KERNIEUWS
Aangenomen:
naar Groningen: ds. M. Golverdingen te Slikkerveer;
Beroepen:
te Dirksland: ds. G.M. de Leeuw te Barneveld; te Haarlem: ds. J.J. van Eckeveld te Zeist; te Puttershoek: ds. R. Boogaard te Leiderdorp; te Randburg (Zuid-Afrika: ds. W. Harinck te Kapelle-Biezelinge;
Bedankt:
voor Nieuwdorp en Ouddorp (Z.H.): ds. A.J. Gunst te Tholen; voor Vlissingen: ds. B. v.d. Heiden te Hardinxveld-Giessendam; voor De Valk-Wekerom: ds. P. Melis te Nieuw-Beijerland;
DEPUTAATSCHAP BIJBEL VERSPREIDING
In verband met de ernstige ziekte van de voorlichter van het Deputaatschap Bijbelverspreiding, dhr. L.P. Schouwstra te Ede, verzoeken wij verenigingen e.d. géén nieuwe aan vragen aan zijn adres te richten. Voor evt. inlichtingen kunt u terecht bij de secretaris van de kommissie te Dordrecht, dhr. A. Jobse, tel. 078 - 137668 (na 18.00 uur). Indien er nog verenigingen mochten zijn, die een afspraak hebben lopen, en nog niets hebben vernomen, verzoeken wij deze eveneens kontakt met Dordrecht op te nemen.
VERSLAG van de afscheidsdienst van Ds. G.J. van Aalst van de Gemeente van Benthuizen.
De afscheidsdienst van Ds. G.J. van Aalst als herder en leraar van de gemeente van Benthuizen, die hij zes jaar heeft mogen dienen, vond plaats op woensdag 26 augustus 1992.
Ds. Van Aalst bediende het Woord uit Deut. 30 vers 19: "Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen de hemel en de aarde; het leven en de dood heb ik u voorgesteld, de zegen en de vloek. Kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad."
In "Een woord ten afscheid" bepaalde hij de gemeente in deze tekst bij tweeërlei getuigen, tweeërlei weg en tweeërlei keuze. In deze tekst staan tegenover elkaar "Ik" en "ulieden" namelijk Mozes en het volk Israël. Hier staat Mozes, 120 jaar oud en nog niet verouderd, maar toch is hij gekomen aan het einde van zijn leven na een woestijnreis van 40 jaar. Na Mozes is geen profeet opgestaan gelijk hij. Wie zou zich met Mozes kunnen en durven vergelijken? Maar wel is het de wens van Ds. Van Aalst met het woord van Mozes als een Woord van God afscheid te nemen. Gedreven door de liefde tot de Almachtige en tot dit volk blijft Mozes tot het laatste ogenblik als een herder aandringen achter de kudde. Omdat hij maar één begeerte heeft namelijk om op te komen voor Gods rechten en Zijn eer, wil hij hen nog éénmaal als bij herhaling (=deuteronomium) oproepen en lokken om hen te voeren in het spoor van Gods gerechtigheden. Mozes, de middelaar van het O.T., wil dat er getuigen zijn, opdat het volk nooit zal kunnen zeggen, dat ze het niet geweten hebben, omdat hij het niet gezegd heeft. Tegenover Mozes staan "ulieden", het volk Israël, een vrij jonge generatie, omdat de meesten van hen, die wel uit Egypte zijn geleid, door hun ongeloof in de woestijn zijn omgekomen. Deze les uit het verleden heeft het volk niet ter harte genomen, maar Mozes weet dat ze nog even hard, hardnekkig en hardleers zijn. Daarom wil hij het volk nog één keer de boodschap van het heilige gericht Gods aanzeggen door het oproepen van getuigen, gedreven door de liefde tot dit volk en gedachtig aan de opdracht Gods verwoord in vers 15 t/m 20.
Veertig jaar heeft Mozes met dit volk gezworven door de woestijn, met hen gegeten en gedronken onder de bediening van het genadeverbond. Geleid en onderhouden door JEHOVA, de getrouwe Verbondsgod, Die in dit hoofdstuk vijftien maal genoemd wordt! Die God heeft alles gezien en gehoord. Daarom roept Mozes als voorbereiding op het grote gericht Gods de hemel en de aarde tot getuigen.
Al het geschapene, wolken, maan en sterren roept hij op tot getuigen alsof ze oren en ogen hebben als levende schepselen. Bomen, zand en steenrotsen alsof zij gehoord en gezien hebben en daarom spreken als getuigen. Want achter die getuigen staat de Heilige en Alwetende.
Dat geldt tevens voor Mozes, die zelf ook niet volmaakt was. Want vanwege zijn zonde mag hij Kanaan niet in. Ds. Van Aalst merkt op, dat ook voor hem vanwege zijn ambtelijke schuld van deze zes jaar de bede geldt: "Treedt niet in het gericht met Uw knecht".
En waarom roepen we vanavond ondanks dat de hemel en de aarde tot getuigen? Omdat we samen reizen naar de rechterstoel van Christus. Hoevele malen hebben we de gemeente in alle gebrek niet opgeroepen tot waarachtige bekering? We hebben uw dodelijke dag niet begeerd!
Daarom roepen we vanavond de hemel en de aarde tot getuigen, want achter en boven deze getuigen troont de heilige en alwetende God. Ondanks onze ambtelijke zonden en gebreken was het de begeerte van ons hart u tweeërlei weg voor te stellen: het leven en de dood. Zes jaar geleden hebben we de herdersstaf onder u opgenomen met de woorden uit Jer. 21 vers 8: "En tot dit volk zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Zie, Ik stel voor ulieder aangezicht de weg des levens en de weg des doods."
Leven betekent zegen, dood betekent vloek. Een middenweg voor goedbedoelende kerkmensen is er niet. Het is leven óf dood, zegen of vloek. De dood in Adam of het leven in Christus. En daartussen ligt het wonder van Gods genade: de waarachtige bekering van een zondaar tot God.
Als afsluiting van zijn ambtelijke bediening heeft Mozes in Deut. 28 het volk de vloek en de zegen verkondigd. In Deut. 29 herinnert hij het volk aan het verbond Gods op Horeb en wijst hij op de verborgen en geopenbaarde dingen. Tevens mag hij in de Naam des Heeren het verbond vernieuwen met de belofte van genade en verlossing voor het heilige zaad uit Jood en heiden naar Zijn verkiezend welbehagen.
In Deut. 30 ziet Mozes als het ware in de toekomst. Het is zijn begeerte het volk tot hun behoud het nog één keer te zeggen. Hij neemt daarom hemel en aarde tot getuigen van de waarheid van Gods Woord.
Tweeërlei weg! Leven betekent de Heere liefhebben, gehoorzamen, wandelen in Zijn geboden. Dood betekent het omgekeerde, God haten. eigen zin en wegen gaan. Met als gevolg omkomen! Samengevat is dit de boodschap van de prediking in de achterliggende jaren. Het waarachtige geestelijke leven komt uit in de vruchten van Gods genade, in onze handel en wandel.
Daarom roepen we vanavond hemel en aarde, balken en banken van dit kerkgebouw tot getuigen. We hadden méér moeten waarschuwen, aandringen, lokken. Maar ondanks tekort aan onze zijde is de boodschap van leven en dood, zegen en vloek u gebracht.
Hoe wordt een zondaar levend? Wel door de goedertierenheid Gods krijgen onbesnedenen van hart, die gebogen gaan onder de last van zonden en plagen, een welgevallen aan de straffen hunner ongerechtigheid. In die weg worden doden levend gemaakt. Door de levendmakende Geest van Christus leren zij God kennen in Zijn recht. Dan wordt de roep om het middel, de weg ten leven geboren, maar ook het wonder beleefd: Zo zal Ik aan Mijn verbond gedenken met Jacob, Izak en Abraham! Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige en waarachtige God en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt. Maar buiten Christus is de dood. Dat is een prediking van belofte en bedreiging.
Het woord van Mozes heeft ook een spits. Hij stelt het volk voor tweeërlei keuze: leven óf dood. De dringende begeerte van Mozes' vaderlijke hart is: Kies dan het leven! Dat is ook onze begeerte voor de gemeente. In het tweede gebod zien we hoe de zegen alsook de vloek doorwerkt in de geslachten. Eigenwilligheid en eigenzinnigheid vreet voort in de gezinnen, in de geslachten, die Mij haten, maar Ik doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden. Kies dan het leven, opdat gij leeft, gij
en uw zaad. Dat is geen oppervlakkige keuze van het ogenblik, maar een dringende oproep tot waarachtige bekering. Het moet waarheid in het binnenste zijn. Dat openbaart zich in de vruchten. Hart en wandel horen onlosmakelijk bij elkaar. Mozes bracht het volk deze bood
schap met Hefde tot hun eeuwig heil. Ook wij hadden de opdracht deze boodschap in uw midden neer te leggen. Daarom hebben we met klem achter u aangedrongen gelijk een herder betaamt. Misschien vond u de boodschap weleens scherp. Toch was die uit liefde tot uw eeuwig behoud. Kiest dan het leven!
Mozes kende dat leven. In Hebr. 11 lezen we hoe hij door het geloof de keuze mocht doen en "geweigerd heeft een zoon van Farao's dochter genaamd te worden, verkiezende liever met het volk van God kwalijk behandeld te worden dan voor een tijd de genieting der zonden te hebben, achtende de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom te zijn dan de schatten in Egypte."
In de afgelopen zes jaren was het onze begeerte U te binden aan dat dierbare Woord en zelf terug te treden. Een armzalige roeier gaat weg, zegt Owen, maar de grote Stuurman blijft.
Gij hebt het profetische Woord, dat zeer vast is en gij doet wel dat gij daarop acht geeft.
Dit Woord is u gepredikt en daarom hebben we deze avond de hemel en de aarde tot getuigen opgeroepen voor het toekomstige gericht Gods en u het leven en de dood voorgesteld: Kiest dan heden het leven, opdat gij leven moogt, gij en uw zaad. Na de prediking sprak Ds. Van Aalst de gemeente in gevoelvolle woorden toe. Tevens richtte hij een afscheidswoord aan diverse personen en instanties. Daarna voerde Ds. D. Rietdijk het woord namens de classis Gouda en de Part. Synode Noord-West.
Ds. J. Boer sprak als collega een afscheidswoord namens de plaatselijke hervormde gemeente. Namens de gemeente werd de scheidende predikant in hartelijke bewoordingen toegesproken door ouderling W. Rijkaard, die de gemeente verzocht Ds. Van Aalst staande toe te zingen Ps. 43 : 5. Daarna legde Ds. Van Aalst voor de laatste maal als herder en leraar van Benthuizen de zegen op de gemeente.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1992
De Saambinder | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1992
De Saambinder | 12 Pagina's