Gezinsvorming, een teer onderwerp [3]
Vader en moeder worden
Het is altijd een heel bijzonder moment als het eerste kindje in een gezin geboren wordt. Bij de geboorte wordt ervaren dat niets zo van jezelf is als een eigen kind en tegelijk dat het een geschenk is. Dit zijn twee tegenstrijdige gevoelens op hetzelfde moment, die de blijdschap en verwondering zo groot maken.
Vader en moeder worden en nieuw leven in de armen houden, verootmoedigt. Direct worden de ouders overstelpt door gevoelens van liefde voor hun pas geboren kind. Dat maakt het wonder nog groter. En een wonder laat zich niet begrijpen. Vader en moeder worden is een geschenk van de Heere, Die de Schepper is van dit nieuwe leven.
Het geboortekaartje
Gelukkig als dit wonder ook tot uitdrukking komt op het geboortekaartje, dat dit kind uit Gods scheppende hand ontvangen is. Het geboortekaartje is een kennisgeving met een belijdenis van Wie we dit kind hebben ontvangen. Het zou heel tegenstrijdig zijn als er op het kaartje zou staan: wij hebben een kind genomen en… uit Gods hand ontvangen. De belijdenis dat God de Schepper is van dit leven betekent tegelijk dat Hij de Gever is. Dit sluit de gedachte van het ‘nemen van kinderen’ van onze kant uit.
De praktijk is dat de intense verwondering gaandeweg afneemt als het leven weer zijn gewone gang neemt. Blijven we dan onze kinderen ook nog zien als van God gegéven panden?
Van Jakob lezen we dat hij, als hij terugkeert uit Padan-Aram met zijn gezin, Ezau ontmoet. In Genesis 33:5 vraagt Ezau: ‘Wie zijn dezen bij u?’ Jakob geeft in hetzelfde vers als antwoord: ‘de kinderen die God uw knecht genadiglijk verleend heeft’.
Met het kind voor Gods aangezicht
Het is altijd een ontroerend moment als ouders hun kind ten doop houden in het midden van de gemeente. De Drie-enige God wil als de God van het Verbond Zijn Naam verbinden aan de naam van het kind. De Heere heeft dit kind apart gezet en voorafgaande aan de doop wordt gebeden of de Heilige Geest dit kind uit grondeloze barmhartigheid wil inlijven in Christus. Dat is de wedergeboorte, opdat het kind eenmaal zonder verschrikken en getroost zal kunnen verschijnen voor de rechterstoel. We horen in het dankgebed onze vaderen, in die tijd van vervolgingen en grote kindersterfte, belijden dat ze nergens anders met hun kinderen heen kunnen dan ze voor tijd en eeuwigheid toe te vertrouwen aan de Heere.
Ziende op de bange tijd viert niet de boventoon van ‘wat moet dit kind allemaal gaan meemaken en wat zal er van dit kind terechtkomen’, maar wel de beleving dat dit kind alleen geborgen is als de Heere Zijn zorgende hand over dit kind uitstrekt. Wat is deze belijdenis voor ons een beschamende les en aansporing om op de Heere ons vertrouwen te stellen in de opvoeding.
Geboorte tweede kind
Als opnieuw de kinderzegen wordt ontvangen, is er dezelfde verwondering als bij het eerste kind. Tegelijk doen de ouders de ontdekking dat je van een tweede kind net zoveel houdt als van het eerste. Het is nog altijd waar wat vroeger gezegd werd: ieder kind brengt zijn liefde en plek mee.
Wat heeft de Heere alles wonderlijk in de schepping gelegd; een kind schenken en daarbij ook vanaf het eerste begin liefde voor dit kind leggen in de harten van de ouders.
En als er meer kinderen komen…
Het is een ervaring die alle ouders met meer dan twee kinderen opdoen, dat de liefde tot een kind totaal niet afhankelijk is van de rangorde die een kind in het gezin inneemt. Ouders blijken van ieder kind evenveel te (kunnen) houden! De tijd en aandacht moeten wel verdeeld worden onder de kinderen, maar de liefde duidelijk niet.
Het is ook heel bijzonder dat kinderen nooit behoeven te leren hoe ze van een nieuw broertje of zusje moeten houden. Dat gaat vanzelf, omdat de Heere dat zo wonderlijk heeft gemaakt. Wat is het mooi als je zo een jong gezin met opgroeiende kinderen waarneemt waar liefde en geborgenheid is met en onder elkaar.
Tegelijk komen bij kraambezoek, soms schuchter, de vragen waar ouders mee worstelen nu hun gezin zo groot is geworden. Dan vertellen de ouders vaak van hun pijn en het verdriet omdat ze vanuit de omgeving veel onbegrip ervaren. De omgeving, de wereld maar ook kerkleden, vinden dat het gezin onderhand wel groot genoeg is. In de volgende artikelen gaan we er nader op in wat er dan zoal doorworsteld wordt door ouders.
(wordt vervolgd)
ds. A. Schreuder, Rijssen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2016
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2016
De Saambinder | 20 Pagina's