Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nikolaus Ludwig von Zinzendorf

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nikolaus Ludwig von Zinzendorf

Apostel van de eenheid

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nog steeds gelezen oude schrijver David Bruinings sprak op zijn sterfbed de hoop uit dat heel Amsterdam met Jezus bloed en wonden mocht worden vervuld. Deze uitspraak was in de oren van velen te ruim. In 1749 hing hem zelfs een proces boven het hoofd vanwege zijn sympathie voor de Herrnhutters. De bekende stichter van de Broedergemeente, die meermalen de hoofdstad bezocht, ontving van Bruinings een warm onthaal. Ons land koesterde echter over het algemeen argwaan tegen graaf Nikolaus Ludwig von Zinzendorf, wiens driehonderdste geboortedag dit jaar herdacht wordt.

Het was vooral de mystieke bloed en wonden theologie van de Herrnhutters die bij de nuchtere, scholastisch ingestelde Hollandse theologen op weerstand stuitte. Ook hun ijver voor eenheid en een herleving van de christenheid kon niet op hun steun rekenen. Het Hollandse dogmatisme had kennelijk geen voelhorens voor het vuur van bewogenheid met kerk en wereld, die Von Zinzendorf en zijn geestverwanten aan de dag legden. Ook voor bezoeken van John Wesley en George Whitefield was in de Republiek weinig belangstelling.
Von Zinzendorf werd op 26 mei 1700 in Dresden geboren als tweede zoon van de graaf van Zinzendorf en Pottendorf, die enkele maanden daarna overleed. Als tienjarige kwam hij op een piëtistische school in Halle terecht, waar hij kennis maakte met de piëtist August Hermann Francke, die op hem grote indruk maakte. Enkele jaren later vertrok hij naar Wittenberg, de Lutherstad die zich voor het piëtisme zocht af te sluiten. De jonge graaf ontdekte echter dat ook onder orthodoxe lutheranen een innige vroomheid schuil kon gaan. Reizen naar het buitenland leerden hem nog meer de diversiteit van het christendom kennen. Ook onder rooms-katholieken vond hij oprechte gelovigen, evenals in sektarische groeperingen. In deze periode werd zijn milde opstelling tegenover andersdenkenden gevormd en zocht hij gemeenschap met hen die dezelfde liefde tot de Heiland toonden, zonder te letten op kerkelijke of dogmatische achtergronden.

Herrnhut
Het bekende keerpunt in zijn leven was het zien van een schilderij van de lijdende Christus, met daaronder de veelzeggende spreuk: Dit alles deed ik voor u; wat doet gij voor Mij? Deze vraag doorpriemde zijn hart en hield hem hierna voortdurend bezig. Het was zijn begeerte om als prediker van Gods liefde in de breedte van de wereld te staan.
Een bijzondere affiniteit had de welgestelde Von Zinzendorf met het zwakke, onedele en verdrukte. De vervolgde protestanten in Salzburg en de weggedreven Moraviërs waren hem op het hart gebonden.
In 1722 kreeg hij contact met de Moravische timmerman Christiaan David, met wie hij op zijn landgoed bij Berthelsdorf in Saksen een asielcentrum voor christenvluchtelingen stichtte. Een nieuw dorp met de naam Herrnhut verrees, dat zoveel als onder Gods hoede betekent. Honderden gelovigen van verschillende achtergrond, meest Moravische Broeders, vonden elkaar hier in de gemeenschap der heiligen.
De opbouw van Herrnhut verliep in het begin moeizaam, vooral vanwege de grote verscheidenheid van de bewoners. Von Zinzendorf zag in dat een gemeenschappelijk belijden de basis van de gemeenschap moest vormen. Hij koos voor de oude tucht van de Moraviërs (deze stroming had wortels in de voorreformatorische arbeid van Johannes Hus), die op 12 mei 1727 door allen aanvaard werd. In het dagboek van Herrnhut werd aangetekend: „Op deze dag sloot de graaf een verbond met de Heere. De broeders beloofden allen, een voor een, dat zij ware volgelingen van de Heiland zouden zijn. Zij deden afstand van eigenzinnigheid, eigenliefde en ongehoorzaamheid. Zij wilden ernaar streven om arm van geest te zijn. Niemand moest zijn eigen voordeel vóór dat van anderen zoeken; iedereen zou zich door de Heilige Geest laten leiden.

Opwekking
De verbondssluiting werd weldra gevolgd door een bijzondere herleving in de vorm van de uitstorting van de Geest. Christiaan David begon bijbelkringen te leiden en elke avond werden op de Hutberg gebedssamenkomsten gehouden. Vele harten werden bij deze gelegenheden aangeraakt. Ook onder de kinderen vond een opwekking plaats. Deze begon met de bekering van een meisje van elf jaar, Susanne Kühnel. Ze was getuige van het sterfbed van haar moeder en zag dat deze zich vol blijdschap aan God overgaf. Zij voelde dat zij miste wat haar moeder bezat.
De worsteling die tot haar bekering leidde, was intens en duurde drie dagen en drie nachten. De gehele gemeenschap bad voor haar. Op een morgen maakte zij haar vader wakker met de woorden: „Vader, ik ben nu een kind van God; nu weet ik wat dit is en ik wil spoedig bij moeder zijn. Deze nacht was haar ziel verlost, evenals die van drie van haar vriendinnen. Wat was de graaf blij! Hij viel op zijn knieën en dankte met de meisjes de Heere voor dit grote wonder. De Geest ging hierop door om kinderen tot Jezus te leiden. Overal werden uit kindermonden gebeden en gezangen gehoord.
Op woensdag 13 augustus 1727 vond in de nieuwe gemeenschap de eerste Avondmaalsviering plaats. „Tijdens het zingen van het eerste lied kon men nauwelijks het zingen onderscheiden van het wenen. Verscheidene broeders baden en smeekten de Heere vooral bewaard te worden voor afscheiding en scheuring, daar zij verdreven waren uit het diensthuis en niet wisten wat te doen. Zij smeekten de Heere om hun de ware aard van de kerk te openbaren, zodat zij onberispelijk voor Hem zouden wandelen en niet alleen in Hem zouden blijven, maar ook vruchten zouden voortbrengen. Wij baden dat wij niets zouden doen dat in tegenspraak was met de eed van trouw die wij aan Hem afgelegd hadden, en vooral niet tegen Zijn gebod van liefde zouden zondigen. Wij baden dat Hij ons zou bewaren door de reddende macht van Zijn genade en niet zou toelaten dat ook maar één ziel van de bloed- en kruistheologie, waar de redding van afhangt, weggetrokken zou worden en op zichzelf en op zijn eigen verdiensten teruggeworpen zou worden.

Internationaal
De gebeurtenissen in 1727 hadden grote gevolgen. Vervuld door Gods Geest getuigden vele broeders in de omgeving van de liefde van Christus. De graaf, die goed op de hoogte was van het wereldgebeuren, stelde de gemeente op de hoogte van de nood van de wereld. Hij vertelde dat grote delen van de wereld nog nooit van het Evangelie gehoord hadden.
De vier jaren die volgden, voor Herrnhut jaren van voortdurende opwekkingen, was een tijd waarin de basis werd gelegd voor een grootscheepse zendingsactiviteit. Wat de gevestigde kerken over het algemeen lieten liggen, pakten Von Zinzendorf en zijn Herrnhutters op. De graaf reisde naar koning Christiaan in Denemarken, waar hij tien Groenlandse bekeerlingen van de Deense zendeling Engede ontmoette. Teruggekomen vertelde hij zijn broeders over de gesprekken die hij in Kopenhagen had gevoerd. Het volgende jaar werden de eerste twee zendelingen naar Groenland uitgezonden. Zij hadden geen geld op zak, maar wel een sterk geloof in God die wonderen doet. Dit kinderlijke geloof was het kenmerk van de Herrnhutter gemeenschap, die niet met vlees en bloed te rade ging, maar zich geheel toewijdde aan God.
In belijdenis vormde Herrnhut geen homogeen gezelschap. Dit was de zwakte van deze geloofsgemeenschap, aan de andere kant ook haar kracht. Na verloop van tijd onderkende de graaf de zwakke punten, vandaar dat hij koos voor een betere tuchtuitoefening. De kracht van Herrnhut bestond hierin, dat men elkaar als broeders en zusters in Christus aanvaardde, ongeacht de kerkelijke achtergrond. De basis waarop men elkaar vond, was de liefde tot Christus en het Woord van God, waarbij het eerste voor het tweede ging. Deze liefde overschreed niet alleen kerkgrenzen, maar was internationaal bepaald. Dit was binnen de protestantse traditie een uniek gegeven. De beweging van de Reformatie was immers niet alleen gesplitst naar lutherse of calvinistische signatuur, maar ook lands- en provinciegrenzen waren bepalend voor zelfstandig geworden kerkformaties.

Bevruchting
Voordat de eerste symptomen van een grootscheepse opwekking in de angelsaksiche wereld zichtbaar werden, was een soortgelijke beweging gaande in Silezië, het huidige Poolse gebied rondom Breslau. In 1708 ontstonden daar gebedssamenkomsten, die een piëtistisch karakter hadden. De sleutelfiguur van de vernieuwingsbeweging was Johann Adam Steinmetz, een krachtige prediker, die sterk op levensheiliging aandrong. Von Zinzendorf voelde zich erg door hem aangesproken en stelde alles in het werk om de protestanten daar te beschermen. Ook in het Oostenrijkse Salzburg vonden opwekkingen plaats, evenals in de Baltische staten. Het is opmerkelijk dat de Moraviërs bij deze bewegingen een belangrijke rol speelden. De nadruk die zij legden op de levensheiliging en de wijze waarop zij die voorleefden, maakten op velen diepe indruk. Het gewone volk was verzadigd van de rationele preken die op veel kansels werden opgedist, en verlangde naar wezenlijke vroomheid.
Zo vond een internationale bevruchting van het opwekkingsdenken in de lutherse geloofsgemeenschappen plaats. Het was de boodschap van de noodzaak van wedergeboorte die bij velen een doorbraak teweegbracht. Von Zinzendorf bezocht de gebieden waar opwekkingen ontstonden, gaf raad en bracht mensen met elkaar in contact. In de thuisgemeente op zijn landgoed werd dag en nacht aaneengesloten gebeden voor de uitstorting van Gods Geest in de wereld. Deze gebedswake was uniek te noemen, evenals de wijze waarop men elkaar bemoedigde. Tegenover de piëtistische zonde- en boeteleer lieten de graaf en zijn staf het loflied en de geloofsvreugde overheersen. Zo was het kleine Herrnhut een stad op een berg, die licht verspreidde tot aan de kusten van Groenland en Suriname.

Great Awakening
Nederland hield haar grenzen liever gesloten voor de Herrnhutters. In Engeland had Zinzendorf meer aanhang. De Fetter Lane Society in Londen, oorspronkelijk een Moravische gebedskring, werd regelmatig door Whitefield en de Wesleys bezocht. Op 18 mei 1739 tekende Whitefield in zijn dagboek aan dat hij hier met „verschillenden uit de Moravische kerk had gegeten. Hij kon niet nalaten zijn bewondering te uiten voor „hun grote eenvoud en diepe bevinding van het innerlijke leven.
De rol van de Fetter Lane Society is niet weg te denken in de ontwikkeling van de grote opwekking in Engeland en Amerika. Sommige medewerkers van de methodistenleiders, zoals James Hutton en John Cennick, sloten zich bij de society aan. Von Zinzendorf bezocht als een soort sleutelfiguur de Amerikaanse koloniën en wist piëtistische Duitsers in aanraking te brengen met puriteinse Engelsen. Ook waren Moraviërs het middel tot de geloofsdoorbraak van de Wesleys, die van hen de belangrijke plaats van de rechtvaardiging in het geloofsleven en de betekenis van het verzoeningswerk van Christus leerden.
Dit alles bewijst dat de invloed van de Herrnhutters op de Great Awakening groot is geweest, niet zozeer door theologische sturing, maar door daadkracht van liefde en barmhartigheid. Later distantieerden de methodisten zich van de Herrnhutters, vanwege de toegenomen excessen en geestdrijverij die zij onder hen waarnamen. Howell Harris in Wales, de grote leider van de opwekking in dit gebiedsdeel, bleef desondanks contacten met hen onderhouden.

Gedenkteken
Hun bewogenheid met de onbekeerde naaste maakt de Herrnhutters tot een voorbeeld en hun drang naar heiligheid en geestelijke vernieuwing onder Gods kinderen was baanbrekend. Theologisch was hun beweging zwak en kwetsbaar. Hun bloedwondenleer was eenzijdig en gaf aanleiding tot geestdrijverij en ongezonde mystiek. Toch bleven onder hen elementen van de lutherse rechtvaardigingsleer bewaard.
De nadruk die Von Zinzendorf legde op het werk van de Heilige Geest had vooral te maken met zijn piëtistische achtergrond. Wel nam hij afstand van de zogenaamde Busskampf van Francke en Spener. Die hield in dat een zondaar eerst een langdurig proces van berouw en zondeovertuiging moet doorstaan, wil er ruimte zijn voor geloofsvreugde en heilszekerheid. Von Zinzendorf had wat dat betreft meer bijbelse nuchterheid dan zijn oude leermeester Francke. Heiliging was voor hem in de eerste plaats vreugde in God en toewijding aan Zijn eer en dienst.
Het leven van Von Zinzendorf was kort en werkzaam. Hij stierf in 1760 en vond zijn laatste rustplaats op de stille Gottesacker in Herrnhut, waar zijn eenvoudige grafsteen nog steeds te zien is. Als een gedenkteken dat herinnert aan een bijna apostolische drang om zielen te winnen voor de liefde van de Zaligmaker.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 juni 2000

Terdege | 92 Pagina's

Nikolaus Ludwig von Zinzendorf

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 juni 2000

Terdege | 92 Pagina's