me toesturen, bijvoorbeeld voor mijn verjaardag, altijd door henzelf zijn gemaakt. Heel zorgvuldig, heel persoonlijk. Die manier van werken herken ik.

Zijn uw tekeningen de weerspiegeling van uw levensfilosofie?
„Dat denk ik, ja. Ik hou de boel graag eenvoudig. Misschien omdat ik niet zo enorm ontwikkeld ben. Als ik op de televisie de politiek probeer te volgen, gaat het me al snel boven de pet. Daarom vind ik het zo heerlijk om contact te hebben met kinderen. Die zeggen precies wat ze denken. Soms laat ik ze hier in het atelier tekeningen voor een nieuw boekje zien. Ze zeggen rustig: Die is mooi, maar dat vind ik een slome tekening. Kinderen sturen me soms complete verhalen, die ze helemaal op mijn manier hebben geïllustreerd. Met het verzoek of ik het bandje eromheen kan maken.

Hebt u iets van een kind gehouden?
„Dat geloof ik absoluut. Met een boel volwassen mensen om me heen voel ik me niet gemakkelijk, maar bij kinderen kan ik mezelf zijn. Pas heb ik weer een keer voorgelezen in een klas. Op een gegeven moment legde het jochie naast me een been op mijn knie. Of ik even zijn schoen wilde vastmaken. Dat vind ik zó mooi.

Wordt u bij het schrijven van de tekst voor boekjes geadviseerd door derden?
„Nee, ik heb altijd helemaal alleen gewerkt. Omdat ik ook de tekst zo zuiver mogelijk wil hebben, kost het me veel tijd. Als een boekje helemaal klaar is, vraag ik mijn vrouw of ze hiernaartoe komt. Ze zit dan waar u nu zit, en ik zorg voor de koffie met het gevoel of ik examen moet doen. Aan haar gezicht zie ik al of het ja of nee is.

Het is ook wel eens nee.
„Jawel, en dat heb ik echt nodig. Iemand die eerlijk kritiek durft te geven. Als ze niet tevreden is over de tekst of de tekeningen, gaat het boekje weer terug in de la. Soms komt het er een paar maanden later weer uit en ga ik dingen veranderen, soms blijft het in de la. Dan wil het gewoon niet. Vroeger had ik het idee: Als ik ouder word, ben ik ook wat zekerder van mezelf, maar het is precies andersom. Ik voel me steeds onzekerder. Pas als mn vrouw vindt dat een boekje door kan, gaat het naar de uitgever. Het zou heel moeilijk voor me zijn, als ik haar niet meer had.

Hoe ontstaat de tekst?
„Ik heb altijd geprobeerd om heel gewone verhaaltjes te maken, dicht bij huis. Toen Nijntje bekend werd, kreeg ik langzamerhand het idee haar wereld iets groter te maken, en heb ik haar een donker vriendinnetje gegeven. Een van de laatste boekjes gaat over de dood. Naarmate je ouder wordt, krijg je daar meer mee te maken, maar ook kinderen worden ermee geconfronteerd.
Daarom heb ik een boekje gemaakt waarin de oma van Nijntje dood gaat. Ze ziet voor het eerst opa huilen, de hele familie heeft verdriet.
Toch laat ik ook dat boekje positief aflopen. Twee dagen na de begrafenis gaat Nijntje met een kistje met rode plantjes naar het grafje toe, om er een tuintje van te maken. De uitgever vroeg zich af of dat boekje wel kon, maar ik heb nog nooit zo veel positieve reacties gehad.

U denkt ook wel eens aan uw eigen dood?
„Natuurlijk, ik ben bijna tachtig, maar het is niet zo dat die gedachte mijn leven beheerst. Ik heb het nog erg naar mijn zin, en hoop dat ik nog even mag.

En daarna?
„Dat weet ik niet. Mijn moeder was doopsgezind, de Bruna's waren remonstrants. Zelf ben ik ook toegetreden tot de remonstrantse kerk, we zijn er zelfs nog getrouwd, maar daarna hebben we er weinig meer aan gedaan.

Vorig jaar werd het Dick Brunahuis geopend. Wat betekende dat voor u?
„Dat is natuurlijk een soort jongensdroom, dat er tijdens je leven al een museum voor je werk wordt ingericht. Ik ben er ontzettend blij mee. Het leuke is dat het vooral op kinderen is gericht, die er ook zelf kunnen tekenen. Het is een museum zonder drempel.

Komt u er vaak?
„Nee, dan voel ik me een beetje opgelaten.

Uw bekendste figuur is Nijntje. Is zij inderdaad uw beste creatie?
„Dat vind ik niet. Ik kan ook niet vertellen waarom Nijn zo voorop is gaan lopen. Om een reden die mij niet helemaal duidelijk is, staat ze heel dicht bij de kinderen. Met de verschijning van de eerste boekjes van Nijntje kwam er ook in andere landen belangstelling voor mijn werk. Inmiddels zie ik haar zon beetje als mijn kleindochter. Ze is een deel van mn leven geworden. Als ik iets zie, denk ik vaak: Dat zou ook leuk voor Nijn zijn.

Ze belandde ook op alle mogelijke producten.
„Dat vond ik in het begin helemaal niet leuk. Ze kwam zelfs op race-autos te staan, in Engeland. Ik heb het geluk gehad dat Pieter Brattinga, een vriendje van school die ook in de grafische vormgeving terecht is gekomen, veel zakelijker was dan ik. Op zijn advies hebben we samen Mercis opgericht, en heeft Brattinga geregeld dat nergens op de wereld een figuur van mij mag worden gebruikt voordat ik toestemming heb gegeven. Dat is zo tot op de huidige dag. Een speelgoedfabriek wilde Nijntje op waterpistooltjes zetten. Ik heb altijd een gloeiende hekel aan pistolen gehad, dus dat gebeurt niet. Zelfs niet op een waterpistool. Ik hoef alleen die beslissing te nemen. Mercis zorgt voor de boeken en de hele merchandising, zoals ze dat noemen. Al dat gedoe eromheen. Er werkt een ontzettend goed stel mensen, waar ik compleet op vertrouw en waar ik het heerlijk mee heb.

In welke figuur zit het meest van uzelf?
„Boris Beer. Die is een beetje ondeugend, en doet de dingen soms wat onhandig.

Uw tachtigste verjaardag komt eraan. Hoe wilt u die gaan vieren?
„Ik maak er niks speciaals van. Gewoon iets met de familie. Het lijkt me leuk om met het hele spul uit eten te gaan. Wat de uitgever doet, daar heb ik natuurlijk geen vat op, maar ik hoop dat ze het niet te gek maken.''


De geestelijke vader van Nijntje

Als oudste zoon van een succesvolle uitgever leek Hendrik Magdalenus Bruna (1927) in de wieg gelegd voor een loopbaan als zakenman. Het liep anders. Hij wilde tekenen, en koos daarmee voor een sober bestaan. Waarmee hij bekender werd dan zijn vader. Met ogenschijnlijk simpele kinderboekjes verwierf Dick Bruna een ongekende populariteit. Vooral zijn konijntje Nijntje Pluis, in de vertalingen bekend als Miffy, werd razend populair.

Van de bijna 120 boekjes die Bruna vervaardigde, zijn wereldwijd zon 85 miljoen exemplaren verkocht. Vele malen werd hij voor zijn werk onderscheiden, de door hem geschapen figuren kregen een plaats op tal van producten. Mede daardoor mag hij zich multimiljonair noemen, maar zijn levensstijl bleef dezelfde.

Vorig jaar werd in Utrecht het Dick Bruna Huis geopend, als dependance van het Centraal Museum. Dick Bruna is gehuwd, heeft drie kinderen en zes kleinkinderen. Zijn oudste zoon, advocaat in Brussel, tekent zeer verdienstelijk. Zijn tweede zoon is beeldhouwer. Zijn dochter bekwaamde zich in het bedrukken van textiel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 maart 2007

Terdege | 100 Pagina's

Altijd kind gebleven

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 maart 2007

Terdege | 100 Pagina's