Een handbreed gesteld
Daarna zal het einde zijn. 1 Korinthe 15:24a Want Hij moet als Koning heersen. 1 Korinthe 15:25
Oudjaar 2011
Het einde!! Of het einde? Het einde!! Wanneer wij het zo schrijven, wijst dit op iets wat voorbij is. Het is onherroepelijk. Het is gebeurd. Dat kunnen wij zeggen van het jaar dat voorbij is. Het is het laatste. Veel is voorbij en komt niet meer terug. Een jaar is voorbij met veel herinneringen. Een jaar dat vele vastigheden van het leven teniet maakte.
Als gemeente zijn wij daar wel zeer bijzonder aan herinnerd. Het loslaten van het normatief gezag van de Heilige Schrift heeft diepe sporen getrokken in gezinnen, families en de gemeenten. Als wij daarop terugzien, is het een wonder dat wij nog zijn, die wij zijn. Hoewel de littekens zijn gebleven en de gevolgen worden steeds ervaren. De ontwikkelingen in en buiten Nederland doen ervaren dat de afval van God en Zijn dienst nog geen einde heeft genomen. De mens der zonde maakt zich rijp voor nadere gerichten en oordelen.
Het einde?? Wanneer wij het zo schrijven, wijst het op een einde met veel vraagtekens. Hoe was het einde? Hoe zal het einde zijn? Wanneer een mensenleven met vraagtekens eindigt, gaat de mens de eeuwigheid in zonder verwachting of wellicht met een ijdele hoop.
Wanneer wij zo het einde van dit jaar moeten eindigen, roept het op tot bezinning. Ja, om de waarheid van ons leven te onderzoeken. Dan mocht er een haasten en spoeden om ons levenswil worden verwekt.
Dan zal het einde zijn! Dat wijst op wat er daarna zal geschieden. Het wijst op het einde van alles. Dan zal Christus verschijnen op de wolken des hemels. Dan zal de scheiding komen tussen de schapen en de bokken, tussen de tarwe en het kaf. Dan zal het einde zijn van de bediening. Geen gebed zal meer opklimmen tot God. De prediking zal niet meer worden beluisterd. Geen waarschuwing zal worden gehoord. Gelukkig is de mens, die tussen de wieg en het graf aan het einde van alles wordt gebracht om het nieuwe leven uit God vandaan te leren kennen.
O HEER’, ontdek mijn levenseind aan mij;
Mijn dagen zijn bij U geteld,
Ai, leer mij, hoe vergankelijk ik zij;
Een handbreed is mijn tijd gesteld;
Ja, die is niets; want, schoon de mens zich vleit,
De sterkst’ is enkel ijdelheid.
Nieuwjaar 2012
Wij beginnen het nieuwe jaar met veel onzekerheden. De wereld zucht onder de druk van terreur. De gemeente Gods onder de druk van vernieuwing in leer en leven. De mens leeft zijn val uit en rijpt zich voor de totale afval. Toch is dit slechts een voorspel van hetgeen komen zal. Al is het dat wordt beluisterd: ‘Laat ons Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen.’
Maar luistert naar Gods Woord: ‘Want Hij moet als Koning heersen.’ Het antwoord Gods is duidelijk. ‘Die in de hemel woont, zal lachen; de Heere zal hen bespotten.’ Het is waar: ‘De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde.’ Maar ook daar geeft God een antwoord op. ‘Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion de berg Mijner heiligheid.’
‘Want Hij moet als Koning heersen.’ Het is de eeuwige Vader, Die deze woorden spreekt. Ze zijn tot afschrikking en beschaming voor allen, die God haten. Het is tot troost en bemoediging van allen, die de Heere hebben leren vrezen en dienen. Dat geeft verwachting voor het nieuwe jaar. Dan verwachten wij het niet meer van de groot-machten op de aarde. Ook niet van de inspanning van mensen. Dan heffen wij op 1 januari 2012 het hoofd naar boven. In heilig geloofsvertrouwen op de macht, de kracht, de genade en de liefde van Hem, Die de eeuwige en onveranderlijke Verbondsgod is. De zaak van Gods koninkrijk is betrouwd aan Sions gezalfde Koning. En welgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen.
Dat is de vastigheid van het geloof, die niet beschaamd zal uitkomen. Zijn heerschappij zal openbaar komen, nu in de tijd en straks in de eeuwigheid. Zijn heerschappij zal al de vijanden onder Zijn voeten leggen. Waar zijn dan al de aardse machten en krachten? Bij de vele onzekerheden, blijft deze zekerheid: Hij is Sions Koning! Getrouw aan Zijn Vader en Zijn volk.
Aardse machten, looft den HEER’;
Geeft den HEERE sterkt’ en eer;
Dat de lof van ‘s Hoogsten Naam
Aller groten roem beschaam’;
Vorsten, ‘t voegt u Hem, in ‘t midden
Van Zijn heiligdom, t’ aanbidden;
‘t Voegt u, met de Godgetrouwen,
‘s HEEREN heerlijkheid t’ ontvouwen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 2011
De Saambinder | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 december 2011
De Saambinder | 16 Pagina's