BEVESTIGING/INTREDE KANDIDAAT/DS. W. MOUW TE OPHEUSDEN

Woensdag 23 augustus was een blijde dag voor onze gemeente vanwege de bevestiging/intrede van kandidaat/ds. W. Mouw. De bevestigingsdienst werd geleid door zijn vader, ds. G. Mouw. In een voorwoord stond hij stil bij de les van de pottenbaker (Jeremía). De prediking was n.a.v. Johannes 17:18-20, met als thema:’Het Hogepriesterlijke gebed’ en de volgende punten:
1. De zending (vers 18).
2. De opdracht (vers 19).
3. De voorbede van Christus (vers 20).

1. De tekst staat in het Hogepriesterlijke gebed. Het is Gods dierbaar Woord Dat ons wijs kan maken tot zaligheid. Het gebed is een sterk wapen dat de Heere Zijn volk geeft. Hoe staat het met ons gebedsleven? Liggen wij in Zijn gebed begrepen? Hij is die biddende en dankende Hogepriester. Hoe meer wij van Hem mogen ontvangen, hoe armer wij worden.
2. De opdracht. De kandidaat is ook een mensenkind. Maar dan staat er:’lk heilig Mijzelven voor hen!’. Dat is voor de kerk des Heeren, waarvoor Hij de weg gegaan is van lijden en sterven.
3. Liggen er in Opheusden nog in Zijn voorbede begrepen? ‘Ik heb nog andere schapen…’ We zijn nog in de mogelijkheid om tot God bekeerd te worden. Hij gedenke en zegene uit Sion.

Vervolgens werd het formulier gelezen. De kandidaat mocht plechtig uitspreken: ‘Ja ik, van ganser harte’. Aan de handoplegging namen deel: ds. J.J. van Eckeveld, ds. G.J. van Aalst, ds. P. Mulder, ds. G. Clements, ds. C. Hogchem en ouderling M. van Dam.
Daarna volgde een hartelijke toespraak van de bevestiger tot zijn zoon, familie en de kerkenraad en de gemeente van Opheusden.

In de avonddienst deed ds. W. Mouw intrede. De prediking was n.a.v. Jeremía 21:8, met als thema: “De rechte prediking van het Woord” en de volgende punten:
1. Het gezag van dat Woord;
2. De vertroosting in dat Woord;
3. De vermaning in dat Woord.

1. Het gaat om een volk dat zich bevindt in bange omstandigheden. Het zijn de laatste dagen van koning Zedekia. De koning van Babel is gekomen en heeft Jeruzalem voor de tweede keer belegerd. Er komt honger en pest in de stad, waardoor velen sterven. Dan pas denkt Zedekia aan God. Jeremia moest tot Zedekia alleen het oordeel prediken. Maar tot het belegerde, uitgehongerde en radeloze volk van Jeruzalem moest hij prediken dat het nog kan. Die boodschap mogen we in deze dag ook in uw midden leggen. Jeremia was ambtelijk afgezonderd tot de dienst des Heeren, ook al had hij bezwaren dat hij niet kon spreken. De Heere nam alle bezwaren weg. En zo werkt de Heere nog. Als de Heere afzondert tot de heilige dienst, dan moet je Zijn weg gaan en Zijn woorden spreken.
2. De vertroosting in dat Woord is de weg des levens. Van nature wandelen we niet op de weg des levens. Op de smalle weg worden we gebracht wanneer we gaan door de enge poort van de waarachtige wedergeboorte. De weg die na die poort komt, is een nauwe weg waar we moeten leren wat het is onszelf tegen te hebben op reis naar de eeuwigheid. Op die weg krijgt u te doen met de listen van de duivel, met een Gode vijandig bestaan dat niet buigen en bukken wil. Toch is het een uitnemende weg vanwege ontmoetingen met hun dierbare Koning en de hemel weleens scheuren mag en zij iets mogen ontvangen van de zoetigheid die in Christus is. Bekeert u dan.
3. De vermaning in dat Woord gaat over de weg des doods waarop de duivel de zonde voorhoudt en je niet kermt over de zonde. Maar het einde is de dood. Die in deze stad blijft, zal sterven. Maar die er uitgaat valt voor de slaande hand Gods en zal leven en zijn ziel zal tot een buit zijn. Om dan het recht Gods eens te mogen toevallen. Voor zo’n zondaar krijgt Jezus waarde en gaan de poorten der gerechtigheid open in een Ander. Daar hebt u een gepast voorwerp voor een rijke, lieve en dierbare Christus.

Daarna sprak ds. W. Mouw een dankwoord tot zijn vader en diverse andere personen en instanties. Toespraken volgden door: de consulent, ds. J.J. van Eckeveld, namens de Classis Utrecht, PS Noord-West en het Curatorium, burgermeester J. Kottelenberg van Neder-Betuwe namens de burgerlijke overheid, ds. A. van Voorden namens de plaatselijke kerken, student H.J. Agteresch namens de studenten en ouderling M. van Dam namens kerkenraad en gemeente.
Namens de kerkenraad van Opheusden,
ouderling J. Willemsen, scriba.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen