Gaat heen, gaat heen!
Aanstaande zondag zal het Deo volente weer Hervormingsdag zijn. We zijn gewend op die dag te gedenken wat God heeft gedaan aan Zijn Kerk, vooral in de zestiende eeuw. Dat is ook goed. Laten we als ouders onze kinderen maar stimuleren veel te lezen in de kerkgeschiedenis. Er zijn goede boeken genoeg. En laten we als predikanten niet vergeten dat er méér is op Hervormingsdag om herdacht te worden dan alleen het werk van Maarten Luther. Er is zo heel veel nog onbekend onder ons uit het leven van Johannes Calvijn en John Knox - om maar enkele namen te noemen. Wat kan het boeiend en opscherpend zijn daarover te horen!
Ook in ons land zijn er in de dagen van de Reformatie én daarna dingen gebeurd die we nooit mogen vergeten. Dezer dagen las ik nog eens wat over de vergaderingen van de grote Synode van Dordrecht in 1618/19. Wie zich daarin verdiept, is bezig met de wor tels van de Gereformeerde Kerk in ons land. Er zijn ook mooie boeken over. Zomaar wat schrijvers en titels: in het begin van deze eeuw schreef dr H. Kaajan zijn doorwrochte De groote Synode van Dordrecht in 1618-1619. In 1909 schreef dr. L.Wagenaar zijn forse en goed leesbare boek Van strijd en overwinning. En in 1987 verscheen van de hand van verschillende auteurs het boek De Synode van Dordrecht in 1618 en 1619, met vele mooie illustraties.
Op die synode is heel veel gebeurd. Onze kerken zouden geen schaduw zijn van wat zij nu mogen zijn zonder die intemationale, maandenlang vergaderende synode die daar in de bovenzaal van de Kloveniersdoelen in Dordrecht samenkwam. Om maar een paar dingen te noemen: we zouden onze buitengewoon betrouwbare en nauwkeurige Statenvertaling niet hebben bezeten als de Dordtse Synode niet had vergaderd, 't Is zelfs een van de eerste werkzaamheden van deze vergadering geweest, de opdracht te geven aan een zestal mannen om vanuit de grondtalen Gods Woord in onze taal over te zetten, en dat 'getrouwelijk'. Daarnaast mogen we de Dordtse vergadering wel erkentelijk zijn voor het feit dat zij voor een goede en gereformeerde Kerkorde heeft zorg gedragen, die tot vandaag de dag - ondanks enkele wijzigingen - de leidraad van ons kerkelijk leven is.
Maar in het bijzonder is de Dordtse Synode natuurlijk bekend geworden vanwege de wijze waarop zij het conflict met de remonstranten heeft beslist. De synode heeft heel goed de buitengewoon grote betekenis van dit conflict gevoeld. Ruim een maand - van 10 december 1618 tot 14 januari 1619 - hebben de beraadslagingen geduurd. De remonstranten waren gedaagd: ze werden als van ketterij verdacht beschouwd. Zij wensten echter zichzelf volstrekt niet zo te beschouwen en kwamen met de gedachte een gesprek met de synode aan te kunnen gaan - op voet van volkomen gelijkheid. Dat veroorzaakte een heel langdurige en moeizame discussie. Wat zal het een spannend moment zijn geweest toen de remonstranten op die donderdagmorgen 6 december eindelijk binnenkwamen! Het was de 22e zitting van de synode. Wagenaar beschrijft ons in zijn genoemde boek die binnenkomst: 'Aan 't hoofd schreed professor Episcopius, een fijne, aantrekkelijke figuur. Niet minder bekoorde de eerbiedwaardige gestalte van de grijze Niëlles. De binnentredenden bogen; al de leden der Synode stonden op en - al scheen 't een enkele hunner moeite te kosten - allen lichtten ter begroeting de hoed...'. Er mogen dan onder de remonstranten
'fijne, aantrekkelijke' karakters zijn geweest, hun optreden was noch fijn, noch aantrekkelijk. Wekenlang hebben zij de vergaderingen van de synode opgehouden, vetraagd, gesaboteerd en gedwarsboomd. Zij voelden heel goed aan wat de uitslag van de beraadslagingen zou zijn. Van tevoren heeft de bekende remonstrantse leider Wtenbogaert aan zijn ter synode gaande vrienden aangeraden: 'Legt 't vrij op een scheiden aan! Schudt, wanneer ge uw plichten gedaan hebt, het stof van uw voeten af en scheidt uit dit Babel!' Hoe hebben zij hun 'plichten' dan gedaan? Door de synode voortdurend in de wielen te rij den. Het was de Dordtse vergadering erom begonnen, een duidelijk beeld te krijgen van wat de remonstranten nu eigenlijk leerden. Natuurlijk was dat al jarenlang bekend, maar de vergadering wenste volkomen duidelijkheid en schriftelijke stukken. Nu kwamen die schriftelijke stukken er wel, maar ze waren voor zó velerlei uitleg vatbaar, dat men niet vorderde.
Op maandag 14 januari is toen de gebeurtenis voorgevallen waar de woorden boven dit artikel op doelen. Johannes Bogerman, de voorzitter van de synode, heeft in een felle rede de remonstranten weggezonden uit de vergadering. De bekende Trigland schrijft dat hij jaren later bij de herinnering aan dat moment er nóg koud van werd! Toen de remonstranten voor de zoveelste maal een ontwijkend antwoord hadden ingeleverd, barstte de voorzitter los. Hij verweet de remonstranten dat zij steeds geweigerd hadden de synode te erkennen als een wettige rechter in deze zaken en haar zelfs hadden aangezien voor hun tegenpartij. Ze hadden geweigerd op de vragen antwoord te geven. De synode had zacht met hen gehandeld, aldus Bogerman, maar zij - de remonstranten - zijn met leugens begonnen en met leugens geëindigd. En met een breed, afwijzend armgebaar riep de voorzitter toen de remonstranten toe: 'Dimittimini, exite'. En even later nog eens: 'Exite!' De synode had het Latijn als voertaal. Bogermans woorden betekenen: 'Gij wordt weggezonden; gaat heen, gaat heen!' Onder luid protest verlieten de remonstranten de bovenzaal van de Kloveniersdoelen. De één riep dit, de ander dat. Episcopius riep dat hij evenals Christus wilde zwijgen - hetgeen hij dus niet deed... Hollinger (een wel heel vrijmoedige legerpredikant) riep zijn vrienden toe: 'Gaat uit, gaat uit, uit de vergadering der goddelozen!' - ongetwijfeld een toespeling op Bogermans 'Gaat heen, gaat heen'. Toen werd het langzaamaan weer stil. De tafel en de stoelen die door de remonstranten waren gebruikt, werden weggenomen. De synode kon zich buigen over de vaststelling van de Vijf artikelen tegen de remonstranten - één van onze belijdenisgeschriften.
Er is heel verschillend geoordeeld over het onstuimige optreden van Bogerman. Zeker onze zo 'verdraagzame' tijd heeft voor zijn felheid weinig begrip. Maar ook toentertijd heeft men zijn optreden afgekeurd. Spotters gaven hem de bijnaam 'Bozerman'. Op een ochtend was aan de deur van de vergaderzaal - die door de remonstranten de 'doolkapel' werd genoemd - een hekeldicht aangeplakt. De inhoud van dit spotdicht laat ik hier maar achterwege, maar de titel spreekt voor zichzelf: 'Triumf van de gereformeerde duivel over zijn synode, vergaderd te Dordrecht...' Voor een billijk oordeel over Bogermans woede moeten wij echter twee dingen goed bedenken. In de eerste plaats dat het meer dan een maand heeft geduurd voor hij boos werd. Wat men deze krachtige Fries ook kan verwijten, maar toch geen drift en ongeduld! In de tweede plaats - en dit is nog veel belangrijker: Bogermans toom werd ingegeven door zijn grote zórg. Zorg om de kerken die hem lief waren. Want het ging in de strijd met de remonstranten niet om bijzaken. Het scharnierde in feite om slechts één letter: heeft God Zijn kinderen uitverkoren omdat zij geloven, of heeft Hij hen uitverkoren opdat zij geloven? Het eerste werd geleerd door Arminius en de remonstranten, het tweede door Gomarus en in zijn voetspoor de Dordtse Synode. In feite gaat het om de vraag of het zalig worden voortvloeit uit het vrije welbehagen van God - óf dat het scharniert om de beslissing van de gelovige mens.
Gaat heen, gaat heen! Er is voor een remonstrant geen plaats binnen de gereformeerde kerk. Zullen wij dat nu - rond Hervormingsdag 1999 - niet vergeten? Het komt óók onder ons wel voor dat men van een dubbele predestinatie - verkiezing én verwerping - niet weten wil. De invloed van iemand als de evangelische dr. W.J. Ouweneel doet zich gevoelen, die niet moe wordt te beweren dat er voor de leer van de dubbele predestinatie geen grond is in de Schrift. Ook binnen de gereformeerde gezindte wordt de kritiek op de Dordtse Leerregels steeds scherper verwoord. Het komt ook onder ons voor dat een dominee zich op een belijdeniscatechisatie moet verweren tegen de mening dat 'Jezus voor alle mensen is gestorven en dat we dat nu moeten geloven'. En ook onder gereformeerde belijders wint de gedachte veld dat we 'toch voor Jezus moeten kiezen en dat ook kunnen, omdat we toch verantwoordelijk zijn'. Met al deze opvattingen bevinden wij ons in het troebele water van het re- monstrantisme. En daartegen is in feite slechts één remedie: Gaat heen, gaat heen! En zij gingen daar in Dordrecht op die maandagmiddag: luidkeels protesterend - door de voordeur. Ze zullen toch door onze achterdeur niet weer binnenkomen?
Capella aan den Ussel, ds. A. Moerkerken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1999
De Saambinder | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1999
De Saambinder | 12 Pagina's