Nigeriaanse gehandicapten leren zelfredzaamheid
Ruth van Hulst was de eerste blanke in het dorpje Ito
Mijn vriendin Ruth van Holst woont sinds ongeveer twee jaar in Nigeria. Zij werkt voor het gehandicaptenproject Elim. Deze zomer zocht ik haar op in haar dorp Ito en mocht ik met verschillende veldwerkers mee op pad.
Het is woensdag 5 juli. Ik ben net gearriveerd op het vliegveld van Lagos. Vanaf dit vliegveld tot en met mijn plaats van bestemming beleef ik een kleine cultuurschok. De verschillen tussen de Nederlandse en de Afrikaanse cultuur komen onderweg duidelijk naar voren.
Netty (een vrijwilligster uit Canada) en ik worden op het vliegveld opgehaald door Emeka, een medewerker van evangelist Rijneveld. De volgende dag moeten we doorvliegen naar Enugu.
De luchthaven van Enugu is een lokale luchthaven en dus echt Nigeriaans. Als we op het vliegveld aankomen, regent het. Op de luchthaven lopen zakenmannen op slippers of rubberlaarzen, terwijl ze hun pantalon een paar slagen hebben opgerold. Verder lopen er wel tien soorten uniformen rond. Wie welke functie bekleedt, wordt in het geheel niet duidelijk. Emeka, Netty en ik gaan in de rij staan om een ticket te kopen. Boven de balie hangt een papiertje waarop het vluchtschema staat geschreven. De vlucht van 13.00 naar Enugu staat doorgestreept, eronder staat de nieuwe tijd: 15.00 uur.
Nadat we bij een onderuitgezakte, half slapende dame onze tassen hebben afgegeven, komen we in de wachtruimte terecht. Deze ruimte is een economie op zich. De beroepen die er worden uitgeoefend zijn: schoonmaakster (d.w.z. heen en weer lopen met de bezem), manicure, schoenenpoetser, serveerster, cd-verkoper en krantenverkoper. In Afrika moet je vaak uren wachten, maar in zon wachtruimte vermaak je je best.
Na een paar uren wachten worden de reizigers voor Enugu opgeroepen om naar het vliegtuig te gaan. De koffers staan voor het vliegtuig. Nadat je je eigen koffer hebt aangewezen, wordt die ingescheept en mag je zelf ook instappen. Ik controleer het vliegtuig alsof ik de onderhoudsmonteur zelf ben. Ik zie uit het plafond van het toestel rook komen. Voorzichtig kijk ik opzij naar Nettie om te zien of zij dit al ontdekt heeft. Niks. Ik kijk naar Emeka. Hij geniet zichtbaar van de aanstaande vlucht. Ik zeg zachtjes tegen Nettie: „Zie je die rook die uit het plafond komt? Ze kijkt en knikt. We draaien ons hoofd om naar Emeka; blijkbaar heeft hij nog niks opgemerkt. „Emeka, what is that smoke there? Hij kijkt langs onze wijzende vingers en zegt dan achteloos: „Its the airconditioning.
Nettie en ik vertrouwen het vliegtuig niet en in ons hart bidden we of de hand van God ons veilig in Enugu wil brengen. Na een uur staat het vliegtuig veilig en wel aan de grond.
Ingeblikt
Mijn vriendin Ruth staat mij hier op te wachten met een driver. Terwijl Nettie naar het Izi-gebied gaat, reizen wij naar het Igède-gebied, waar Ruth werkzaam is voor Elim. Vanaf Enugu trekken we naar Ega, de plaats waar het hoofdkwartier van Elim gevestigd is. Dit is een autorit van vier tot vijf uur. Tijdens deze rit leer ik weer een stukje van Afrika kennen.
De uitspraak „Er kan nog meer bij is de Afrikaan op het lijf geschreven. Een auto zit nooit vol. Op de weg rijden dan ook autos waar de mensen letterlijk ingeblikt in zitten. Je kunt best met zn drieën op de brommer zitten en bovenop een vrachtwagen kun je makkelijk tientallen mensen bergen.
Veel van het sociale leven speelt zich buiten en langs de wegen af. Overal zie je vrouwen met takkenbossen, marktwaren en handtassen op hun hoofd, evenals kinderen die uit school komen en hun eigen stoel meesjouwen. Dan zijn er nog markten en marktjes langs de weg. En als je bijvoorbeeld bij een benzinestation stopt, is binnen de kortste keren je auto omringd door vrouwen en kinderen die op dwingende toon zeggen: „Buy groundnuts, buy eggs, buy oranges, yes now... Of er staan jongens met bosjes levende kippen voor je autoraam heen en weer te zwaaien.
Evangelisatie
Op het eerste gezicht lijkt Nigeria een geweldig land waar de mensen nog tijd voor elkaar hebben en een ongecompliceerd leven leiden, zonder haast. Maar er is ook een andere kant. Zoals er in elke maatschappij outcasts zijn, heeft Nigeria die ook.
Gehandicapten, aids-patiënten, heksen en vervloekten hebben een zeer moeilijk bestaan in het Afrikaanse land. Er wordt op hen neergekeken, ze worden buitengesloten door de familie of er wordt gewoon niet voor hen gezorgd.
Elim, in 1987 opgericht door zuster Coby van Rossum, verleent hulp aan mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap, met als doel hen zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in de samenleving. Bovendien is men ook gestart met een aids-project, bedoeld om de levenswijze van de mensen te veranderen en de acceptatie van slachtoffers te bevorderen. Behalve aan hulpverlening wordt er ook veel aan evangelisatie gedaan.
Zelf mocht ik wat van het werk van Elim meemaken door met verschillende veldwerkers mee te gaan. Het veldwerk neemt een belangrijke plaats in binnen de organisatie. Als veldwerker heb je een bepaald gebied onder je hoede. Alle gehandicapten die in zon gebied wonen, worden dus regelmatig door een veldwerker bezocht.
Loopoefeningen
Als je met de veldwerkers meegaat, kom je mooie dingen tegen. Ze leren bijvoorbeeld blinde mannen hun eigen stuk land te bewerken, zodat ze voor zichzelf en hun gezin kunnen zorgen. We bezochten een blinde jongen die ons een stukje uit de Bijbel voorlas. Hij kon dit doen doordat hij in de gelegenheid was gesteld om braille te leren.
Je komt ook trieste dingen tegen. We zouden een meisje dat niet kon lopen, gaan bezoeken. Toen we in het dorpje aankwamen, waren er alleen maar kinderen. De veldwerkers zagen dat de moeder in de achterliggende periode de oefeningen met het meisje niet had gedaan. Een ander meisje met een klein kind op de rug voerde het woord en zei, terwijl ze naar de vloer keek: „Haar moeder zegt dat jullie niet meer hoeven te komen... ze is het zat. Ze wil de oefeningen met het meisje niet meer doen. De veldwerkers moesten nu terug naar dit dorp op een tijdstip dat de ouders en andere belangrijke familieleden van het meisje er wel zijn.
De werkers proberen door gesprekken en voorlichting deze mensen te overtuigen van het nut van de hulp die Elim wil bieden. Gelukkig zijn er overal in het Igède-gebied mensen te vinden die wel iets met de geboden hulp doen. Soms kan een patiëntje al een heel eind geholpen zijn met dagelijkse oefeningen die het samen met bijvoorbeeld de moeder doet.
Ruth houdt zich vooral bezig met de administratieve en organisatorische kant van Elim. Daarnaast geeft zij computercursussen aan de werknemers.
Dorpsleven
Voordat Ruth in Ito kwam, had er nog nooit een oebeké (blanke) gewoond. Ito is een uitgestrekt dorp, dat bestaat uit verschillende kleine dorpjes of compounds. Alle mensen die in Ito wonen, zijn familie van elkaar. Sinds Ruth in Ito woont, is zij lid van deze familie. Dat betekent voor haar dat ze goed beschermd wordt door de dorpsbewoners. Het betekent ook dat ze bijna geen privé-leven meer heeft.
Een voorbeeld. Toen ik aan het begin van mijn bezoek aan Nigeria s avonds in Ito aankwam, stond de buurvrouw de volgende morgen om half zeven voor het slaapkamerraam. Ze kwam kennismaken met die andere oebeké.
Voor de mensen van Ito betekent een witte in het dorp ontwikkeling en opwaardering. Het is namelijk een hele eer als er bij jou in het dorp een witte woont. De kinderen en jongeren komen naar Ruth toe om spelletjes te doen, eenvoudige boekjes met bijvoorbeeld verhalen uit de Bijbel te lezen en te praten over wat hun bezighoudt.
Op een dag had Ruth heel wat Bijbels mee naar Ito genomen om ze, tegen een voor de mensen betaalbare prijs, te verkopen. De Bijbels waren in een mum van tijd uitverkocht. Het is verrassend om te zien hoe blij de mensen met een eigen Bijbel zijn en hoe zij God bij het leven van elke dag betrekken. In Nigeria werd ik opnieuw bepaald bij wat het belangrijkste is in het leven. Je kunt rijk zijn en toch arm, maar je kunt ook arm zijn en toch rijk.
(Meer informatie over Elim: dhr. J.P. van Rossum, tel.: 0187-601631)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 december 2000
Terdege | 164 Pagina's