Dl LOEAR NEGERI
II
„steek je kop maar in het zand, struisvogel!" sprak op 29 Jan. 1948 (dus nog vóór „Eindhoven") prof. mr P. S. Gerbrandy in een radiotoespraak. Vele a.r.-menschen hebben zijn woorden stellig zeer gewaardeerd. Ja, 't was goed, dat de dingen eens gezegd werden. Waar ging het ook naar toe met Indië!
Maar helaas — probeert men in de politiek de eer van het vaderland te redden, onderwijl laat een kerk haar vertegenwoordigers met buitenlanders betitelen. En gaat vervolgens dit verraad en deze capitulatie verdoezelen en camoufleeren. Struisvogelpolitiek. Di loear negeri, het is zóó erg niet.
In Mei 1947 werd te B a a r n in het Zendingscentrum op een bijeenkomst van continentale zendingsleiders een stuk opgesteld over „de supranationaliteit" van de zending. In dit puur bartiaansch stuk wordt betoogd, dat de christelijke zending boven alle verschillen van ras en volk staat. De kerk als oecumenische gemeenschap is een „teeken" van een Koninkrijk, waarin deze verschillen overwonnen zijn. Zendelingen moeten allereerst trouw zijn aan Christus en hun „verantwoordelijkheid als dienaren van de wereldkerk" (responsibility as servants of the eucumenical Church) moet hun geheele denken beheerschen. Op de internationale zendingsconferentie te Whitby (1947) is dit stuk door die conferentie aangenomen. De bedoeling is duideUjk: positie kiezen in een bepaald politiek conflict vóór 't wettig gezag is geen trouw aan Christus. Sprak men niet uit, dat het Woord geen „dadelijk hanteerbare norm" is? Zijn de gevolgen ook duideHjk voor ieder? Het ware te wenschen. Maar we vreezen het ergste. Met mooie verklaringen over „supranationaliteit", vervaardigd in het Zendingscentrum, gaat men Indië en de zending in Indië zoogenaamd zelfstandig maken. In feite offert men aan het oostersch nationalisme. De zending is in Indië eerder hypernationalistisch, 'dan supranationalistisch. Ja, in feite levert men Indië uit aan de afvallige grootmachten der aarde, die kerkelijk oecumenisch en politiek imperialistisch zijn. De kerken, die in Eindhoven samenkwamen, staan hieraan mede schuldig!
Dit beteekent verraad aan het aardsche vaderland! Dit beteekent ook verraad aan het hemelsche vaderland!
Want deze kerkengroep levert haar dienaren uit aan de oecumenische antichristelijke WERELDKERK ZONDER BELIJDENIS EN ZONDER TUCHT, de ecclesia universalis zonder doctrina en zonder discipüna. Dienaren, engelen van plaatselijke gemeenten worden ambtenaren van een in wezen antichristelijk wereld-lichaam.
En dit is het ergste.
O, waarom verstaat men toch niet, dat we heusch niet omdat we zoo graag herrie-schoppen, maar omdat we trouw willen blijven aan den hemelschen staat, waarvan we burger zijn (Fil. 3 : 20), spreken moéten? Wij willen geen buitenlander zijn ten aanzien van dat rijk!
En we willen allen, die de gereformeerde belijdenis liefhebben, met kracht toeroepen: iet toe, dat gij niet vervreemdt van uw behjdeniö eert geen uitlandsch god! Want de Heere zal bezoe^ king doen over de vorsten en de zonen des konings, en over allen, die zich kleeden met vreemde kleeding (Zef. 1 : 8).
We willen terug roepen tot gehoorzaamheid aan Christus, den Koning der kerk en den Koning der koningen. Want erger dan het breken der nederlandsche rijkseenheid is het feit, dat daar een geslacht opgroeit en regeeren gaat, dat zijn gereformeerde vaderen ver vloekt en zijn moeder, de vaderlandsche martelaarskerk niet zegent, dat in denken en leven zich plaatst buiten de heil'ge rijksgeboón van Christus-Koning. Dit ge^ slacht dweept met onreformatorische en revolutionaire ideeën. Net zooals het was in den tijd vóór de fransche revolutie. Men wil in oecumenisch drijven zich vervreemden van het burgerschap Israels. Men wil als de andere volken, de heidenen doen en leven. Buitenlands
zijn. Di loear negeri.
• Maar dit beteekent in de tale Kanaans: Ikabod!
Sneek, Febr. 1949.
C. VAN DER WAAL.
Naschrift.
Nadat wij het bovenstaande geschreven hadden, kwam ons „De Heerbaan" van Jan. 1949 in handen. Daarin lezen we het volgende:
Het gehele zendingsbegrlp werd te zeer in de koloniale omMemming gedacht. Daartegen zijn nu de jonge kerken overal ter wereld met kracht opgekomen. Op de in 1947 gehouden Conferenties van Makassar en Kwitaug, waar besprekingen gehouden werden met de Indonesisclie Kerken, spralcen de afgevaardigden van die kerlien over de kerken in Nederland als , , buitenlandse kerken". Dat is van vele zijden zeer vreemd en ondankbaar gevonden. Toch lag het voor de hand, wanneer men zich er rekenschap van wilde geven, dat deze jonge kerken het zendingsbegrip uit de koloniale omklemming wilden uitbreken, en opnieuw funderen in de oecumenische gedachte. Dat oudere kerken de jonge kerken vanuit de schat van hun rijke geschiedenis en • ervaring willen helpen, achtten zij oecumenisch vanzelfsprekend. Dat is immers het gebod van Christus?
Degene, die dit schreef was prof. dr J. H. Bavinck.
Deze was, als afgevaardigde zijner kerken in Mei 1947 op de Kwitang-conferentie te Batavia. Hij spreekt dus als een oor-en ooggetuige.
Dezelfde lijnen, die ook wij aanwezen, komen in zijn schrijven naar voren:
de zendingsarbeid kan in den vorm van steun aan hulpbehoevende kerken doorgaan, MITS deze steun geschonken wordt
aan buitenlanders in Indonesië, als oecumenisehen dienst.
Dit was de politieke belijdenis der Kwitangconferentie, volgens een deskundigen gedelegeerde, die aldoor aanwezig was. Den vaderlandt ghetrouwe, prof. Zuidema? Dit was ook een kerkelijke behjdenis. Zendelingen voortaan agenten van de oecumenische superkerk. Inschakeling van inheemsche kerken in oecumenische beweging niet tegengestaan. Is dit: IJ herder sal niet slapen, al zijt ghy nu verstroyt?
V. d. W.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 mei 1949
De Reformatie | 8 Pagina's