Van veteraan tot vriend
Wilfred Oldham: „Ik was ervan overtuigd dat de mensen rond Arnhem het ons nooit zouden vergeven"
Met geen woord sprak Wilfred Oldham over zijn aandeel in de slag om Arnhem. Omdat het een verloren strijd was, en hij meende dat de bevolking van Oosterbeek en Heelsum hem haatte. Tot hij in 89 terugkeerde naar het slagveld van weleer en via Lest we forget vrienden voor het leven vond.
De rode veteranenstropdas steekt fel af tegen het blauw van zijn trui. Symbool van zijn aandeel in Market Garden. Na jaren waarin hij zijn herinneringen aan de slag om Arnhem verdrong, haalt Wifred Oldham de schade in. In een onafgebroken stroom vloeien de oorlogsherinneringen over zijn tong. „Hij begon toen ik hem gisteren van Schiphol haalde en is continue doorgegaan, lacht Maria Hagelen. „Alleen vannacht was hij een paar uur stil. Mn moeder zei bij zijn eerste bezoek: Zou je die elpee even uit willen zetten. Hij weet niet van ophouden.
De 84-jarige Engelsman, woonachtig in de plaats Radcliffe bij Manchester, trad in 1940 in dienst bij de Engelse infanterie. Toen manschappen werden gezocht voor de luchtlandingstroepen, meldde hij zich daarvoor aan. „Daar betaalden ze beter.
De Airborne Forces waren onderverdeeld in parachutisten en zweefvliegers: de glider troops. Oldham belandde bij de gliders. In mei 43 vertrok hij met zijn onderdeel naar noord-Afrika. „De campagne daar was afgelopen, Rommel was bij el-Alamein verslagen. Wij werden naar Afrika gebracht met het oog op de invasie in Cicilië. Daarvoor trainden we met Amerikaanse collegas. In hun zweefvliegtuigen konden veertien man, in die van ons zevenentwintig.
Complete ramp
Het was bij Cicilië voor het eerst dat de Glider Troops grootschalig werden ingezet. „Dat is één complete ramp geworden. We vertrokken in het donker. Tweederde van de zweefvliegtuigen kwam in zee terecht. s Morgens ben ik met een paar andere drenkelingen door een schip opgepikt en naar Malta gebracht. Daarvandaan zijn we weer naar noord-Afrika getransporteerd. Wij behoorden tot de gelukkigen. Heel veel anderen zijn verdronken, onder wie een jongen die niet ver bij ons vandaan woonde. Mijn moeder vond dat ik zijn ouders moest gaan vertellen onder welke omstandigheden hij de dood had gevonden, maar daarvoor had ik niet de moed.
Kerst 1943 was Oldham terug bij zijn familie in Engeland. Ondanks de negatieve ervaringen werd het luchtlandingsleger verder getraind, voor een nieuwe inzet. Waar in de praktijk niet van kwam. „De ene na de andere operatie werd afgeblazen, omdat de doelen die we vanuit de lucht moesten bezetten al door het landleger waren bereikt. We gingen er van uit dat de oorlog voor ons voorbij was, toen we toch nog aan bod kwamen. Bij operatie Market Garden.
Het was met name Montgomery die grote verwachtingen had van het luchtlandingsleger. Getrokken door andere toestellen vlogen de Horsa Gliders van de luchtvloot zondagmorgen 17 september 1944 het Kanaal over. Kort voor Arnhem werden ze losgekoppeld. „Deze keer hadden we een perfecte landing. Van Wolfheze trokken we via Heelsum naar Renkum, om daar het veer te bezetten. We ontmoetten nauwelijks tegenstand. De Duitse militairen die er lagen, waren derderangs. Anderhalve dag hebben we het veer in handen gehad. Toen moesten we terugtrekken naar Westerbouwing, vanwege de toenemende weerstand van de Duitsers. Bij Arnhem bleken elitetroepen te liggen en het geallieerde landleger, dat ons binnen korte tijd zou bereiken, kwam niet opdagen.
Puinhoop
Van de officiële taak van de glider-men kwam weinig meer terecht. Verscholen in een schuttersput trachtte Oldham voornamelijk te overleven. „Ons grondgebied werd steeds kleiner. In de nacht van maandag 25 op dinsdag 26 september zijn we de Rijn overgestoken, om aan de Duitsers te ontkomen. Het overgrote deel van mijn compagnie was gevangengenomen of gedood. Het is een wonder dat ik het drama heb overleefd.
Na de oorlog sprak de veteraan, die in de papierindustrie terechtkwam, met geen woord over de slag om Arnhem. Zelfs niet met zijn vrouw en twee dochters. „Het was een verloren slag, daar praat je niet graag over. Bovendien had de operatie zeer negatieve gevolgen voor de burgerbevolking van Arnhem en omgeving. Die had vier jaar Duitse bezetting achter de rug en verwelkomde ons als bevrijders. De volgende dagen bleek dat ze te vroeg hadden gejuicht. De Duitsers keerden terug, het hele gebied veranderde in een puinhoop. Ik was ervan overtuigd dat de mensen rond Arnhem het ons nooit zouden vergeven. We hadden niets dan dood en vernietiging gebracht. Meer dan eens had ik het verlangen terug te gaan naar Arnhem, maar ik durfde niet.
Vriendschap
Het was een predikant die hem tot andere gedachten bracht. „Na mijn pensionering verhuisde ik naar een bejaardenwoning. Daar las ik in een regionaal blaadje over dominee Arthur Royell, predikant van de Church of England in een naburig dorp. In een gesprek met de plaatselijke dominee zei ik: In de oorlog had ik een officier met die naam. Het bleek dezelfde te zijn. Ik heb Royell een brief geschreven, en kreeg een epistel terug waarin hij me adviseerde om lid te worden van de Arnhem Veterans Club. Ik wist niet eens van het bestaan daarvan.
In 89 stak Wilfred Oldham opnieuw over naar Nederland. Nu per boot. „Er was correspondentie geweest met de mensen bij wie ik in huis zou komen, maar nog steeds was ik bang dat ik een vergissing maakte. Als het mogelijk was geweest, had ik nog rechtsomkeert gemaakt.
De Engelse militair met wie hij de hut deelde, stelde hem gerust. En informeerde hoe hij in Oosterbeek dacht te komen. „Daar had ik niet over nagedacht. Die man moest naar Zwolle en was zo vriendelijk mij in Oosterbeek af te zeten. Daar stonden Maria en Peter gereed en ligt het begin van onze vriendschap.
Ravage
Het echtpaar uit Heelsum, toen nog geen veertig jaar, behoorde tot de jongere gastgezinnen. Via de organisatie Lest we forget stelden ze zich beschikbaar voor de opvang van veteranen. Vanuit hun betrokkenheid bij de slag om Arnhem, zij het indirect.
De moeder van Hagelen werd, net als zovele anderen, geëvacueerd. „Toen het gezin na negen maanden terugkwam, zat er geen ruit meer in het huis en was de inboedel verdwenen. Die mensen hadden echt niets meer. Dat zijn de vergeten slachtoffers van Market Garden. Mijn moeder sprak heel veel over die tijd.
De jeugd van Maria lag in Oosterbeek. „Mijn ouders hadden daar een hotel, hotel Vreewijk, op de kruising waar zo hevig is gevochten. Tijdens de slag om Arnhem deed het dienst als noodhospitaal. Schoonoord was het grote hospitaal, Vreewijk de dependance. De ravage na de aftocht van de geallieerden was enorm. Mijn vader praatte er overigens zelden over, mijn moeder iets meer. Die reageerde ook heel verschrikt als er tanks over de Utrechtse weg reden of een vliegtuig laag over kwam.
Luisterend oor
De jonge Maria groeide op met een naoorlogse erfenis van Market Garden. „Als er bij het hotel een boom gerooid moest worden, was dat altijd een toestand. Niemand wilde er zijn zaag aan wagen. De stammen zaten nog vol munitie. Met de Airborne Wandeltocht was het vreselijk druk in het hotel. Daarna kreeg je de herdenking van de slag om Arnhem. Dan legde ook ik bloemen op het kerkhof. Na de herdenkingsdienst kwamen veel veteranen in Vreewijk koffie drinken, en hoorde je de verhalen. In mei kwam steevast een kolonel logeren. Die was zo getraumatiseerd door de gebeurtenissen, dat hij niet in september wilde komen. Mijn vader hield zich altijd wat op de vlakte, maar bij ons vond hij een luisterend oor.
Toen voor de 45e herdenking van Market Garden extra gastgezinnen nodig waren, gaf het echtpaar uit Heelsum direct gehoor aan de oproep. „Van Lest we forget kregen we te horen dat we een mr. Oldham konden verwachten. Die hebben we een brief gestuurd, met een foto van ons gezin. Het was vermakelijk om te ontdekken hoe onvoorbereid hij naar Nederland kwam. Hij dacht dat in Europoort wel een bus of trein gereed zou staan om hem naar Oosterbeek te brengen. Hij bofte geweldig dat die Engelse soldaat hem meenam. Die heeft hem afgezet bij de toenmalige concerthal van Oosterbeek. Dat was het centrale ontmoetingspunt.
Familie
Een bezoek aan de oorlogsbegraafplaats van Oosterbeek confronteerde Oldham, voor intimi Wilf, met de namen van kameraden van wie hij niet wist wat hen was overkomen. „Dat was heel erg emotioneel. Sommigen kon ik me nog heel goed herinneren.
„Op zondag is de officiële herdenkingsdienst voor de gevallenen, maar voor die tijd gaan we altijd al een keer naar de oorlogsbegraafplaats, zegt Peter. „Daar laten we hem dan een uurtje achter. Hij wil er een poosje rustig rondlopen, alleen met zijn herinneringen. Daarna praat hij tegen ons alles van zich af en is hij de emoties weer kwijt.
De Engelse veteraan blijft meestal een dag of tien. Dit jaar kwamen ook zijn dochter, een kleindochter en achterkleinzoon naar Nederland. Die vonden eveneens onderdak bij het gastvrije echtpaar in Heelsum. „Het is druk, erkent Maria, „maar we doen het graag. Het is zón geweldige man. Ik heb nooit een vergevingsgezinder mens ontmoet. We krijgen heel veel van hem terug. Toen hij de eerste keer afscheid nam, zei hij: Ik heb er twee kleinzoons bij.
Cadeaus
In de achterliggende vijftien jaar bouwde de Engelse veteraan een forse Nederlandse vriendenkring op. „De avond voor zijn vertrek zit het hier stampvol. Dan komt iedereen hem gedag zeggen. Na de herdenkingsdienst krijgen we altijd een groep Engelsen over de vloer. We plannen in deze periode ook wat leuke uitstapjes. En we wandelen heel veel. Dat doet hij geweldig graag.
In Engeland heeft hij het over mn familie in Nederland. Omgekeerd ervaren we dat net zo. Minstens eens in de veertien dagen bel ik hem even op, om te horen hoe het gaat. Twee jaar geleden stond hij in december onverwacht op de stoep, vanwege mn vijftigste verjaardig. Samen met onze zoon, die in september in Londen was begonnen. Peter had dat geregeld, ik wist nergens van. Het was een geweldige verrassing.
We hadden geen betere gast kunnen treffen. Soms moeten we hem echt wat remmen. In het begin nam hij voor alle mensen die hij had ontmoet cadeaus mee. Na een jaar of wat dacht ik: Dit wordt te gortig. De man had geen geweldig salaris en de pensioenen in Engeland stellen niet veel voor. Toen ik het aan de orde stelde, werd hij heel emotioneel. Hij dacht dat hij er verkeerd aan deed. Ik heb gezegd: Dat is niet zo, maar niemand verwacht dat van jou. Het hele jaar was hij ervoor aan het sparen.
Humor
De grootste dank brengt de veteraan aan zijn gastvrouw voor het feit dat ze zijn koffer inpakt. „Thuis moet hij het zelf doen. Dat vind hij verschrikkelijk. Ondanks een paklijst blijft hij maar bezig met spullen in de koffer stoppen en er weer uit halen. Voor mij is het een kleine moeite.
Als het aan Oldham ligt, wordt het jaarlijkse bezoek nog lange tijd voortgezet. „Hij zegt dat hij honderd wil worden en dat hij de veteraan is die het langst blijft komen. Het is niet alleen een dankbare gast, hij heeft ook een geweldige humor. We hebben al zo veel leuke dingen met hem meegemaakt, van mij mág hij tot zn honderdste blijven komen. Kan Wilf niet meer, dan stoppen ook wij ermee. We hebben het een heel aantal jaren gedaan en er intens van genoten, maar het vergt ook wel wat. En met een nieuwe veteraan bouw je nooit meer zon relatie op.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 oktober 2004
Terdege | 108 Pagina's