Als de amandelboom bloeit

Dat is de huidige stand van zaken tussen de generaties in het westen. Wij groeien er allemaal in op en zijn er meer of minder door geïnfecteerd. Jongeren zeggen zomaar tegen hun ouders aan tafel dat zij van veel geen verstand hebben. Jongeren hebben met hun computer of mobiel zó iets opgezocht of nagezocht. Wat oud is, is gepasseerd en niet meer bruikbaar. In de tijd van de Bijbel was dit echter anders. Jongeren leerden een vak van de ouderen. Ze hadden ouderen nodig bij onvoorziene problemen. Ouderen waren in aanzien vanwege hun levenswijsheid. Levenswijsheid die er ook vandaag nog is, en die ook van belang is voor jongeren. Vooral als de basis van die wijsheid door Gods genade de vreze des Heeren is.

Levensverhaal
De ouderen in de gemeente hebben een leven achter zich. De gedachten gaan bij het ouder worden steeds weer en steeds meer terug. Het leven dat geleefd is, wordt veel overdacht. Men vertelt daar ook over in ontmoetingen met het nageslacht, maar ook tijdens pastorale bezoeken. Zulke verhalen mogen in een pastorale ontmoeting niet worden weggewuifd met: Daar kom ik niet voor. Dé oudere bestaat niet en iedere bejaarde is anders. Dit anders zijn komt vooral doordat de levensweg van ieder anders verloopt, en doordat de afkomst van ieder verschilt. Verliezen, ziektes en oorlogen kunnen sterk bepalen hoe een oudere vandaag in het leven staat. Wie de oudere is, ook in geestelijk opzicht, is mede bepaald door zijn levensgeschiedenis. Wie waren de ouders en grootouders van de oudere die we bezoeken? Hoe leefden ze, en hoe stonden ze ten opzichte van de Heere? Wat hebben ze betekend voor de mens van vandaag? Een bekeerde opa of oma kan het leven gestempeld hebben en het geestelijk denken vandaag bepalen. Dit kan tot zegen zijn. Er zijn ook voorbeelden dat dit mensen gevangen houdt in een onbijbelse visie. Zo kan een opa de kerk hebben verlaten en thuis zijn gaan lezen, omdat God in de kerk niet meer zou werken. Een oudere kan door het huwelijk weer in de kerk zijn gekomen, maar kan sterk leven bij gedachte aan opa als de laatste bekeerde: Er is niemand meer die zo bekeerd is als opa en ik kan ook niet bekeerd worden. Het is nodig om in het pastoraal bezoek aan ouderen, als ze vertellen over het verleden, door te vragen naar de herinneringen aan kerkgang, catechisatie, belijdenis doen, trouwen, predikanten onder wie men kerkte, enz. Vanuit het verleden kunnen er ook tal van vragen liggen, waarbij men nog steeds een antwoord zoekt. Denk aan de verhouding met overleden ouders, familieleden, kinderen, werk, enz. Ook hierin kan pastorale leiding nodig zijn. Het is in het pastoraat nodig dat er interesse is voor het levensverhaal en dat het vertelde ook wordt onthouden. Het beste kan men daarvan soms wat aantekeningen maken die men voorafgaande aan een volgend bezoek nog eens doorneemt. Al luisterend bouwt men aan vertrouwen en ontstaan er openingen tot een gesprek over wat een medemens tijdens zijn leven wel of niet heeft beziggehouden ten aanzien van de Heere en Zijn Woord.

Levenswijsheid
Binnen de kerk mag en moet er Bijbels gezien respect zijn voor ouderen. Zij hebben een schat aan levenservaring die voor jongeren van belang zijn. Conflicten tussen alles wat de wereld biedt en wat Gods Woord vraagt, zijn niet alleen van deze tijd, maar dat is iets van alle tijden. Hoe heeft de voorgaande generatie die strijd gevoerd? Vragen in het krijgen en opvoeden van kinderen herhalen zich van generatie op generatie. Wat een voorrecht als je met een moeder kunt spreken over moeite in het opvoeden van kinderen. Wat kan het helpen om te horen dat moeder die moeite ook heeft gehad en wat zij daarmee gedaan heeft. Kinderen hebben soms een hechte band met grootouders, omdat ze veel vragen die het leven stelt met opa of oma kunnen bespreken. Het uit veel meeleven gegeven antwoord van een grootouder kan heel veel betekenen voor een kleinkind. Oudere broeders in de kerkenraad kunnen veel betekenen voor jongere ambtsbroeders. Het samen op huisbezoek gaan, bespreken van geestelijke vragen die men ontmoet, is van onschatbare waarde. Daarnaast kunnen oudere broeders in de kerkenraad nog veel werk verzetten als andere broeders moeten werken voor hun brood, moeten zorgen voor het gezin. Vooral geestelijke levenswijsheid, het van de Heere geleerd zijn, is van groot belang. Het is door alle eeuwen heen een middel in Gods hand geweest tot praktische toerusting. Denk aan de verhouding Mozes-Jozua; Elia-Elisa. In het pastoraat hebben oudere ambtsdragers die de vreze des Heere voorleven een belangrijke plaats. Met de hun gegeven wijsheid kunnen ze in het geestelijk leiding geven niet gemist worden. Ze hebben, als het goed is, luisteren geleerd en zullen niet met zichzelf komen. Net als Johannes de Doper weten ze zich geroepen om te zeggen dat ze zelf het Licht niet zijn. De roeping is om van het Licht te getuigen. Luisterend, doorvragend kan er onderscheid gemaakt worden tussen wat voorbijgaand en wat blijvend is, het wezenlijke en het bijkomstige. Ze weten vanuit eigen leven hoe bijkomstige dingen hoofdzaken kunnen zijn. Ze komen daarin naast mensen te staan, te zitten, maar kunnen met Gods Woord ook de weg wijzen die bijkomstige zaken weer een plaats geeft in relatie tot wezenlijke zaken op weg en reis naar de eeuwigheid.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen