Een gematigd baptist
Baptistenpredikant ds. O. Bottenbley: „Ik heb ervoor gekozen mijn bunker te verlaten"
Met uitzondering van zijn jongste broer schitterde de familie van ds. O. Bottenbley door afwezigheid toen hij zich als volwassene opnieuw liet dopen. Ze konden het moeilijk aanvaarden dat hij overstapte van de Hervormde Kerk naar een baptistengemeente. Later is hun houding drastisch veranderd. „Mijn hele familie is nu baptist. Portret van een gematigd voorstander van de volwassendoop. „Ik wijs de kinderdoop niet af, maar die heeft voor mij een heel andere betekenis.
Ds. Bottenbley komt uit de Surinaamse hoofdstad Paramaribo. „In mijn familie waren er velen actief binnen de Hervormde Kerk, ook als ambtsdrager. Zelf wist ik absoluut niet of ik behouden was. Toen mn ogen ervoor opengingen dat het gaat om de aanvaarding van het offer van Jezus Christus, bekeerde ik me. Tijdens een discussie gingen enkele vrienden en ik staan en besloten we in te gaan op Gods aanbod.
Via allerlei pinkster en evangelische kringen kwam Bottenbley bij de baptisten terecht. Na een opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding besloot hij prediker te worden. Om opgeleid te worden, moest hij naar Amerika of Europa. Het werd Brussel (de opleiding die later naar Heverlee verplaatst is). „Voor mijn ouders was het een grote teleurstelling. Ik kom uit een arbeidersgezin en we hadden het niet zo breed, dus ze rekenden op mijn financiële hulp. In plaats daarvan ging ik verder studeren.
In Brussel hoorde hij hoe in zijn familie de een na de ander ook baptist werd. „Surinamers praten niet veel over godsdienstige zaken. Door mijn overstap zijn mn familieleden echter aan het denken gezet.
Na rijp beraad
Na de evangelische bijbelschool in Brussel koos Bottenbley niet voor het baptistenseminarium in Bosch en Duin. Hij wilde kennismaken met de gereformeerde leer en studeerde daarom verder bij de Nederlands Gereformeerde Kerken in Zaandam.
Vervolgens meldde hij zich bij de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in Kampen. „Ik had de geschriften van prof. dr. J. van Bruggen gelezen en een groot verlangen gekregen om onder zijn gehoor te zitten. Toen ik vroeg of ik in Kampen mocht komen, moest de senaat zich daar eerst over beraden. Uiteindelijk kreeg ik toestemming, maar alleen omdat er in Suriname geen vrijgemaakt gereformeerde kerk is. Sommige evangelische vrienden zeiden: Dat zou ik nooit accepteren. Dat is je reinste discriminatie. Maar ik deed er niet moeilijk over; dat ligt niet in mijn karakter.
Open vizier
„De senaat besliste ook dat dogmatiek een van mijn bijvakken moest zijn. Ik moest ermee akkoord gaan dat ik de verbondsleer grondig zou gaan bestuderen. Ze vroegen ook: Stel dat je door onze verbondsleer overtuigd wordt, word je dan vrijgemaakt? Mijn vrouw en ik hebben daar een paar weken over nagedacht en toen „ja gezegd. Ik ben dus met een open vizier aan de opleiding begonnen.
Vervolgens ben ik door de geschriften van Calvijn en Schilder heen gekropen. Ik heb ervan genoten, maar het heeft me er nog meer van overtuigd dat ik zelf anders denk. De logische lijn van Oude naar Nieuwe Testament zie ik niet. Ik moest vaak denken aan de logica van Thomas van Acquino. Naar mijn mening overheerst de logica de vrijgemaakte verbondsleer.
Op de opleiding in Kampen heerste ook de vervangingstheologie, de leer dat de kerk volledig in de plaats van Israël gekomen is. Ik moest Romeinen 9 tot 11 grondig exegetiseren. Prachtig vond ik dat. Je leert de vrijgemaakten dan goed kennen en je moet je eigen standpunt toetsen. Ik onderschrijf dat Jezus ook voor de joden de enige Weg tot behoud is en dat we hen die Weg moeten verkondigen, maar in tegenstelling tot de vrijgemaakten zeg ik ook dat er nog beloften voor de natie Israël liggen.
Ik ben dankbaar voor de liefde die ik bij de vrijgemaakten en Nederlands gereformeerden heb ondervonden. Ik heb goede contacten aan die tijd overgehouden. Nooit is er enige botsing geweest. Ze probeerden me wel te overtuigen van hun standpunt, maar dat is niet gelukt. Andersom heb ik niet geprobeerd om mijn medestudenten te beïnvloeden, want dat vond ik niet eerlijk. Ik zou dan misbruik van hun gastvrijheid maken. En ik ben toch al geen fanatiekeling. Ik vind het getuigen van je eigen zwakte als je tegen een ander aan gaat schoppen.
Grote groei
Negen jaar was ds. Bottenbley voorganger van de vrije baptisten in Lemmer. „De gemeente groeide van 60 naar 250 leden en in die jaren hebben we ook gemeenten gesticht in Franeker en Sneek.
Sinds 1988 staat hij in Drachten. Toen hij er kwam, waren er 70 (volwassen) leden. Nu zijn het er 900. Vanuit Drachten werden de afgelopen tien jaar gemeenten gesticht in Groningen, Dokkum en Leeuwarden en ook daar is er forse groei. Dat is bepaald opmerkelijk in een provincie waar de onkerkelijkheid „onnoemelijk groot is. „Onze visies en vormen worden gezegend, maar het geheim is de werking van de Heilige Geest.
De ochtenddiensten in Drachten worden door 1100 mensen bezocht. s Avonds komen er 400 à 500. „Het bezoekersaantal groeit momenteel harder dan het ledenaantal. We proberen de toetreding tot de gemeente wat rustiger te laten verlopen. Mensen komen nu eerst eens een tijdje in de diensten voordat ze worden gedoopt.
De grootste groei is volgens ds. Bottenbley afkomstig uit de randkerkelijken. „De tweede grote groep wordt gevormd door onkerkelijken, die nog nooit bij een kerk aangesloten zijn geweest. Anderen komen uit gereformeerde kerken met een vrijzinnigliberale theologie. Daarnaast zijn er ook mensen uit andere evangelische kerken die zich bij ons aansluiten vanwege de kwaliteit van de prediking en de goede organisatiestructuur van onze gemeente.
Onderdompeling
„Leden van onze gemeente zijn degenen die wedergeboren en gedoopt zijn. De kinderen worden niet gedoopt, maar opgedragen, nadat de ouders een gesprek met een van de oudsten hebben gehad. Het woord dooplid kennen we niet, maar de kinderen horen er wel volledig bij.
De minimumleeftijd voor de doop is 15 jaar. Eerst volgt men een traject van bijbelstudies, waarvan de lengte afhangt van de kennis die men al heeft. Degenen die het hele traject doorlopen, volgen eerst zes maanden de fundamentenbijbelstudies, daarna zes maanden de GemeenteIstudie, waarin men de structuur van de gemeente leert kennen, en daarna een jaar de GemeenteIIstudie, over de gaven van de Geest en over het dienen.
Zelf houd ik een kennismakingsgesprek met iedereen die gedoopt wil worden. Daarna volgt een gesprek met twee oudsten, over de persoonlijke kennis van de wedergeboorte. Daarvan wordt verslag gedaan in de raad van oudsten. Die beslist over toelating.
Een week vóór de doop worden de namen van de dopelingen voorgelezen. Deze mensen gaan dan even staan, zodat de gemeente kan zien om wie het gaat. De gemeente wordt opgeroepen voor hen te bidden, maar kan in die week ook bezwaren indienen. Daarna heeft de doop plaats, door onderdompeling. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat men met Jezus gestorven, begraven en opgestaan is.
Van de leden wordt verwacht dat ze geen consumentchristenen zijn, maar actief meefunctioneren. Meer dan 80 procent van de gemeente is inderdaad heel betrokken, bijvoorbeeld bij de huiskringen.
Aan het woord
Ds. Bottenbley is een gematigd baptist; hij wijst de kinderdoop niet af. „Veel on en randkerkelijke mensen zijn als kind uit traditie nog gedoopt en beginnen daar veel waarde aan te hechten als ze zich bij onze gemeente aansluiten. Ze worden bij ons opnieuw gedoopt. Wij spreken echter niet over herdopen of overdopen, want de volwassendoop heeft in onze visie een heel andere betekenis. Bij de kinderdoop is God aan het woord en zijn de ouders aan het woord. In de volwassendoop is de mens aan het woord, die een bewuste keuze maakt om zich de aangeboden genade toe te eigenen. Men legt dan een getuigenis af en spreekt daarbij soms ook dankbaarheid uit voor het feit dat men vroeger de kinderdoop ontving.
De kinderdoop is geen gebod, zoals de besnijdenis, en heeft ook niets te maken met de wedergeboorte of met een vooruitgrijpen daarop: de veronderstelde wedergeboorte. Dat de doop in plaats van de besnijdenis gekomen zou zijn, ligt naar mijn idee in de lijn van de vervangingstheologie. Ook in vrijgemaakte kring is men daarover anders gaan denken. Prof. Van Bruggen stelt in zijn boek Het diepe water van de doop op grond van onderzoek van Kolossensen 2 dat de doop niet in de plaats van de besnijdenis gekomen is.
De kinderdoop wordt verdedigd met een verwijzing naar Cornelius, Lydia en de stokbewaarder, die met hun huis gedoopt werden. Ik vind dat zwak. Het is de vraag of Lydia getrouwd was, want een joodse vrouw werd nooit zonder haar man genoemd. Zij was een zakenvrouw, dus met haar huis wordt waarschijnlijk haar personeel genoemd. En waarom wordt uitgesloten dat de kinderen van Cornelius en de stokbewaarder reeds volwassen waren?
Kinderen zijn geheiligd in hun gelovige ouders en het maakt mijns inziens weinig verschil of dat door de kinderdoop of door het opdragen van kinderen, zoals dat bij ons gebeurt, gesymboliseerd wordt. Helaas wordt door anderen in evangelische kring de kinderdoop wel verworpen, en daarbij gebruiken ze soms heel nare woorden. Andersom is er in de reformatorische kerken ook veel onbegrip voor ons. Dat is het trieste van de lange strijd die er gevoerd is.
Bunker
Ondanks acht jaar studie aan gereformeerde opleidingen bleef ds. Bottenbley bij zijn keuze voor de evangelische richting. „Ik ben wel blij dat ik bij de gereformeerden heb kunnen studeren. De scherpe tegenstellingen tussen evangelischen en reformatorischen heb ik in Suriname nooit zo meegemaakt, vandaar misschien mijn gematigde houding. In Nederland zie ik nu wel steeds meer toenadering tussen evangelischen en reformatorischen. Vroeger zat iedereen in zijn eigen bunker en beschoot men elkaar. Ik heb er bewust voor gekozen om mijn bunker te verlaten. Dat zouden meer mensen moeten doen. Je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn, maar je moet wel elkaars gedachtengang goed kennen.
Volgende keer: Prof. dr. J. van Bruggen. Afsluitend interview: Ds. H. van den Belt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 juni 2000
Terdege | 92 Pagina's