Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERSLAG BEVESTIGING EN INTREDE DS. J. SCHIPPER TE LEERDAM

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERSLAG BEVESTIGING EN INTREDE DS. J. SCHIPPER TE LEERDAM

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op dinsdagmiddag 14 januari jl. werd ds. J. Schipper bevestigd tot predikant van onze gemeente. Onze consulent, ds. M. Karens, ging voor in de bevestigingsdienst. Hij wees erop dat Gods wegen heilig zijn, nu de gemeente na 48 jaar vacant te zijn geweest, haar derde predikant uit Zijn hand mag ontvangen. De tekst voor de prediking was Johannes 1:6, 7. Het thema, ‘Een Evangeliedienaar door God gezonden’, werd overdacht in drie punten: zijn persoon (vs. 6), zijn opdracht (vs. 7a) en zijn doel (vs. 7b).

Johannes de evangelist tekent zijn leermeester, Johannes de Doper, als ‘een mens van God gezonden’. Ook deze grote in de heilsgeschiedenis was een vergankelijk en zondig Adamskind. Ambtsdragers zijn en blijven mensen. Dat is verootmoedigend, maar ook bemoedigend. God weet wat van Zijn maaksel is te wachten. Johannes was een begenadigd mens. Hij ontleende zijn ambtelijke bevoegdheid aan God en was Hem verantwoording verschuldigd. Nodig is dat ambtsdragers persoonlijk mogen weten van God gezonden te zijn. Waar Hij zendt, maakt Hij ook gewillig. Geen engelen, maar nietige mensjes uit het stof wil Hij gebruiken. Ze hebben hun zwakheden, afdwalen en strijd, maar leren, door Goddelijke genade ingewonnen, Zijn weg te gaan.
Johannes’ opdracht is om te getuigen van het Licht, van wat hij gehoord en gezien heeft. Getuigen heeft te maken met martelaarschap. Het gaat gepaard met voetstappen drukken van het Licht. Dit Licht is het eeuwige Woord, Waardoor de mensen ook ter zaligheid verlicht worden (kt. 18); Gods Zoon, het Licht der wereld. Ook in Leerdam liggen velen dood in zonden en misdaden. Nu komt er een mens van God gezonden, die gaat getuigen van het Licht, opdat de duisternis in het leven van verloren zondaren zou opklaren. Hoe meer dat Licht in het getuigenis mag doorklinken, hoe meer alle andere lichten en sterren verbleken. Johannes zei: ‘Hij moet wassen, maar ik minder worden.’
Het doel van Johannes’ getuigenis was niet dat ze ín hem, maar dóór hem zouden geloven. Dóór zijn ambtelijke arbeid, ín het Licht geloven. Het doel waartoe God een herder en leraar schenkt, is opdat zondaren komen tot waarachtige bekering en zaligmakend geloof. Het verlangen van de rechte dienaar des Woords is om gebruikt te worden om duistere, verloren zondaren tot het Licht te leiden. De Heere wil de verkondiging van Zijn Woord gebruiken opdat er voor dat Licht plaats komt. Johannes wees de ongerechtigheid aan, de eigengerechtigheid af en wees heen naar de volkomen gerechtigheid van Christus. Wie zaligmakend leert geloven, gelooft dat hij voor God niet kan bestaan, maar ook hoe er een weg bij God vandaan is. ‘Opdat zij allen door hem geloven zouden’, niet alleen de sympathieke gemeenteleden, maar állen. De rechte dienaar des Woords heeft er niet een voor de duisternis over. Dat de verwondering over het feit dat God een evangeliedienaar zendt, naar Hem zou mogen uitdrijven.
Na het lezen van het formulier richtte de bevestiger zich in hartelijke bewoordingen tot zijn medebroeder en diens familie, en tot kerkenraad en gemeente. De gemeente zong haar predikant staande Psalm 20:1 toe.

’s Avonds deed ds. Schipper intrede in zijn derde gemeente. Hij bediende Gods Woord uit Exodus 3:15, en overdacht in twee gedachten ‘De zending van Mozes’: door Wie en waartoe hij gezonden wordt.
Mozes moest veertig jaren Jethro’s schapen hoeden, om zachtmoedigheid te leren, om geduldig met een volk te kunnen omgaan, maar ook om te leren afzien van weelde en welvaart. Ook een dienaar des Woords krijgt lessen in de praktijk van het leven, om te leren dienen in afhankelijkheid van de Heere. Mozes voelde zich een vreemdeling in een vreemd land, maar mocht ook ervaren dat God zijn Hulp was. Mozes hoorde bij een brandend braambos dat niet verteert, de stem des Heeren en zag. We moeten getrouw opkomen onder het Woord, want het geloof is uit het gehoor, en het gehoor door het gepredikte Woord Gods. Dan gaat de heerlijkheid des Heeren zich openbaren. Gods volk leert zich als een doornstruik kennen. Zij kunnen niet bestaan voor God, Die een verterend Vuur en een eeuwige Gloed is. Dat het brandende braambos niet verteert, kan alleen omdat de Engel des HEEREN, Christus Jezus, erin is. Alleen in Hem kan de mens voor God bestaan. Wat Hij voorwerpelijk heeft aangebracht, moet onderwerpelijk in hart en leven gestalte krijgen. De God van Abraham, Izak en Jakob zond Mozes. Wij mogen vrijmoedig getuigen dat de Heere ons naar Leerdam gezonden heeft. Er waren al werkzaamheden toen we nog in ’s-Gravenpolder waren, maar we moesten eerst naar Dirksland. Op Gods tijd mogen we het werk hier aanvangen.
Mozes wordt geroepen om de kinderen Israëls uit Egypte te voeren en naar Kanaän te leiden. Mozes leeft zijn onwaarde in: ‘Wie ben ik?’ Hij heeft leren kennen wie hij zelf is, maar ook Wie God is. God maakt in het bevindelijke leven, ook van Zijn knechten, altijd weer plaats voor Zijn eigen Persoon en werk. Mozes hoeft het werk niet alleen te doen, want de Heere belooft: ‘Ik zal voorzeker met u zijn.’ Als Mozes zich afvraagt welke Naam hij moet noemen, openbaart God Wie Hij is, de IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL, de God van het genadeverbond. De Heere heeft mij naar Leerdam gezonden om van die eeuwige Naam te getuigen. Het komt eropaan dat we in die Naam besloten liggen. Nodig is dat we de zwartheid van onze eigen naam leren kennen. Dan alleen zal die Naam in ons leven waarde krijgen. Zijn Naam zal eeuwig de eer ontvangen.

Ds. Schipper werd toegesproken door ds. H. Hofman namens de classis Dordrecht en de particuliere synode Zuidwest, door burgemeester M. Houtman, door ds. J. van Walsem namens de plaatselijke kerken en door ouderling P.D.C. Verrips namens kerkenraad en gemeente. Deze liet Psalm 132:6 en 10 zingen, waarna ds. Schipper voor het eerst als eigen predikant de zegen op de gemeente legde.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2014

De Saambinder | 16 Pagina's

VERSLAG BEVESTIGING EN INTREDE DS. J. SCHIPPER TE LEERDAM

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2014

De Saambinder | 16 Pagina's