Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KORT KOMMENTAAR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KORT KOMMENTAAR

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens mijn verblijf in Zeeland is er veel gebeurd. Het belangrijkste was wel de reis naar de maan. Dit adembenemend gebeuren heeft allen intens bezig gehouden en heel wat pennen in beweging gebracht. Men heeft zich afgevraagd of het de mens zou gelukken voet op de maan te zetten en of de astronauten er in zouden slagen behouden op aarde terug te keren. Dit laatste is inmiddels geschied. De spanning is gebroken. Toch kunnen wij het ons nauwelijks voorstellen, dat er op de V maan menselijke voetafdrukken staan. Een tiental jaren geleden hadden wij het voor onmogelijk gehouden. Doch de wetenschap is de laatste tijd met grote sprongen vooruit gegaan. Daarom kunnen wij gerust zeggen, dat dit nog maar het begin is, want bij de maanlanding zal het ongetwijfeld niet blijven. Men spreekt er nu reeds over, de planeet Mars een bezoek te brengen. En er staat nog veel meer op het programma. Wie weet wat wij nog allemaal zullen meemaken, als de Heere ons het leven spaart.

Neen, laten wij ons niet wagen aan allerlei voorspellingen. Immers, ook in verband met de maanreis zijn er voorspellingen gedaan, die echter niet zijn uitgekomen. Zo heeft men gezegd, dat de Heere het nooit zou toelaten; de astronauten zouden zeker verongelukken. Ja, er waren er zelfs die durfden beweren, dat als de astronauten voet op de maanbodem zouden zetten, de wereld zou vergaan.

Het slagen van de maanreis moet ons leren wat voorzichtiger te zijn met onze woorden en ons niet te wagen aan allerlei voorspellingen. Wij zijn maar mensen, en van mensen geldt wat wij lezen in Job 8: , , Wij zijn van gisteren en weten niet". Zeker, de Heere had het kunnen verhinderen, maar dat heeft Hem niet behaagd. Ook de maanreis heeft Hij opgenomen in Zijn Goddelijke raadsplan. Het is niet buiten Zijn bestel omgegaan. Of Zijn hoge goedkeuring er op rust is weer een andere zaak. Toch kan de maanreis zijn nut hebben, zo meent Ds. A. Vroegindewey. In het Gereformeerd Weekblad schrijft hij: „Van oude tijden af heeft men geloofd dat de planeten en de sterren ons leven op aarde beïnvloeden. Velen hebben de hemellichamen als goden vereerd. Men was bang voor de invloed van deze „machten". Trouwens, ook in onze tijd zien wij dit bijgeloof weer sterk opbloeien. De sterren zouden ons levenslot bepalen. In verschillende bladen vinden we de „sterren rubrieken". Nu men God al meer en meer heeft „dood"verklaard, zoekt men andere goden. Zo worden de sterren de afgoden van deze tijd. Van die kant is het misschien goed, dat men op de maan geweest is. De maan is een dood en onherbergzaam oord. Daar kan geen invloed van uitgaan op het leven en lot van de mens. Van de sterren ook niet. Zij zijn alle door God geschapen. God de Heere regeert en Hij leidt het leven en lot van de mens".

De maanreis en wat daarmee samenhangt betekent voorlopig ook een teleurstelling voor de aanhangers van de evolutietheorie. De evolutietheorie toch veronderstelt, dat het leven op aarde vanzelf is ontstaan en dat het zich ontwikkeld heeft van een lagere vorm tot een hogere. Bewijzen voor deze theorie zijn echter tot op heden niet geleverd. Men had evenwel gehoopt met de maanreis het bewijs te kunnen geven. Want als het leven zich op aarde spontaan heeft ontwikkeld, zou dit toch ook elders in de ruimte kunnen gebeuren. En wellicht zou er op de maan de één of andere vorm van leven aangetroffen worden. Zeker, men wist dat het hoogst onwaarschijnlijk was, doch men kan nooit weten. De maanmonsters zijn aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. Tot nog toe heeft men geen spoor van enig leven ontdekt. De muizen, die met maanstof werden behandeld, hebben nog geen ziekteverschijnselen getoond. Het staat momenteel wel vast, dat er op de maan geen levende cellen te vinden zijn.

Dat is ook het geval met de planeten Venus en Mars. De foto's, die de beide ruimtevaartuigen maakten toen zij op vrij korte afstand deze planeten passeerden, hebben dit duidelijk aangetoond.

Natuurlijk, zo schrijft het Nederlands Dagblad, kan men, blijven spekuleren over mogelijk leven ver buiten ons zonnestelsel, maar tot nu toe is daarvan- geen spoor ontdekt en voor het bestaan er van geen enkel bewijs geleverd. Wat men tot nu toe door de ruimtereizen ontdekte bevestigt alleen maar op voor velen ongedachte wijze de unieke plaats van onze groene planeet en de trouwe zorg van de Schepper aller dingen juist voor deze aarde.

Ja, hoe moesten deze ruimtereizen ons temeer bepalen bij de grootheid Gods. Want hoe klein en nietig is de mens toch vergeleken bij het grote heelal. Daar had de dichter van Psalm 8 iets van. Hij roept uit: Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt; wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?

Door velen wordt echter de grootheid Gods niet opgemerkt, maar alleen de grootheid van de mens. Wat vermag de mens toch veel. Voor God wordt een steeds kleinere plaats ingeruimd. Terecht merkt Ds. J. Overduin op in Centraal Weekblad: „Helaas trekken vele moderne mensen de valse konklusie: Hoe meer de mens kan door zijn triomferende techniek en hoe meer de mens weet door zijn ontraadselende wetenschap, des te minder blijft er ruimte over voor God. Ook als wetenschappelijk vakman kan men dwaas zijn in de bijbelse zin: de dwaas zegt in zijn hart: er is geen God. De goddeloosheid zit niet in de techniek, noch in de wetenschap, maar in het hart van de mens, die van nature geneigd is God en de naaste te haten, weg te werken en weg te denken. In welke gestalte dan ook. Doch bij alles wat in deze veelbewogen tijden gebeurt, behoeven wij niet verontrust te zijn. God laat Zich het hoogst gezag niet ontwringen. Hij, Die Zijn geduchte stoel op starren sticht en grondvest op de wolken, zal lachen met dat vruchteloos gewoel, en spotten met de waan der dwaze volken.

Amersfoort

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1969

De Saambinder | 4 Pagina's

KORT KOMMENTAAR

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1969

De Saambinder | 4 Pagina's