BEVESTIGING EN INTREDE DS. G. PATER TE RIDDERKERK

Na een vacante periode van slechts ruim een halfjaar mocht onze gemeente op 10 juli tot haar blijdschap weer een eigen herder en leraar ontvangen in de persoon van ds. G. Pater. De bevestigingsdienst werd geleid door ds. M. Joosse. Hij sprak n.a.v. Matth. 28 : 20: ‘En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot aan de voleinding der wereld’. Het thema van de preek luidde : ‘Een belofte van Immanuël voor Zijn knechten’.
Achtereenvolgens werd stilgestaan bij:
1. De aandacht voor deze belofte;
2. De Spreker van deze belofte;
3. De inhoud van deze belofte.
Mattheüs is de schrijver van dit Evangelie.
Hij is geroepen vanuit het tolhuis. Is daarom ds. Pater naar Ridderkerk gekomen, omdat u geroepen moet worden uit de dienst der zonde? Het Woord dat de Heere Jezus had gesproken tijdens Zijn omwandeling kwam weer terug in het leven van de discipelen. Hij had hen onderwijs gegeven over het komende Koninkrijk der hemelen: ‘Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid.’ Ze waren arm en afhankelijk. Ze treurden vanwege de zonde, maar in dat treuren lag meer blijdschap dan de wereld geven kan.
‘Ik ben met ulieden…’ Hier spreekt ‘de Ik zal zijn, Die Ik zijn zal’, de eeuwige, onveranderlijke God. Immanuël is gekomen om Gods Raad uit te dienen. Daarom moeten ook Gods dienaren uitgaan. Het gaat om Zijn Koninkrijk, om de eer van Zijn Naam.
Jezus preekte ‘separerend’: vermoeiden en belasten worden genodigd, maar rijken worden ledig weggezonden. Als Gods knechten zo mogen preken, dan zullen ze ervaren dat Hij de Getrouwe is. Zijn welbehagen gaat door, ondanks de zonden en tekortkomingen van Zijn knechten.
De opgestane Levensvorst belooft ‘Ik ben met ulieden…’ als u doorgaat met onderwijzen, met dopen. Er is geen verwachting van Gods knechten, maar wel van Hem. Daartoe is de werking van de Heilige Geest zo nodig, maar ook het gebed van de gemeente voor de predikant. ‘Ik ben met ulieden’…., dat is de troost voor Gods volk. Dat volk komt thuis, omdat Hij Zijn Woord waarmaakt. De Heere stelle ds. Pater tot een rover van de hel in het midden van de gemeente.
Na het lezen van het formulier om de dienaren des Woords te bevestigen verbond ds. Pater zich met de woorden: ‘Ja ik, van ganser harte’ aan zijn nieuwe gemeente.
In een persoonlijk woord wees ds. Joosse op de noodzaak dat Immanuël mee zou komen in de prediking. Zonder Hem zal het niet gaan, maar met Hem zal het uitlopen op de eer van Zijn Naam. Staande werd ds. Pater de Morgenzang vers 3 en 4 toegezongen.
’s Avonds deed ds. Pater intrede met de woorden uit Handelingen 3 : 6, samengevat in het thema: ‘Gods welbehagen in het leven van de kreupele’. Dit werd uitgewerkt in drie gedachten:
1. De komst van de onderherder;
2. De kracht van de Opperherder;
3. De liefde tot hun Zender.
In zijn inleiding verhaalde ds. Pater kort hoe de Heere zijn hart had overgebogen naar Ridderkerk. De Heere heeft het afgedrukt in het hart dat de gemeenteleden op doorreis zijn naar de eeuwigheid.
Petrus, die gevallen maar ook begenadigde onderherder, moest naar Gods eeuwig welbehagen naar de tempel. Hij was vervuld met een brandende liefde in zijn hart tot medezondaren. Hij was er van overtuigd dat God op het hoogst verheerlijkt moet worden en de zondaar op het diepst vernederd. Petrus sprak: ‘Zie op ons…’, dat wil zeggen: let op onze woorden. Het gaat niet om de onderherder, maar om wat hij mag doorgeven van de hemel: de boodschap aan geestelijk kreupelen. ‘Goud en zilver heb ik niet….’, dat ziet op een afsnijdende prediking. Maar heenwijzend naar Christus, de enige Naam gegeven tot zaligheid.
Petrus spreekt over een levende Jezus, Die Zijn Kerk heeft gekocht, en dat niet met goud en zilver. Maar Hij heeft Zijn leven afgelegd voor de Zijnen.
De kreupele wordt genezen op het Woord Gods door Petrus gesproken. Hij mag nu met Gods kinderen en knechten opgaan naar de tempel. In de tempel is het altaar, dat ziet op het offer van Christus. Hij mag God loven, Hem danken voor Zijn onuitsprekelijke Gave. Ds. Pater spreekt als zijn wens en bede uit dat zo de bediening van het Woord gezegend mag worden in de gemeente. Dat geleerd mogen worden de drie stukken, de twee wegen en de enige Naam onder de hemel gegeven tot zaligheid.
Aan het einde van de dienst sprak ds. Pater een kort dankwoord uit. Hierna werd hij toegesproken door ds. G.J. van Aalst, namens de Particuliere Synode Zuid-West en de classis Ridderkerk. ‘De preekstoel is het beste plekje van Ridderkerk. Moge de Heere u kracht geven uit deze woorden: ‘…maar trouwe God Gij zijt…’ Vervolgens voerde ds. H.J. Lam het woord namens de plaatselijke kerken. Burgemeester mw. A. Attema riep ds. Pater een hartelijk welkom toe namens de burgerlijke gemeente. Hierna sprak ouderling B. Kok namens kerkenraad en gemeente enkele welmenende woorden. Laatstgenoemde verzocht de aanwezigen om ds. Pater staande Ps. 37 : 2 toe te zingen. Tenslotte legde ds. Pater voor de eerste maal als eigen herder en leraar de zegen op de gemeente.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen