Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevestiging en intrede van  kandidaat G. Pater  De bevestiging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevestiging en intrede van kandidaat G. Pater De bevestiging

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op woensdag 17 september 2003 was het voor de Gereformeerde Gemeente van Opheusden een blijde dag. Na een vacante periode van slechts 5 dagen mocht de gemeente opnieuw een herder en leraar ontvangen in de persoon van kandidaat G. Pater. De bevestigings- en intrededienst vonden plaats in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Ned. te Opheusden. De bevestigingsdienst werd geleid door ds. A. Moerkerken, rector van de theologische school te Rotterdam. De bevestigingsdienst werd begonnen met het zingen van Psalm 123 : 1, het lezen van de Dordtse leerregels 1 (1-3) en Mattheüs 13 : 44-58 en gebed. "Het is door de wondere, onbevattelijke goedheid des Heeren dat Opheusden weer een eigen dienaar des Woords ontvangen mag", aldus de bevestiger. Dominee A. Moerkerken bepaalde de gemeente bij Mattheüs 13 : 52: "En Hij zeide tot hen: Daarom, een iegelijk schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt". Het thema was: De dienaar des Woords. Achtereenvolgens stond Ds. Moerkerken stil bij: 1. de toerusting van de dienaar des Woords; 2. de schat van de dienaar des Woords; 3. de arbeid van de dienaar des Woords. De dienaar des Woords is in deze tekst de schriftgeleerde. Hij is tot die dienst des Woords toegerust. De Heere Jezus noemt hem een schriftgeleerde, onderwezen in het koninkrijk der hemelen. Die dienaar des Woords heeft een schat, een schatkamer, een arbeid of taak. Hij brengt uit die schat allerlei dingen voort, nieuwe en oude dingen. De Heere Jezus vraagt aan Zijn discipelen in vers 51 of zij de vorige drie gelijkenissen hebben verstaan. De discipelen geven een heel opmerkelijk antwoord: "Ja Heere". Het onderwijs van Christus heeft vrucht gedragen, want wat de Heere nu zegt mogen de discipelen verstaan. Als de Heere wat uitlegt en er licht bij geeft, dan verstaan wij het ook. De noodzakelijkheid van Zijn lijden. Zijn bloed en Zijn Borgwerk verstaan ze nog niet. Maar het onderwijs van Hem heeft vrucht voortgebracht. Dan zegt de Heere Jezus de tekstwoorden uit vers 52. Van af nu aan mogen ze dienaren des Woords worden en krijgen ze een opdracht of taakomschrijving mee. Ze zullen levenslang student blijven op de school van Zijn genade, maar er is nu wel een moment gekomen dat de Heere hen aanstonds apostelen zal maken. De benaming schriftgeleerden had in de Bijbel aanvankelijk een gunstige betekenis. Ezra was de eerste die een 'schriftgeleerde in de wet van de God des hemels' wordt genoemd in de Bijbel. Een eretitel. Oorspronkelijk staat er 'geletterde'. De kanttekenaar zegt: dit is een verstandig en geoefend man in de schriftuur. Broeder Pater moet een 'geletterde' zijn: thuis in de schrift, verstandig en geoefend in de schriftuur, maar ook onderwezen in het Koninkrijk der Hemelen. Het Koninkrijk der Hemelen is dat wondere genaderijk dat de Heere opricht door Zijn Woord en Geest in de harten van Zijn kinderen. De Poort, de toegang tot dat Koninkrijk, is: Tenzij iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.

Een predikant moet student blijven om met vreugde uit zijn schat nieuwe en oude dingen te mogen voortbrengen. Dat er ook aan de andere kant in de gemeente en bij Gods volk een uitzien zou mogen zijn, een honger, om uit de schatkamer van Gods Woord onderwezen te mogen worden. Om uit zijn schat eerst nieuwe (dit is beslist geen nieuwe leer, maar dit staat in verband met de vervulling) en oude dingen (dit is de wet en de profeten) te mogen voort brengen. Oude dingen wil zeggen de dood in Adam en het leven in Christus: het welbehagen des Vaders als de Bron, het borgwerk van Christus als de Grond en het werk van de Heilige Geest als de Toepasser van het zalig worden. Nadat kandidaat G. Pater zich met "ja ik van ganser harte" aan de gemeente had verbonden, vond de handoplegging plaats. Aan de handoplegging deden naast de drie docenten de predikanten J. Karens, P. Melis en M. Mondria mee alsmede ouderling H. Mudde. Staande werd nu ds. G. Pater toegezongen Psalm 119 : vers 19. Vervolgens sprak de bevestiger ds. A. Moerkerken nog enkele hartelijke woorden tot ds. G. Pater, zijn vrouw, kinderen, familie en de gemeente van Opheusden.

Intrede dienst

In de avond van 17 september mocht ds. G. Pater intrede doen. Hij had als tekst voor de intrededienst Kol. 4 vers 3a, namelijk: "Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur des woords opene, om te spreken de verborgenheid van Christus ". Het thema was: Een verzoek om gebed.

1) Of dat God opene zou (Biddende meteen ook voor ons, dat God on de deur des woords opene); 2) Of dat God te spreken geeft (om te spreken de verborgenheid van Christus).

Paulus vraagt hier om medezuchters. Bijzonder van de heiligen, opdat hij een open deur des woords zou mogen ontvangen.

Hij begeert Gods Woord uit te mogen spreken op een Gode aangename wijze. Opdat hij de gelegenheid en de vrijmoedigheid van God zou ontvangen om Gods Woord te mogen uitdragen. God moest hem niet alleen de weg wijzen, maar ook de weg banen. Als Paulus het met zichzelf moest doen, dan kon hij zelfs geen vrijmoedigheid vinden om het woord des Heeren te spreken. Paulus wist dat het gebed geen grond is, maar dat God hem dat moest geven in Hem Die de deur van de Hemel heeft ontsloten en is gekomen op de aarde om een plaats te ontvangen en het woord uit te dragen.

Die gelegenheid en vrijmoedigheid konden alleen bij God vandaan komen. Paulus was verlegen gemaakt door God de Heiligen Geest om het gebed van God tot God. Om in Hem in Wie geen ledigheid te vinden was, maar genoegzaamheid om nu het woord te mogen gaan uitspreken en te verkondigen. Dit hebben wij ook nodig om het woord uit te mogen dragen. De Heere geve ons ook in de komende tijd de gelegenheid om het woord Gods te mogen verkondigen. Maar wat zou het groot zijn als de gemeente en de jeugd de gelegenheid van God zouden mogen krijgen om in Gods huis te komen en wij de vrijmoedigheid.

Maar bijzonder is het nodig dat de deur van ons hart ook in de komende tijd wordt geopend. Dat hart dat gesloten is, hetwelk open was in de staat der rechtheid, dat wij gesloten hebben door de zonde. Niet alleen een uitwendige opening, maar bijzonder ook inwendig. Dat er vruchten gezien mogen worden. Paulus had het moeten leren om niet alleen te spreken wat er in Gods Woord staat, maar juist naar de mening des Geestes. Anders zijn het allemaal woorden van mensen.

Daarom vraagt hij om een recht gebed, opdat hij ontvangen zou wat er in het Woord opgetekend staat. Het gaat er om dat de Heere Zelfde schriften zal openen. Het menselijke verstand laat na om de ware grond van het weldoen, op te merken en te mogen spreken over de verborgenheid van Christus. Om zo te mogen spreken naar de zin en mening des Geestes. Een ding is nodig: Heere, open mijn lippen, zo zal ik Uw lof vertellen. God zal zorgen voor vrucht. Dat hoeven wij niet te doen, want dan was het kwijt. Opdat het waar zou mogen worden: Ik heb u uitgezonden om te maaien, hetgeen gij niet gearbeid hebt, anderen hebben het bearbeid en gij zijt tot hun arbeid ingegaan. Na de prediking wordt een hartelijk dankwoord uitgesproken tot onder andere de bevestiger ds. A. Moerkerken, de docenten en de leden van het curatorium, alsmede tot de kerkenraad en de gemeente van Opheusden. Ook een dankwoord aan de kerkenraad van de Geref. Gemeente in Nederland voor het beschikbaar stellen van het kerkgebouw.

Hierna volgden de toespraken namens het curatorium door ds. J.W. Verweij, namens de studenten van de Theologische school student G. Beens, de consulent ds. M. Mondria namens classis en P.S. Noord- West, namens de plaatselijke overheid burgemeester Ir. A.P. Heidema, namens de plaatselijke kerken ds. J. Roos en ten slotte namens de kerkenraad en gemeente ouderling J. Willemsen. Op verzoek van ouderling J. Willemsen werd ds. G. Pater Psalm 99 vers 5 toegezongen. Tot besluit bedankte ds. G. Pater de sprekers en eindigde de dienst om voor de eerste keer de zegen op de gemeente te leggen.

Ouderling J. Willemsen, scriba.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 2003

De Saambinder | 16 Pagina's

Bevestiging en intrede van  kandidaat G. Pater  De bevestiging

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 2003

De Saambinder | 16 Pagina's