Stadsbeiaardier Jaap van der Ende:
Geen gekke fratsen op een beiaard
Hij behaalde eens een drietal eerste prijzen tegelijk, gaf een serie Bach-concerten in het kader van de Internationale Bachwoche te Ansbach, vertolkte de volledige viool-solowerken en alle luitwerken van J. S. Bach op beiaard, vormde in Dordrecht de grootste beiaardorganisatie ter wereld, introduceerde vanuit Engeland het traditionele Change-ringing en werd in 1981 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Op dit moment is hij stadsbeiaardier van Schoonhoven, Dordrecht, Gouda, Woerden, Oudewater, Zoetermeer en Bergambacht: Jaap van der Ende. Eens schrijnwerker en restaurateur van antiek, nu een toonaangevend figuur in de Nederlandse beiaardwereld.<br />
Als Van der Ende zijn instrument wil typeren schieten woorden bijna te kort. ,, De beiaard is een ongelooflijk perfect rasinstrument, waar je gigantische dingen mee kunt doen, een muziekinstrument van Bourgondische allure." In een verwoede poging de beiaard volledig recht te doen zoekt hij even naar woorden: „Meteen fabelachtige grandeur. . .", schiet hem nog te binnen. Het is nauwelijks te merken aan de bezoekers van de wekelijkse markt. De tonen van het carillon gaan als regel over de mensen heen. ,, Dat klopt'', zegt Van der Ende. ,,En daarom moeten wij ons zo beijveren om het instrument toch recht te doen, en te laten doen. Daarmee zijn we bijna dag en nacht bezig. Om de beiaard toch maar onder de mensen te brengen. Op dezelfde manier als waarop Piet van Egmond zijn orgel bij de mensen bracht, hoe hij contact legde met de luisteraar, erover vertelde. Zo zou elke beiaardier zij n werk moeten doen. Want zijn instrument is het waard.
Dissonant
"Zeker, dit moment wordt ook voor beiaard muziek geschreven die werkelijk niet te pruimen is. En voor een beiaard is dat funest. Want het geluid daarvan kun je niet zomaar even afzetten. Een hele stad is verplicht om je aan te horen. De klanken dieje voortbrengt hangen als een soort paraplu over de stad. Daarom moetje met grote zorg je repertoire uitkiezen. Onbegrijpelijke, moderne dingen die de mensen vreemd in de oren klinken, kun je dus beter niet spelen. Onlangs heb ik in Dordrecht nog een ontzettend navrante compositie geweigerd. Het betrof een rijksopdracht, gelanceerd op het Holland Festival. Pure milieu-verontreiniging. Dat durf ik best te zeggen. Daar ben ik vakman voor. Want vandaag de dag moetje ,,nee" durven zeggen. Hardop. En zeggen waarom. Natuurlijk moetje er dan wel iets anders tegenover stellen. Dat is een soort ethiek in ons beroep, de boel zuiver houden. In deze tijd met al die giftige stromingen moeten we gezonde taal bezigen. Geen gekke fratsen op een beiaard dus. Deze compositie van het Holland Festival was zoiets. Ongelooflijk dissonant, met fortissimo-knallen in de meest vreemdsoortige ritmes, dan weer acht tellen op een noot wachten, en dan ,,tik - tak brrroooeeem", gevolgd dooreen aantal harde, zinloze riedels. Dan zeggen de mensen, wijzend naar de toren: ,,Nou is fie niet goed geworden". En ze hebben nog gelijk ook."
Klacht
,,In Dordrecht verloopt het contact met de bevolking heel leuk. Sommigen schrijven wel eens een brief over een bepaald stuk dat ze niet verteren konden. En dan ga ik gewoon op huisbezoek. Praten met de mensen, over muziek, over de beiaard, over het werk waar ze over te klagen hadden. Vertellen over achtergronden is dan heel zinvol. Soms neem ik ook wel mensen mee naar boven. Om eens te laten zien hoe alles werkt boven in zo'n tochtige toren. De bevolking heeft daar recht op, want ze zijn ook verplicht om je aan te horen. Zo ontstaan waardevolle contacten.
Om het contact met het publiek extra te bevorderen worden in Dordrecht tal van ,,Open toren-concerten" gehouden. En excursies waarbij de bevolking een blik in de keuken wordt gegund. ,,Voorennamijn concerten wordt er ook altijd gepraat met de aanwezige liefhebbers. Dat doen we inhet,,'tKlockhuis". Dan gaan alle partituren op de grond. Iedereen op z'n knieën er om heen. Ieder mag z'n zegje doen, of hij het nu mooi vond, of niet. Zo wordt het publiek een beetje medeplichtig aan je repertoire-keus."
Koralen
Met bepaalde gelegenheden en op kerkelijke hoogtijdagen als Pasen, Pinksteren, Hemelvaart en Kerst speelt Van der Ende een aangepast programma. Ook psalmen klinken dan veelvuldig. Van der Ende:, ,Nog niet zo lang geleden werd er een kerk gerestaureerd, in een heel orthodoxe plaats. Nee, ik zeg niet welke plaats. Die restauratie zou twee jaar gaan duren. Toen dacht ik, weetje wat. Ik zet Psalm 127 op het automatische speelwerk. Heel toepasselijk, niet? Die Psalm heeft daar die twee jaar gedraaid. Toen uiteindelijk de kerk in gebruik werd genomen heb ik de beiaard daar bespeeld. Veel Psalmen had ik gekozen. Onder meer Psalm 75 en 150. Nou, dat kon niet op hè. Het was een hooggestemd feest, al die psalmen door de lucht, 's Avonds zei een kerklid tegen me; ,.Je moet toch eens wat vaker van die Psalmen spelen, dat horen we nooit op een beiaard." Terwijl toch Psalm 127 daar twee jaar lang geklonken had. Tja, wel teleurstellend. Verbijsterd was ik. Dat komt trouwens vaker voor, dat ideële bedoelingen juist door de kerkmens niet begrepen worden. Met Kerst breng ik bijvoorbeeld een echt Kerstprogramma. Met De Lofzang van Maria, of van Simeon. En Gloria in Excelsis Deo, of Nun kommt der Heiden Heiland. Dat spreekt ook buitenkerkelijken aan, dat merk je. Voor die mensen gaat er een stukje verleden open. Maar de kerkmens blijft vaak onbewogen. ,,Dathoortinde kerk", zeggen ze me dan. ,, Maar ook in de wereld'', werp ik dan maar tegen." ,,Daar moetje wel mee oppassen trouwens, met die kerkelijke sfeer op een beiaard. Anders pruimt ,,Links" het niet. Dan komen ze bij je en willen ze dat je de Internationale speelt, of zo. Nou, dat doe ik dus niet. Want een beiaardier is geen veriengstuk van allerlei verzuilingen."
Vooral op feestdagen speelt Van der Ende muziek die iedereen begrijpt.,,Dat mag wel virtuoos gebeuren, maar het moet in elk geval ontdaan zijn van bravourevertoon. Met Kerst bijvoorbeeld speel ik wel eens een 'leel simpel koraal van ,,Stile nacht". Dat slaat enorm aan bij de mensen. Ja, je kunt wel zeggen dat het muzikaal en inhoudelijk gehalte van zo' n lied onder de maat is, zo nauw verbonden met hun kerstbeleving, dat je het ze niet onthouden mag. Kerstfeest moetje vieren als iets eenvoudigs. Als kenmerk van het ware, hoe versleten dat ook klinkt. Vooral het slot van zo'n bespeling moet eenvoudig zijn, simpel bijna. Ik besluit altijd met een koraal, ontdaan van alle versieringen. Daarmee geef ik de klanken weer terug aan de stilte.
,,Hetzelfde deed Jan Zwart eigenlijk al met zijn orgelspel. Maar ik houd op zo'n moment meer van simpele eenvoud in harmonisaties dan van de manier waarop hij het deed. Op dat moment moet je geen toestanden meer overhoop halen. Want het gaat niet om datgene wat de musicus allemaal kan. maar om het lied."
1985
Reeds in de loop van 1983 werden alle gemeentebesturen benaderd door de Stichting Musica '85. Dit met het oog op muzikale activiteiten in het Muziekjaar 1985. Er werd ook een beroep gedaan op de beiaardwereld. Onder meer werd besloten om op 1 januari 1985's morgens om 12.00 uur alle Nederlandse beiaarden dezelfde melodie ten gehore te laten brengen. Daarmee moet het „Europese jaar van de muziek 1985" worden ingeluid. Jaap van der Ende besloot, in overleg met een groot aantal andere beiaardiers, niet mee te doen. ,,Inelk geval speelt het probleem dat er onvoldoende beiaardiers zijn om de 200 beiaarden die we in Nededand hebben behoorlijk te bemannen. En dan dat,,inluiden". Wij, beiaardiers, zijn toch geen klokkeluiders of zoiets? Wij willen musici zijn van hoog gehalte. Bij ons moetje dus niet aankomen om iets in te luiden. Wanneer dat dan toch zo nodig moet, okee, laat de klok maar luiden. Maar laat er geen beiaardier voor werken."
Jaap van der Ende kiest er heel duidelijk voor om op dat tijdstip op Nieuwjaarsdag zijn traditionele Nieuwjaarsconcert te spelen op de Dordtse beiaard.,,Dat is traditie, aansluitend op de kerkdienst. Met uitsluitend Nederlandse werken.''
,, Wij zetten er natuurlijk wel het nodige tegenover. Er zal door ons ruime aandacht worden besteed aan Bach, Handel en Scariatti, die herdacht zullen worden. Misschien ook nog aan Schütz. Maar dan op een gunstiger moment, in de zomer, of zo. We gaan grootse dingen doen. Er komt vast een concert met allemaal werken van Scariatti en een heel Bach-programma, zowel in Dordrecht als in Gouda."
Arrangementen
Op wat positieve uitschieters (Matthias van den Gheyn) na, is er weinig goede muziek voor beiaard voorhanden. Van de te herdenken componisten (Bach, Handel, Scadatti, Schütz) heeft uiteraard niemand voor beiaard gecomponeerd. Maar met vindingrijkheid kom je in de regel ver: ,,Met behulp van historische gegevens kunnen we die leemte door middel van arrangementen best opvullen. Dan moetje niet denken aan muziek die origineel voor orgel is geschreven, of voor orkest. Want dan gaan de mensen zeggen, ,,het zijn maar arrangementen". Je moetje meer richten op bijvoorbeeld literatuur voor viool, luit, cello enz. Dat zijn instrumenten die veel gemeen hebben met de beiaard. De virtuositeit van de violist, die is op een beiaard best bij te houden. De nuances kunnen we zelfs overtreffen. En vooral, vioolmuziek bestaat toch heel vaak uit een vaste toon waar de andere snaren tegenaan werken, dat is voor een beiaardier een kolfje naarz'n hand. Daar zit een enorme verwantschap in. Zo heb ik in 1977 alle viool-solowerken van J. S. Bach gespeeld. Een unicum in de beiaardwereld. Dat is grote literatuur, die uit een beiaard puntgaaf tevoorschijn kan komen. Ik vind dat dat kan. Want je moet muziek nooit onder de tirannie van een bepaald instrument brengen. Dan doe je de muziek tekort. Kijk maar naar Bach. Die was op een gegeven moment zo hoog geklommen dat hij, op het moment dat de Kunst der Fuge tot stand kwam, niet meer aan een bepaald instrument dacht. Dat werd gewoon abstracte muziek. Dat kon,, dan sus, dan soo", zoals men in die tijd zei. Bach arrangeerde zelf toch ook. Dat is onder meer duidelijk te zien in zijn cantates. Nee, wij redden ons volgend jaar best.
Eerbied
Heel doordacht geeft Jaap van der Ende zijn mening prijs. Van nieuwlichterij is hij niet gediend: ,,AIsje nu vanmiddag de natuur in zou gaan. dan onderga je een grootse schoonheid. Maar die is wel 6000 jaar oud. Elk grassprietje, elke boom ziet er nog steeds hetzelfde uit. Dat is voor mij wel een teken dat we niet al te zeer op moeten gaan in de mode. Als vandaag niet meer op gisteren mag lijken, dan zijn we behooriijk op drift. Dat geldt ook voor muziek. Je mag best eens fortissimo spelen, ook met veel bravoure. Maar blijf altijd met eerbied, met respect, het resultaat beluisteren. Vandaag de dag is er al zoveel geweld. Kom dan toch eens tot meer rust, tot meer klaarheid. Dat zijn symptomen van een zuivere, jonge loot. Richt je dus vooral op tijdloze schoonheid. Dat is veelbelovend voor de toekomst.
Lees je Bijbel er maar op na: Grote waarheden werden bijna altijd gefluisterd. Het was als het suizen van een zachte stilte. Want onweersbuien en klatergoud, dat valt zo vaak naast het doel. Al dat geweld en al die hedendaagse heisa, het is fnuikend. Als iemand rustig zit te vissen, dan moet Hilversum 3 nog aan. Daarom heb ik uit principe geen radio in mijn auto. Wel een stemvork. Want zo af en toe, moet ik toch ook eens hardop zingen. En zelfs dat moet zuiver." l< />
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1984
Terdege | 64 Pagina's