Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bermuda-driehoek van het IJsselmeer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bermuda-driehoek van het IJsselmeer

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het IJsselmeer kent zijn eigen Bermuda-driehoek: de Rotterdamse Hoek. Op dit stuk water langs de dijk van Urk naar Lemmer spookt het regelmatig. Ervaren binnenschippers komen er in moeilijkheden. Begin vorige maand stortte er zelfs een helikopter neer. „Ze denken aan een meer, maar het is de Zuiderzee.

Rap stuurt Willem Hoekstra de Koningin Beatrix linksaf de haven van Urk uit. Rechts om het vuurbaken heen en dan kan het gas voluit. Met dik 40 kilometer per uur trekt de oranjewitte reddingboot een waaier van schuim door het water van het IJsselmeer, alles en iedereen achter zich latend. Via de marifoon is er contact met de Kustwacht. Opnieuw problemen in de Rotterdamse Hoek. Geen nieuws voor de bemanning van het station Urk van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Iedere maand is het wel een keer raak in de wateren van de Rotterdamse Hoek.
„Bij zuidwestenwind krijgen de schepen die van Lelystad naar Lemmer varen te maken met een ketsende zee, vertelt schipper Klaas de Boer op het achterdek van de voortsnellende reddingboot. „Dat is gevaarlijk. Er hoeft op zon binnenvaartschip maar een luik open te staan en er komt water naar binnen. Dan is het vaak niet meer te houden. De machinekamer loopt vol en de handel stopt ermee.
Urk ligt al ver achter ons. Rechts de windmolens op de Noordermeerdijk keurig op een rijtje. De twee keer 380 paardenkrachten van de Koningin Beatrix dreunen. Nog een paar minuten naar het onfortuinlijke schip.

Puin uit Rotterdam
Gemiddeld rukt de bemanning van Urk zon vijftig keer per jaar uit om hulp te bieden. Daarvan gaat het een keer of tien naar de Rotterdamse Hoek. Het beruchte vaargebied is genoemd naar de grootste havenstad omdat het puin waarmee de dijk is aangelegd afkomstig is uit het platgebombardeerde Rotterdam van mei 1940. Het watergebied bevindt zich precies op de punt van de dijk tussen Urk en Lemmer. Er staan wat bomen en windmolens. „Het water komt hier in een soort trechter, zegt schipper De Boer. „En wat erin gaat, moet er ook weer een keer uit.
De gangboorden van het binnenvaartschip, geladen met zand, staan al onder water. Hoekstra manoeuvreert de Beatrix langszij. De tube (een soort binnenband die om het hele schip zit) zorgt ervoor dat beide schepen aan de confrontatie niets overhouden. Behendig springt De Boer over. Redding voor de schipper is nabij. De tweede boot van het reddingstation Urk, de snelle Nagel, is stand-by.

Zwangere vrouw
Bij deze oefening van het Urker reddingstation –speciaal in scène gezet voor Terdege– spant het er niet om. In het echt natuurlijk wel. In het tijdelijke bemanningsverblijf achter de sluis op Urk hangt een ingelijst getuigschrift voor de Urker redders. Op 30 november 1999 haalden ze bij een stormachtige zuidwestenwind vier opvarenden en een kat van de Belgische gasolietanker Zinnia. Toen de hulpverleners arriveerden, was het schip al zinkende in de Rotterdamse Hoek. Even daarvoor had de schippersvrouw van de Zinnia via de radio een noodkreet laten horen: „Waar blijven jullie? We staan tot ons middel in het water. Op advies van de redders verzamelde de onfortuinlijke bemanning zich op het dak van de stuurhut.
Opstapper Willem Hoekstra sprong in die stormnacht vanaf de reddingboot over op de stuurhut van het Belgische schip. Als eerste gaf hij een baby over, daarna volgden de anderen. Een van de opvarenden was een zwangere vrouw. Op één motor moest de reddingboot terug naar Urk. De andere motor was buiten werking, doordat een van de meertrossen van de tanker in de waterjet van de reddingboot was gedraaid. Ruim negen maanden later is Hoekstra een Nijntje-boekje gaan brengen. De nazorg bij de redders van de KNRM gaat ver. „Ach, lacht Hoekstra, „ieder mens heeft recht op een afwijking. Bij ons is dat het reddingswerk.
De mannen –vrouwen hebben zich in tegenstelling tot andere KNRM-reddingstations nog niet aangediend– zijn allemaal vrijwilligers. Ze werken bij de gemeente, op een scheepswerf of hebben een eigen fietsenzaak. Als de pieper gaat, zijn ze als een speer bij het boothuis achter de sluis op Urk. Bij een uitruk gaan op de reddingboot zes mensen mee.
„Betrokkenheid op mensen, verklaart Fred Brouwer, secretaris van de plaatselijke commissie, de afwijking om bij nacht- en stormgedruis de zee op te gaan om anderen te redden. „Wij hopen dat, als een van onze kinderen iets overkomt, er ook figuren zullen zijn die hen helpen. Niet alleen op het water, ook op het land.

Vuurpijl
Onervarenheid stempelt een deel van de calamiteiten in de Rotterdamse Hoek. Eigenaars van glimmende jachten en snelle motorboten die met een wegenkaart het IJsselmeer op gaan. „Ze denken aan een meer, maar het is de Zuiderzee, zegt De Boer.
Ook ervaren schippers kunnen op het IJsselmeer flink in de problemen komen. Op Urk denkt men nog altijd met ontzag terug aan die stormachtige dag in het najaar van 1986. De wind kwam met kracht 10 tot 11 uit het zuidwesten. Ineens werd aan de donkere hemel boven het IJsselmeer een rode vuurpijl waargenomen: schip in nood! De noodkreet kwam van de Rambler, een gloednieuw binnenvaartschip van 1250 ton. Aan boord waren vijf mensen, onder wie twee kinderen.
De bemanning was in no time aan boord van de reddingboot, toen nog de Hessel Snoek. Normaal is het een krap halfuur naar de Rotterdamse Hoek, maar onder de stormachtige omstandigheden van toen vroeg dat meer tijd. Brouwer ervoer de krachten van de zee. „De natuur zet alles op alles om dat schip eronder te krijgen. Het is niet meer te redden. Uiteindelijk konden de opvarenden van boord worden gehaald.
De Rambler ging totaal verloren. „Triest, aldus Brouwer. „Zon schipper is alles kwijt. Zijn hele levenswerk ligt op de bodem van de zee. Liever zetten we een paar pompen over op een zinkend schip en houden het drijvend. Dat geeft een kick. Het is vreselijk sneu om mensen zonder hun schip aan wal te moeten brengen.

Windkracht
Hoe komt het toch dat zelfs ervaren beroepsschippers op het IJsselmeer in moeilijkheden komen? De KNRM zoekt een verklaring in de windkracht: boven kracht 9 blijven de meeste binnenschippers binnen, maar onder windkracht 6 redden ze zich normaal gesproken prima. Daartussenin is het regelmatig raak. Dan waagt menig schipper de overtocht. Pogingen die niet zelden door het onstuimige IJsselmeer worden afgebroken. Dat weet ook de bemanning van de Koningin Beatrix. „Als het harder gaat waaien, loopt de adrenaline op, weet Brouwer. „We zijn dan onrustig. Er kan ieder moment een melding komen.
Bij een zuidwestenwind is het in de Rotterdamse Hoek vrijwel altijd mis. „Bij het knikje in de dijk zijn de waterstromen onvoorspelbaar. Komt iemand daar in de problemen, dan is er geen houden meer aan. De Bermuda-driehoek van het IJsselmeer, is de bijnaam van de Rotterdamse Hoek. „Met dit verschil dat de schepen hier worden teruggevonden.

Een dag na de tocht met Terdege vond in de Rotterdamse Hoek wel een heel opmerkelijk ongeval plaats. Het was prachtig weer en er stond nagenoeg geen wind.
Een helikopter van vliegveld Lelystad stortte na waarschijnlijk motorstoring in zee. Aan boord waren de piloot en een cameraman die opnames maakte van een nieuw schip. Beide mannen werden gered. De Urker reddingboot zette ze in Lemmer aan wal.
Schippers die eenmaal de krachten van de zee in de hoek tussen Urk en Lemmer hebben geproefd, overkomt het niet meer, is de ervaring van de KNRM. Schipper De Boer: „Eigenlijk wist ik het wel, zeggen ze later. Dan zijn ze blij dat ze er nog goed van afgekomen zijn.


Zomerstormen
Schepen van de reddingmaatschappij KNRM zijn vorig jaar ruim 1600 keer in actie gekomen, 100 keer meer dan in 2003. Daarbij werden 3483 mensen gered, bijna 700 meer dan een jaar eerder. Dat blijkt uit het jaarverslag van de KNRM.
De stijging van het aantal diensten komt volgens de reddingmaatschappij door het grote aantal zomerstormen in 2004. Het kwam negen keer voor dat er meer dan twintig hulpverleningen per dag waren. Uitschieter daarbij was 17 juli 2004, toen de reddingboten 47 keer in actie kwamen. Op sommige plaatsen nam de wind op die dag snel toe tot kracht 10.
De KNRM telt 39 reddingstations langs de Nederlandse wateren. Op de Noordzee waren vorig jaar de meeste incidenten: 526. Daarna volgden de Waddenzee (392) en het IJsselmeer (357). Het reddingstation Scheveningen had het met 110 acties het drukst van allemaal.
Over 2004 behaalde de KNRM een negatief resultaat van bijna 1,6 miljoen euro, ruim 1 miljoen meer dan begroot. Belangrijkste oorzaak zijn de tegenvallende opbrengsten uit nalatenschappen. Het donateursbestand van de KNRM telt ruim 74.000 zogenaamde Redders aan de wal. Van hen maakt 75 procent geld over.


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 oktober 2005

Terdege | 124 Pagina's

De Bermuda-driehoek van het IJsselmeer

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 oktober 2005

Terdege | 124 Pagina's