Opgeslokt door Amersfoort
Lambertus van Middelaar: "Zolang ik hier woon, zien ze geen lammeren meer"
Vijftien jaar geleden was Hoogland een polderdorp, omgeven door lueiland. Nu is het opgeslokt door nieuiubouu;, geuolg van de annexatie door Amersfoort. De oorspronkelijke bewoners hebben zich na aanvankelijke protesten hij de nieuwe situatie neergelegd. „Als individuele hurger heb je in dit land niet veel te uertellen."
Het contrast is bijna bizar. Temidden van moderne nieuwbouwwoningen hield het boerderijtje van Lambertus (85) en Geertruida (92) van Middelaar stand. Ter elfder ure werd het voor sloop behoed door de geestelijke vader van de Amersfoortse wijk Kattenbroek, die de hoeve als monument van het oude Hoogland wilde bewaren. Van Middelaar kreeg het aanbod zijn onteigende bedoening aan de Heideweg terug te kopen en stemde daarmee in. Als hij nog eens voor de keus stond, besliste hij waarschijnlijk anders. Acht jaar lang zat hij met Geertruida in de rommel, door de bouw van een complete nieuwbouwwijk rond zijn huis. Aan alle kanten rukte het steen op, totdat het boerderijtje volledig was ingebouwd. Van de oorspronkelijke Heideweg is weinig over. Hier en daar resteert nog een pluk, bij Van Middelaar is er niets meer van terug te vinden. Het straatje waaraan zijn woning staat, heet nu 'De Ontdekking'. Met een knipoog naar zijn geboortehuis, dat hij zijn leven lang bleef bewonen. „Het was een boerderijtje met zeven hectare grond. Op zijn sterfbed heeft mijn vader het aan me overgedaan."
Bedreigde buurt
Alles kende iedereen in het uitgestrekte polderdorp achter Amersfoort, „'t Waren meest boeren hier", zegt Van Middelaar. „Verder had je een timmerman en wat kleine winkeltjes." De inlijving van Hoogland bij Amersfoort, in 1973, werd door de bewoners met gemengde gevoelens begroet. Niet zonder reden. Op de tekentafel van planologen en landschapsarchitecten verdubbelde de stad in omvang. Het dorp zou door de uitbreidingsplannen volledig worden ingekapseld door nieuwbouwwijken. Een gedenksteen, in de vorm van een grafzerk, vertolkt de gevoelens van de autochtone bevolking. De annexatie door Amersfoort betekende de dood van het oorspronkelijke Hoogland. Eerst verrezen Bieshaar, Schothorst en Zielhorst. Met de bouw van Kattenbroek brak voor Van Middelaar de narigheid aan. „De eerste woningen kwamen hier tien jaar geleden. Sindsdien is het hele gebied totaal veranderd. We hebben nog wel geprotesteerd. Er waren vergaderingen van wat ze 'De bedreigde buurt' noemden. Het heeft allemaal weinig uitgehaald." Een jaar zocht de bejaarde boer naar een ander onderkomen, maar hij vond niets dat aan zijn wensen voldeed. De mogelijkheid om woning en schuur terug te kopen, greep hij met beide handen aan. Uiterlijk behield de boerderij z'n oorspronkelijke karakter, binnen werd hij totaal gerenoveerd. „Naar wens van de dochter, die is eigenaresse."
Te druk
Op het moderne aanrecht met thermische kookplaat staat een emaillen schaal vol boontjes. Uit de moestuin naast het huis. In het modelweitje ernaast grazen drie schapen. De ram laat Van Middelaar er niet meer bij. „Nou de jongens in de buurt groter worden, zijn ze in de vakanties de hele dag met die dieren aan de gang. Ik heb een mooi hegje gezet. Daar ben ik twee jaar mee bezig geweest: nat houden en bijpoten. Ik had het net zo goed kunnen laten. Ze staan er als gekken aan te rukken, om de schapen te lokken. Die dieren blijven maar rennen. Dat verveelt. De buren zien het liefst dat ik nog meer beesten neem, voor de kleine kinderen, maar die grotere knapen maken er een lolletje van. Zolang ik hier woon, zien ze geen lammeren meer." Hoewel hij de vernietiging van het oorspronkelijke Hoogland nog steeds betreurt, wil de autochtone bewoner niet ontkennen dat de nieuwe situatie ook voordelen heeft. „We woonden enorm afgelegen. Helemaal tussen het hout, driehonderd meter van de Heideweg vandaan, 's Winters zaten we in het water, want aan waterlossing werd hier niks gedaan. Nu wonen we aan de verharde weg, we hebben de winkels op loopafstand en van water hebben we geen last meer. Op onze leeftijd is dat een groot voordeel." De relatie met de omwonenden is goed, maar oppervlakkig. „Die mensen hebben doordeweeks hun werk en zondags gaan ze uit of boodschappen doen. Wanneer je ze spreekt zijn ze heel aardig, maar verder hebben we er geen contact mee. Als ze allemaal op de koffie kwamen, was het ook veel te druk."
Tegen de muur
Veel onteigende boeren uit Hoogland trokken naar Friesland en Drenthe. Anderen hielden het werken voor gezien of zochten een alternatieve kostwinning. Een van de belangrijkste ontmoetingsplaatsen voor de autochtone Hooglanders is café Kolkrijst aan de Zevenhuizerstraat. Aan de bar zit Jan van Dijk, doodgraver van de roomskatholieke St. Martinuskerk in het centrum van het oude dorp. Zijn huidige baan is het rechtstreeks gevolg van de impalming van Hoogland. „Ik had een boerderijtje, tegen De Ham aan, maar dat is onteigend, door de grootheidswaanzin van de gemeente Amersfoort." Op een perceel van zijn moeder zette de Hooglander een nieuw pand. Voor vee is geen ruimte meer. „Het enige wat ik nog heb, is een beetje hoofdluis. Die lopen op een klein veldje." De voormalige veehouder heeft de zaken geaccepteerd zoals ze zijn. „Je moet het net zien als bij de mkz-boeren: je staat met de rug tegen de muur. Nu gaan ze Vathorst nog vol bouwen. Hoogland- west blijft zogenaamd gespaard, maar ik moet het nog zien. Het zal me niet verbazen als ze na het afronden van Vathorst het bestemmingsplan wijzigen. Zo gaat dat meestal."
Sluipenderwijs
Naast Kolkrijst ligt het geboortehuis van Theo van de Hoef, met het café het enige pand in dit deel van Hoogland dat aan de kaalslag ontkwam. De bewoner, werkbegeleider op een zorgboerderij voor verstandelijk gehandicapten, woonde er tot zijn achttiende jaar. Dertien jaar later keerde hij naar Hoogland terug. Zijn vader was inmiddels overleden. In overleg met de familie kocht hij in '92 het ouderlijk huis, voorheen een klein melkveebedrijf. De inkapseling van Hoogland was tijdens zijn afwezigheid gestaag doorgegaan. „Ik zat in de laatste klas van de lagere school toen het dorp werd geannexeerd. Met bussen vol schoolkinderen zijn we wezen demonstreren in Den Haag, al begreep je amper waar het over ging. Langs de straat timmerden we protestborden aan palen: 'Handen af van Hoogland'. Het heeft niet mogen baten." Net als de meeste dorpelingen legde hij zich bij de feiten neer. „Zolang ze niet in je eigen omgeving bezig zijn, denk je dat het misschien nog wel meevalt. Het gaat sluipenderwijs. Na mijn vertrek uit Hoogland is Kattenbroek gebouwd. Na het sterven van mijn vader is de grond rond ons huis door de gemeente aangekocht, met het oog op het volgende bouwproject: plan Nieuwland."
Houtwal
Toen hij de boerderij negen jaar geleden van zijn moeder overnam, betrapte hij in het weilandje ernaast vrijwel elke morgen reeën. Nu is het bedekt met een batterij nieuwbouwwoningen. Tussen de jonge wijk en de oude woning is een woonwagenkampje gepland, waarvoor momenteel de laatste voorzieningen worden getroffen. De toekomstige bewoners spanden recent een rechtszaak aan, om op hun huidige plaats te kunnen blijven. „Het is een rare wereld", constateert Van de Hoef. „Bestaande bewoners hebben verplicht hun land afgestaan voor mensen die gedwongen moeten worden er te gaan wonen. Als individuele burger heb je in dit land niet veel te vertellen." Met zijn aanstaande buren is de Hooglander niet echt ongelukkig. Als wisselgeld voor mogelijke overlast kreeg hij extra grond toebedeeld, als buffer, zodat hij in totaal over vierduizend vierkante meter beschikt. „Voor stadsbegrippen is dat uniek, al wordt het landschap eromheen er niet mooier op. Ik ben een liefhebber van de natuur. Vroeger kon je vanuit Hoogland aan alle kanten het vrije veld in fietsen. Nu alleen nog uit Hoogland-west." Ter compensatie ontwikkelde hij natuur in eigen tuin. Tegen de geluidskering langs de rondweg achter het huis liet hij een houtwal aanleggen. Achter het ponyweitje werd een poel gegraven, met het gewenste resultaat. De inmiddels begroeide plas is een verzamelplaats voor kikkers, libellen en vlinders. Op de grens met het woonwagenkamp moet een zeven meter brede boomstrook komen.
Voorzieningen
De prijzen van de Hooglandse woningen rezen in de achterliggende jaren de pan uit. Voor stedelingen is het oude dorp nog altijd een oase van ruimte en rust. De mooiste plekjes zijn voor het merendeel bezet door autochtonen, voornamelijk uitgekochte boeren. „Die hebben geld als water", lacht Van de Hoef. De oude generatie blijft zich hardnekkig Hooglander noemen. De boerenzoon hecht minder aan die benaming. „Tegen mensen die deze streek niet kennen, zeg ik voor het gemak dat ik in Amersfoort woon. Er zijn Hooglanders die dat onbegrijpelijk vinden. 'Hoe durf je het te zeggen'. Ik kijk daar wat realistischer tegenaan. We zijn een onder- deel van Amersfoort geworden, of we het leuk vinden of niet." Zelf ontdekte hij, net als Lambertus van Middelaar, dat het wonen in de stad ook voordelen heeft. „Je levert natuur in, maar er komen voorzieningen voor terug. De winkels dichtbij, de school dichtbij... Zeker met kinderen is dat erg makkelijk. Als ik dit huis verkoop, kan ik prachtig landschappelijk gaan wonen, maar je moet dan meteen een tweede auto kopen. En je blijft aan het rijden. De een heeft zwemles, de ander moet naar de peuterspeelzaal. In dat opzicht wonen we nu prima."
Volgende keer (slot): Architect Mart Ros, hoeder van de Hoekse Waard
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 september 2001
Terdege | 104 Pagina's