Pastoraat en kerkrecht bij huwelijk en echtscheiding
De Generale Synode van onze gemeenten heeft in 2008 het rapport De heilige huwelijke staat aanvaard. In dat rapport wordt de heiligheid, de onschendbaarheid en de onbreekbaarheid van het huwelijk als een verbond voor Gods aangezicht benadrukt. Het rapport gaat ook in op vragen rond echtscheiding en een tweede huwelijk. Om de kerkenraden te helpen in deze vaak zo weerbarstige problematiek is een handreiking voor de toepassing van de kerkelijke tucht opgesteld en aan de kerkenraden toegezonden. Maar een kerkenraad heeft niet alleen de taak de kerkelijke tucht toe te passen. Ook zal er op een pastorale wijze moeten worden gehandeld met betrokken gemeenteleden die in de problemen zijn gekomen in of rond het huwelijk. Hoe kan een kerkenraad pastoraal zijn en tegelijkertijd het kerkrecht overeind houden?
De enige grond voor echtscheiding die de Generale Synode op grond van Gods Woord aanvaardt, is overspel.
Dat betekent dat een kerkenraad in alle andere gevallen - behoudens de sporadisch voorkomende reden van godsdienstige aard - tegen echtelieden moet zeggen dat ze niet mogen scheiden. Dat levert in de praktijk best wel moeilijke pastorale situaties op. Ook als er sprake is van mishandeling of van praktijken van een der echtelieden op seksueel gebied die in strijd zijn met Gods Woord, om maar enkele voorbeelden te noemen, kan een kerkenraad niet instemmen met echtscheiding. Gaat een der echtelieden toch over tot het aanvragen van de scheiding, dan zal kerkelijke tucht moeten volgen.
Ook als het gaat om een eventueel tweede huwelijk rijzen er in de praktijk vragen. Een tweede huwelijk is alleen mogelijk als een eerder huwelijk is ontbonden door de dood of door overspel van de vroegere echtgeno(o) t(e). Voor een kerkenraad de moeilijke taak om tegen een paar dat zich aandient met een verzoek om een tweede huwelijk kerkelijk te bevestigen te moeten zeggen dat dit op grond van Gods Woord niet kan. Terwijl allerlei menselijke gevoelens daarbij een rol spelen en er veel sympathie kan zijn voor de man en de vrouw die met elkaar verder door het leven willen gaan.
Op grond van Gods Woord zet de orde van de kerk allerlei bakens in verschillende situaties, ook in zaken van huwelijk en echtscheiding. Het is de taak van de kerkenraad om die bakens te bewaken, dat ze niet worden overschreden. Tegelijkertijd zal er voor betrokkenen pastorale hulp moeten zijn.
Hoe kan een kerkenraad nu pastoraal zijn en tegelijkertijd het kerkrecht overeind houden?
Mensen in nood
Om die vraag te beantwoorden is het in de eerste plaats van belang op te merken dat we kerkrecht en pastoraat niet tegen elkaar mogen uitspelen. Zowel bij de toepassing van het kerkrecht als in het pastoraat gaat het toch om het behoud van de zondaar.
Kerkelijke tuchtmaatregelen zijn niet vergeldend, maar medisch, gericht op het terugkeren van de zondige weg.
Ook in het pastoraat zal het welzijn, zowel in natuurlijk, maar vooral in geestelijk opzicht van de betrokkenen voorop staan. In beide gevallen zal er vanuit de liefde tot God en de naaste moeten worden gehandeld.
Toepassing van de kerkelijke tucht is ook een vorm van pastoraat. Kerkelijke tucht moet immers gericht zijn op de eer van God, het welzijn van de gemeente en het behoud van de zondaar. Deze elementen zullen ook bij de pastorale begeleiding van gemeenteleden een rol moeten spelen. Ook als er kerkelijke tucht moet worden toegepast, mag het pastoraat niet vergeten worden. Het gaat om onze naaste in nood. Of ze dat nu aan zichzelf te wijten hebben of niet. Dus pastoraat en kerkelijke tucht liggen in elkaars verlengde en hebben ten diepste dezelfde doelstelling.
Beleving
Dat neemt niet weg dat in de beleving er vaak een verschil, zo niet een tegenstelling, wordt ervaren. Aan de ene kant moet de kerkenraad zeggen: ‘Alzo spreekt de Heere’ over het huwelijk en de echtscheiding. Tegelijkertijd zal er in het pastorale alles aan gedaan moeten worden om degenen die in de problemen zijn gekomen door de ontwrichting van het huwelijk of door de echtscheiding, ambtelijk mee te leven, te begeleiden en te proberen de problemen op te lossen.
Dat kan naar de betrokkenen vreemd overkomen. Zeker omdat kerkelijke tucht helaas door velen niet wordt gezien als een instrument gericht op behoud van de zondaar, maar meer als een strafmaatregel voor een begane zonde, terwijl het dat niet mag zijn. Als dan tegelijkertijd pastorale aandacht wordt gegeven, wordt dat soms als tegenstrijdig, dan wel ongeloofwaardig ervaren. Hoe daarmee om te gaan?
Ook voor de ambtsdrager zelf is het niet altijd gemakkelijk om hierin de juiste houding aan te nemen. Aan de ene kant moet aan iemand in nood een luisterend oor worden geboden.
Er kan sprake zijn van een bepaalde vorm van meevoelen. Tegelijkertijd moet het blijven gaan om het: ‘Alzo spreekt de Heere’. We mogen wel steeds bidden om wijsheid en getrouwheid om in oprechtheid en liefde ten opzichte van de zielen en in trouw aan het Woord en de belijdenis de ambtelijke taak te verstaan.
Voorop staat dat de kerkenraad ook in huwelijks- en echtscheidingszaken zijn ambtelijke plicht moet doen. Ook al is dat meestal verre van aangenaam.
En ook al bestaat vaak het gevoel dat het een gevecht tegen de bierkaai is.
Meestal wordt een kerkenraad pas bij huwelijkskwesties betrokken als er al beslissingen zijn genomen en zaken een stadium hebben bereikt waarin de zaken onomkeerbaar schijnen te zijn. Dat mag er niet toe leiden om dan maar niets te doen.
In een hand houden
Er is wel eens overwogen om bij huwelijks- en echtscheidingsproblemen waarbij zowel pastorale als kerkordelijke aspecten aan de orde zijn, binnen de kerkenraad een zodanige toedeling van taken toe te passen dat niet degenen die met de kerkordelijke zaken bezig zijn ook het pastoraat in dat geval verzorgen.
Dat heeft echter grote gevaren in zich.
De ambtsdragers kunnen in die situatie gemakkelijk tegen elkaar worden uitgespeeld. Het verdient juist aanbeveling alles in dezelfde handen te houden. Van de met de zaak betrokken ambtsdragers mag worden verwacht dat zij aan betrokkenen duidelijk maken dat pastoraat en kerkorde niet tegenover elkaar staan, maar hetzelfde doel dienen. Om op een Bijbelse wijze met de gerezen problemen om te gaan wordt pastorale zorg gegeven.
Bij de pastorale zorg hoort ook de ambtelijke vermaning om iemand te waarschuwen en op te roepen de zondige weg te verlaten. Dat hoeft nog niet altijd uit te lopen op kerkelijke tucht, maar dat kan wel. Het pastoraat is er niet om de zonden te bedekken, of om maar zoveel mogelijk begrip te tonen voor de problemen, maar om op een Bijbels verantwoorde wijze met de problemen om te gaan en de betrokkenen daarbij te wijzen op de heilzame geboden van God.
Pastoraat en kerkorde staan niet los van elkaar. We moeten ze ook niet los maken. Hoe moeilijk het in de weerbarstige praktijk van alle dag ook is, toch gaat het om de eer van God. Dat moet voorop staan. Ook als ambtsdragers komen we daar alles in tekort en weten ook zij vaak de weg niet in allerlei moeilijke en ingewikkelde problemen rond huwelijk en echtscheiding. Maar heeft de Heere niet beloofd: En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 2012
De Saambinder | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 2012
De Saambinder | 16 Pagina's