Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zoeken naar kerkelijke eenheid (1)

Bekijk het origineel

Zoeken naar kerkelijke eenheid (1)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In drie artikelen wordt ingegaan op hoe in de loop der jaren het Deputaatschap Kerkelijke Eenheid zijn werkzaamheden heeft verricht. In het eerste artikel wordt het ontstaan van dit deputaatschap geschetst en hoe er ontmoetingen en gesprekken hebben plaatsgevonden met verschillende kerken. Het tweede en derde artikel zijn een weergave van de bezinning die er heeft plaatsgevonden op het thema kerkelijke eenheid en verscheidenheid. Het deputaatschap overweegt om aan deze bezinning ook nog op een andere manier aandacht te geven.

Een nieuw initiatief
Op de Generale Synode van onze gemeenten in 2001 vond naar aanleiding van ingediende instructies door de particuliere synodi Noord-West en Oost een uitvoerige gedachtewisseling plaats over de kerkelijke gescheidenheid. Daarbij werd met name de wens uitgesproken dat, nadat in 1965 daartoe reeds pogingen in het werk waren gesteld, opnieuw het gesprek zou worden aangegaan met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Besloten werd een commissie in te stellen die de naam kreeg Commissie Kerkelijke Eenheid en Verscheidenheid (KEV). Deze commissie heeft als synodale commissie bestaan tot de Generale Synode van 2010 en is toen omgezet tot een deputaatschap: het Deputaatschap Kerkelijke Eenheid.

De Generale Synode van 2001 sprak bij de instelling van de commissie Kerkelijke Eenheid en Verscheidenheid het volgende uit: ‘De Generale Synode, onderkennende de Schriftuurlijke eis van de éénheid van de ware Kerk des Heeren, ziet met droefheid het verbroken zijn van de kerk in de zichtbare gestalte en gevoelt de noodzaak tot bezinning hieromtrent en stelt een commissie in om hieraan leiding en inhoud te geven. De Generale Synode onderkent intussen dat om aan deze bezinning en eventuele contacten goed deel te kunnen nemen, het hebben van goed kerkelijk besef en het bekend zijn met de (eigen) kerkgeschiedenis van groot belang is’.

Ontmoetingen en bezinning
De commissie is in stilte aan het werk gegaan, heeft ontmoetingen en gesprekken gehad met vertegenwoordigers van verschillende kerken en op iedere Generale Synode Schrifhaar bevindingen gerapporteerd. Gesprekken zijn gevoerd met de Oud Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Christelijke Gereformeerde Kerken en met de Hersteld Hervormde Kerk.
De synode sprak uit dat het gesprek moest worden aangegaan met de officiële vertegenwoordigers van deze kerken en via kerkelijke kaders diende te verlopen. Dit betekent dat geen gesprekken zijn gevoerd met organisaties als bijvoorbeeld de Gereformeerde Bond in de Protestantse kerk in Nederland, en met de groep Bewaar het Pand binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, hoewel beide groepen ons in deze kerkverbanden het meest verwant zijn.
Ook is een bezinnende notitie over kerkelijke eenheid en verscheidenheid opgesteld die door de synode van 2001 werd vastgesteld. Op de Generale Synode van 2010 werd opnieuw een notitie besproken en vastgesteld ter verdere bezinning op het vraagstuk van de kerkelijke verscheidenheid en de opdracht tot kerkelijke eenheid.

Deputaatschap Kerkelijke Eenheid
Aan de hand van het rapport van de commissie besloot de synode van 2010 de commissie niet op te heffen maar om te zetten in een deputaatschap: Deputaatschap Kerkelijke Eenheid (DKE). Dit besluit van de synode was niet gebaseerd op het feit dat er grote praktische resultaten door de commissie waren geboekt. Het besluit was wel gebaseerd op het feit dat het een voluit Bijbelse opdracht is om te zoeken naar kerkelijke eenheid.
Door een deputaatschap in te stellen laat de synode zien dat onze gemeenten als kerkverband deze Bijbelse opdracht, ondanks de weerbarstige werkelijkheid, zeer ter harte gaat. Het besluit was ook gebaseerd op het feit dat door de gevoerde gesprekken er toch sprake is van een wederzijdse ontmoeting waarin zaken uitgesproken kunnen worden.

Mandaat
Bij de instelling van het Deputaatschap Kerkelijke Eenheid (DKE) heeft de synode uitgesproken dat het zoeken van kerkelijke eenheid een meer permanent karakter moet krijgen.
Het deputaatschap kreeg als opdracht mee: ‘voortgaande bezinning op het Bijbelse uitgangspunt ten aanzien van de eenheid van de Kerk en het in verband daarmee zoeken van kerkelijke eenheid met hen die op dezelfde grondslag van Schrift en Belijdenis staan en met wie geestelijke herkenning bestaat. Hiervan uitgaande luidt het mandaat vervolgens: ‘Een toenaderend gesprek te voeren, contacten te onderhouden en zo mogelijk op daarvoor geëigende terreinen in gezamenlijkheid op te trekken met kerken die op dezelfde grondslag van Schrift en Belijdenis staan en met wie geestelijke herkenning bestaat’.
Kernpunten in het mandaat zijn het gaan in het spoor van de Schrift en van onze gereformeerde belijdenis en het zoeken naar geestelijke herkenning.

Goede sfeer
In het algemeen kan worden gesteld dat de gesprekken die periodiek met de genoemde kerken zijn gevoerd de gelegenheid hebben geboden om in een goede sfeer en op een openhartige wijze met elkaar van gedachten te wisselen. Deze ontmoetingen bieden de gelegenheid om elkaar te informeren over belangrijke ontwikkelingen binnen de kerkverbanden, zorgen te delen over ontwikkelingen binnen de samenleving in het algemeen en binnen de eigen kring in het bijzonder, na te gaan welke mogelijkheden er zijn voor samenwerking en op welke wijze men elkaar tot steun zou kunnen zijn.
Door elkaar regelmatig te ontmoeten kunnen soms ook karikaturen worden weggenomen die in de loop der tijd ten aanzien van elkaar zijn ontstaan of ook mogelijk zouden kunnen ontstaan. Niet in het minst door de wijze waarop in de kerkelijke bladen en andere publicaties over elkaar wordt geschreven.
Dit laatste heeft vooral zijn nut bewezen in de ontmoetingen die er geweest zijn met de vertegenwoordigers van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De droevige scheuring van 1953 zal wel niet direct opgeheven kunnen worden door deze ontmoetingen, maar het is wel een verblijdende ontwikkeling dat we elkaar weer ontmoeten en over belangrijke zaken van verleden en heden met elkaar van gedachten kunnen wisselen.
Tijdens de ontmoetingen is ook uitvoerig en diepgaand van gedachten gewisseld over wezenlijke zaken als de toe-eigening van het heil, de prediking, het aanbod van genade, de betekenis van de beloften en het verbond in relatie tot de Woordverkondiging, enzovoort. Met alle genoemde kerken heeft bijvoorbeeld een bespreking plaats gevonden van het door de Generale Synode van 2001 uitgegeven boekje ”Louter Genade” (over verbond, beloften en prediking). Ook heeft enkele malen een bespreking plaats gevonden van preken van predikanten van elkaars kerkverband over eenzelfde tekst uit Gods Woord of over eenzelfde Zondag van de Heidelbergse Catechismus.
Soms mag tijdens de gevoerde gesprekken worden geconstateerd dat er veel overeenstemming is over wezenlijke zaken en mag er ook sprake zijn van geestelijke herkenning. In alle eerlijkheid moet echter ook worden gezegd dat in andere gevallen duidelijke verschillen in de visie op de genoemde wezenlijke aspecten van het kerk zijn, openbaar komen. Soms blijkt daarbij ook heel schrijnend het verschil in opvattingen binnen de kerkverbanden zelf, waardoor het gesprek moeilijk en minder vruchtbaar wordt. Van deze ambtelijk gevoerde gesprekken en contacten, die in stilte worden gevoerd, wordt via de gebruikelijke driejaarlijkse rapportage verslag gedaan aan de Generale Synode.

Andere interkerkelijke verbanden
Deze ontmoetingen van het DKE met andere kerkverbanden, een of twee keer in de loop van drie jaar, betreffen de officiële, ambtelijke contacten tussen kerkverbanden met elkaar.
Daarnaast vindt er natuurlijk binnen andere verbanden op verschillende terreinen al jarenlang een intensieve samenwerking plaats. Bijvoorbeeld op de terreinen van het onderwijs, de zorg, de politiek, enzovoort.
Hoewel de reformatorische zuil door sommigen recent nogal onder kritiek wordt gesteld, is de ontmoeting binnen de zuil ook voor de relatie met vertegenwoordigers van andere kerken zeker waardevol. Niet zelden mag ook op die wijze een geestelijke herkenning worden ervaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2013

De Saambinder | 20 Pagina's

Zoeken naar kerkelijke eenheid (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2013

De Saambinder | 20 Pagina's