Ds. P. Honkoop overleden
8 december 1891 - 23 juni 1963
Zondagmorgen om 11 uur vergunde de Heer e onze zeer geliefde ambtsbroeder, Ds. P. Honkoop van Yerseke, in te mogen gaan in de vreugde zijns Heeren.
Terwijl de gemeente vergaderde in het huis des Heere, vergunde de Heere hem, ruim 71 jaar oud, verlost te worden van zijn aardse tabernakel, en in te komen in dat huis des Vaders, dat niet met handen gemaakt is, maar eeuwig in de hemelen, om nu met volle teugen verzadigd te worden met het goede van Zijn huis, en het heilige van Zijn paleis.
Hoe menigmaal hunkerde hij er naar om, afgelost uit het Mesech der ellende, ingenomen te worden tot de stoorloze gemeenschap van Hem, Die naar het welbehagen des Vaders hem met al de Zijnen gekocht had met Zijn dierbaar hartebloed, om volmaakt hersteld, een drieënig God eeuwig toe te brengen alle eer, lof, aanbidding en dankzegging. Het gebeurde hem, vooral de laatste tijd, nog al eens hemels gesteld te zijn en dan hief hij zijn zwanenzang aan:
„Het zal niet lang meer duren;
mijn Vader telt de uren;
dan stap ik met mijn kruis
naar het eeuwig Vaderhuis".
Zeker, onze broeder was een mens met gebreken, en ook een gevallen mens in Adam in zichzelf, doch door de overvloedige genade Gods in Christus, in hem verheerlijkt, was zijn hoogste vermaak te getuigen van de rijkdom van die soevereine genade, zo onmisbaar voor ieder ten leven, doch ook zo alles overtreffend in de ervaring daarvan voor zulken, voor wie Christus het Leven geworden is.
Ds. P. Honkoop is geboren op 8 december 1891, en werd, nadat hij toegelaten was tot de opleiding aan de Theologische School en de studie aldaar volbracht had, kandidaat tot de heilige dienst in 1933, en ook in de volle bediening datzelfde jaar bevestigd. Zijn eerste gemeente was Den Haag, waar hij tot 1947 mocht arbeiden.
In al de moeite en strijd, die hij moest doormaken, heeft de Heere Zijn dienstwerk daar tot rijke zegen gesteld. Voor verschillenden mocht hij het middel in Gods hand zijn tot hun waarachtige bekering, en velen van Gods gunstgenoten heeft hij daar tot meerdere oefening des geloofs dienstbaar mogen zijn. Hoewel hij al meer dan zestien jaren daar vandaan is, wordt nog heden ten dage door velen met grote waardering gesproken over zijn prediking en arbeid daar ter plaatse.
In 1947 moest hij Den Haag met Rijssen verwisselen. Ook daar liet de Heere Zich niet onbetuigd, en betoonde zijn dienstwerk rijke vrucht te doen dragen. Laat Rijssen maar getuigen wat hij in zijn arbeid als middel in Gods hand voor velen mocht zijn.
Toch zou Rijssen zijn laatste plaats van herderlijke arbeid hier op aarde niet zijn. Toen hij nog niet zo lang in het. dienstwerk des Heeren was ingezet, werd hij, er krachtig bij bepaald, dat het Gods wil was, dat hij ook in Yerseke eens de herderstaf zou opnemen. Toen dan ooit in 1956 door Yerseke de roepstem tot hem werd gezonden: „Kom over en help ons", werd deze gemeente zo op zijn hart gebonden, dat hij zich moest, doch ook mocht overgeven om de gemeente Yerseke te gaan dienen als zijn laatste gemeente.
Menigmaal vernam ik van hem persoonlijk, als ook van anderen uit Yerseke, dat de Heere hem daar bijzonder bediende in zijn prediking. Met zeer veel opening en vermaak mocht hij daar gedurig in die liefdedienst bezig zijn, totdat hij niet meer kon. Na een ernstige ziekte aanvankelijk opgericht, mocht hij enige tijd wel weer de predikstoel beklimmen, doch het duurde niet zo heel lang, of de ernstige ziekte, die als middeloorzaak zijn lichaamskrachten sloopte, en hem aan het einde bracht, deed hem eerst aan zijn huis, en ten slotte aan zijn legerstede geheel gebonden blijven. Een smartelijk lijden met veel pijn heeft hij nog moeten doormaken, doch nu mag hij dit alles voor eeuwig te boven zijn. De Heere sterke zijn vrouw, die hem slechts enkele jaren mocht bezitten. Met zeer veel liefde, waarin haar niets te veel was, trachtte zij zijn smart te verzachten, heeft zij hem bijgestaan. De Heere vergelde haar genadiglijk al wat zij voor hem deed, en trooste en sterke haar in haar smartelijk verlies, pok de kinderen mocht de Heere maar doen ervaren, dat Hij Zich niet vergist; beproeft, doch niet boven vermogen. Hij neme genadiglijk Zelf de ledige plaats met Zichzelf in, en make in alle gemis het met hen wonderlijk wel.
De gemeente van Yerseke zal zeer veel aan hem missen, doch de Heere geve rijkelijk te ervaren, dat al neemt Hij de onderherder weg. Hij, de grote geheel enige Opperherder, blijft, en dat Hij de ledige plaats in de weg der middelen ook weer vervullen wil. Ook in het kerkelijk leven zullen wij hem op onze vergaderingen zeer missen, temeer daar hij zo ter zake zich kon uitdrukken. Ik denk slechts aan onze Curatoriumvergaderingen, waar hij als voorzitter zo gepast zijn woorden zó wist te formuleren, dat ieder er verwonderd over was. De Heere mocht echter maar rijkelijk in al onze beproevingen geven, dat het bij ons vervuld en beoefend worde wat Petrus getuigt: „Opdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus", 1 Petr. 1:7.
Rotterdam-W
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 1963
De Saambinder | 4 Pagina's