Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Cornelis van Hille

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Cornelis van Hille

Ziekentrooster van de Nederlandse christenheid

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij talloze ziekbedden heeft het bekendste geschrift van Cornelis van Hille troost gebracht. Niet voor niets kreeg zijn Ziekentroost een plaats in tal van kerkboeken, achter de Bijbel, de berijmde psalmen, de belijdenisgeschriften en liturgische formulieren. Als een onderwijzing in het geloof en de weg der zaligheid, om gewilliglijk te sterven.

In oktober 1584 reed vanuit Rotterdam een wagentje, bestuurd door ouderling-kerkmeester Matthijs Claesz van der Horst van de Hervormde Gemeente ter plaatse, in de richting van het Zeeuwse Walcheren. Vandaar haalde hij, in opdracht van de Rotterdamse magistraat, de predikant Cornelis van Hille, ook wel Hillenius genoemd. Enige tijd later werd Van Hille als predikant van de Maasstad in het ambt bevestigd. Hij zou er blijven tot aan zijn dood, op 11 september 1600.
Hoe kwam Van Hille op Walcheren? Hij had zojuist twee jaar dienst gedaan in Gent, in die tijd een calvinistische stad. In 1584 kwam daar abrupt een einde aan. Gent werd ingenomen door de Spaanse bevelhebber Parma, met als gevolg dat alle reformatorisch-gezinden, en dus ook Van Hille, moesten vluchten. Zo kwam hij op Walcheren terecht. Het was slechts kort van duur. Van Hille had een goede naam, ook in Rotterdam. Weldra begeerde men hier deze bekwame man als eigen predikant. Er waren in Rotterdam al twee predikanten, hij zou de derde worden.
Oorspronkelijk kwam Van Hille uit Yperen, een plaats in het tegenwoordige België. Op 20 februari 1540 werd hij daar geboren uit ouders die de Reformatie waren toegedaan. Toen hij ongeveer 27 jaar oud was, moesten hij, zijn vrouw en zijn ouders vluchten om de roomse Inquisitie te ontgaan. Ze namen, als zovelen in die tijd, de wijk naar Engeland, waar koningin Elisabeth regeerde. Aanvankelijk was Van Hille boekverkoper te Norwich en tegelijk ouderling in de Vlaamse vluchtelingengemeente. Maar daar bleef het niet bij. In zijn vrije tijd studeerde hij theologie en in 1575 werd hij predikant te Yermouthe. Twee jaar later stak hij over naar Zeeland, waar hij de eerste predikant van Haamstede werd. En nog zijn wij er niet. In 1582 werd hij, zoals we al hoorden, predikant te Gent.

Ziekentroost
Van Hille heeft vooral naam gemaakt als auteur van de Ziekentroost, een pastoraal geschrift dat in menige uitgave van ons kerkboek, na de Psalmen en Formulieren, is opgenomen. Hoewel het nooit door enige synode als zodanig is aanvaard. De waarde ervan is er echter niet minder om. Het boekje is uit de praktijk geboren. Van Hille is enige jaren ouderling geweest en was daarna vele jaren predikant. Hij was dus vertrouwd met het ziekenpastoraat. De eerste uitgave van het boekje dateert uit 1571. Het is dan nog maar een klein werkje, de Kleine Ziekentroost. In 1578 gaf Van Hille het opnieuw uit, maar nu sterk uitgebreid: de Grote Ziekentroost.
Van Hille heeft zelf veel meegemaakt in zijn leven. Tweemaal moest hij vluchten. Waarschijnlijk al in Engeland verloor hij zijn eerste vrouw door de dood. We kennen van haar alleen haar voornaam, Jehenne, en weten dat zij kreupel was. Zij liet haar man een zoon en een dochter na. De zoon heette net als zijn vader Cornelis. Hij werd later predikant, onder andere in Groningen. Hij was een uitgesproken rechtzinnig man, een contra-remonstrant. In 1618 en 1619 woonde hij als afgevaardigde uit Groningen de Dordtse Synode bij. De dochter heette Marijken. Zij trouwde in 1592 met Johannes Lamotius, die in datzelfde jaar als predikant zijn intrede deed te Giessen-Nieuwkerk. Hij werd een man van naam, het meest als vertaler van een hele reeks puriteinse geschriften uit het Engels in het Nederlands. Helaas overleed zijn vrouw Marijken van Hille reeds in 1604.

Gaven
Dankzij de uitgave van de acta van de classis Rotterdam-Schieland weten we sinds 1991 meer van Van Hille dan voorheen. In Rotterdam was veel te doen, er was een groeiende gemeente. Ook op classicaal niveau verzette Van Hille heel wat werk. Meer dan eens was hij preses of scriba van de vergadering van de classis. In allerlei moeilijke kwesties werd zijn hulp ingeroepen. Meer dan eens hield hij voor de broeders ter vergadering een preek. Na een door hem gehouden preek over vraag en antwoord 26 van de Heidelbergse Catechismus dankten, zo lezen wij, de broeders de Heere God voor de gaven die Hij aan hun collega Van Hille geschonken had.
Nu wenden wij ons tot de Ziekentroost. Er waren in die tijd in de gemeenten veel zieken. Velen stierven op jonge leeftijd. Er waren tijden van pest, waardoor er binnen korte tijd in de grote steden duizenden overleden. Er waren ziekentroosters wier speciale werk het was de zieken en stervenden te bezoeken. Van Hille heeft zijn boekje geschreven voor zowel de ziekentroosters als voor de patiënten zelf.

Verootmoediging
Het eerste wat ons opvalt bij het lezen van dit boekje, is dat de schrijver zelf slechts summier aan het woord komt. De inhoud is in feite niet anders dan een aaneenrijging van bijbelteksten. De keus daarvan is bepaald door de situatie. De teksten hebben betrekking op nood en lijden en vooral op de dood. Bijbelteksten die spreken over genezing, leven en voorspoed blijven achterwege. We komen daar nog op terug.
Verder valt in dit boekje op wat wij noemen het didactische element. Er wordt de zieken heel wat bijgebracht. Heel wat - want het is een lang verhaal! Het begint bij Adam in het paradijs. God heeft de mens goed geschapen, maar hij is gevallen. Daar ligt de oorsprong van alle ellende die de mensheid in haar geheel en elk mens in het bijzonder overkomt. Wij leven in de slagschaduw van de dood. Stof zijn wij en tot stof keren wij weder. Al wat leeft moet eenmaal sterven. s Mensen leven is gelijk een damp, alle vlees is als gras. De een sterft en de ander wordt geboren, dat is het steeds weerkerende ritme. Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven. s Mensen levensdagen zijn door God bepaald. Wij zijn hier op aarde maar gasten en vreemdelingen voor een kleine tijd. Wij vliegen daarheen.
Men kan de vraag stellen: Waarom wordt dit alles de zieke voorgehouden? Allereerst tot zijn verootmoediging. Wij hebben God niets te verwijten, we hebben zelf door onze zondeval alle ellende over ons gehaald. Elke zieke is een zondaar die dood en hel verdiend heeft. De hand op de mond, niet murmureren! Vervolgens, geen enkele zieke of stervende is een uitzonderingsgeval. Niemand ontkomt aan de dood. Die weet ons te vinden, hetzij vroeg, hetzij laat.

Vertroosting
Is dat het enige, is dat álles wat een ziekentrooster aan een ziekbed en in het bijzonder aan een sterfbed te zeggen heeft? Van Hille zegt meer! Midden in onze ellende is ons Christus verschenen, het Licht der wereld. De Zon der gerechtigheid is opgegaan. Hij heeft ons mede levend gemaakt, daar wij dood waren door de misdaden en de zonden. Hij heeft onze zonden uitgewist en over al onze vijanden getriomfeerd: de dood, de duivel, de hel en de verdoemenis der wet. Jezus Christus kennen is het eeuwige leven. Hij werd mens om ons te redden. We worden uitgenodigd Hem in geloof te omhelzen en met liefde en gehoorzaamheid dankbaar te zijn.
Van Hilles Ziekentroost biedt dus niet alleen stof tot kennis van onze ellende en tot verootmoediging, maar evenzeer stof ter vertroosting. Met vrijmoedigheid mogen wij toegaan tot de troon der genade. De Heere zelf zegt: „Roep Mij aan in de dag der benauwdheid en Ik zal u uithelpen. Christus zegt tot ons: „Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt; Ik zal u rust geven, en gij zult rust vinden voor uwe zielen. Bij Jesaja zegt Hij: „O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet. Daarom, laat ons tot deze fontein gaan om onze dorst te lessen.

Vast vertrouwen
Christus, zo gaat Van Hille voort, is de waarachtige Middelaar, die tussen God en ons staat, om onze Voorspraak te wezen. Hij kan volkomen zaligmaken die door Hem tot God gaan. Christus is een verzoening voor de zonden van alle volken die zich waarachtig tot God bekeren. Wij vinden vrede bij God door onze Heere Jezus Christus, door Wie wij de toegang hebben met vertrouwen om in te gaan in het heiligdom door Zijn bloed, waardoor Hij vrede heeft gemaakt. „Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw. En dit geschiedt door Christus die ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.
Dan volgt een verwijzing naar Doop en Avondmaal. De Doop, staat er, is ons een teken dat wij van onze zonden gewassen zijn. Het Avondmaal is ons een teken dat wij verlost zijn door de offerande van Christus, eenmaal aan het kruis geschied. Tot het pastoraat aan zieken en stervenden behoort dus ook de verwijzing naar de beide sarcramenten, Doop en Avondmaal, zij betekenen en verzegelen Gods belofte. De zieken worden vermaand niet „kleinmoedig te wezen. Er mag een vast vertrouwen zijn.
Vervolgens worden de uitnemendheid en heerlijkheid van het hemelleven naar voren gebracht. Wij behoren „volkomen begeerte te hebben om ontslagen te zijn van ons sterfelijk lichaam en om te delen in de heerlijke erfenis van alle kinderen Gods. De psalmdichter zei: „Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God.

Stervenstroost
De ziekentroost is hier voornamelijk een stervenstroost. Dat geldt overigens voor heel het boekje. Het hoort thuis in de al sinds de middeleeuwen beoefende ars moriendi, de stervenskunst. Er is een gewillig sterven om eeuwig bij God te zijn. Een euthanasie, wél-sterven, die heel wat anders is dan wat tegenwoordig, onder andere in onze huidige wetgeving, onder dit woord verstaan wordt. De ware gelovigen willen sterven op Gods tijd. Zeer zeker óók om verlost te zijn van alle aardse pijn en ellende, maar bovenal om de zaligheid in Christus te mogen genieten.
Intussen, deze zaligheid reikt nog verder dan de hemel. De Ziekentroost weet daar ook van. Uitvoerig wijdt zij uit over de opstanding der doden. Ik citeer: „Wij geloven dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal God ook degenen die ontslapen zijn in Jezus wederbrengen met Hem. Dan zal Christus de schapen van de bokken scheiden. De schapen worden aan Zijn rechterhand gesteld. Zij zullen Christus liefelijke stem horen: Komt, Mijn gezegenden des Vaders... Dan zullen wij met Hem heersen van eeuwigheid tot eeuwigheid. En dan besluit Hillenius Ziekentroost met de woorden: „Zalig zijn zij, die in het boek des levens geschreven zijn.

Genezen
We zeiden al: De Ziekentroost van Van Hille is geen officieel kerkelijk geschrift. De drukkers van ons kerkboek hebben het uit eigen beweging en op eigen gezag toegevoegd. Maar wie zou daarom treuren?
Is het boekje veel gebruikt? We hebben daarover geen gegevens. Eén geval is ons bekend. Toen op 10 mei 1619 de staatsman Van Oldenbarnevelt, raadpensionaris van Holland, werd terechtgesteld wegens zijn politieke optreden, vroeg hij aan de voet van het schavot aan de predikant die hem begeleidde, of hij hem de Ziekentroost wilde voorlezen. Nadat aan dat verzoek was voldaan, betuigde de bijkans 72-jarige staatsman dat hij in dát geloof wilde sterven. Naar wij hopen hebben vele anderen op hun sterfbed hetzelfde beleden. Wie kan het weten dan God alleen? Het boekje zou opnieuw in ere mogen worden gebracht. Maar dan wel met een zekere aanvulling. Ziekentroost omvat immers niet alleen stervenstroost. Vele zieken herstellen van hun ziekte, dat was ook in de zestiende eeuw het geval, al lag toen het sterftecijfer veel hoger dan nu. De Heilige Schrift weet ook van genezen. Wie kent niet de woorden uit Psalm 103?
De Heere Jezus ging tijdens Zijn omwandeling op aarde rond als een heelmeester; Hij genas velen. En dan is er ook nog Jacobus 5: Het gebed des geloofs (van een ouderling) zal de zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten (vers 15). Een gebed om herstel van de zieke zou dus in de Ziekentroost van Hillenius op zijn plaats zijn geweest. Deze kanttekening doet echter niet af aan de waarde van hetgeen hier geboden wordt. Sterven moeten wij allen. Wat is de mens die dan niet de troost heeft die pastor Hillenius zelf zijn zieken heeft gebracht en andere pastores heeft meegegeven?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juni 2001

Terdege | 108 Pagina's

Cornelis van Hille

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 juni 2001

Terdege | 108 Pagina's