Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Angst voor gedwongen vertrek uit Nederland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Angst voor gedwongen vertrek uit Nederland

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanuit Nigeria, Turkije en Marokko gingen ze voor studie naar Oekraïne. Nadat daar in februari 2022 de oorlog uitbrak, kwamen Lovelynn, Mustafa en Omar als vluchteling in Nederland terecht. Op 4 maart eindigt het recht op verblijf voor deze zogeheten derdelanders, die in een opvanglocatie in Almere wonen. Welk perspectief zien ze?

Een groot kantoorgebouw –Alnovum– naast het NS-station in Almere biedt sinds mei 2022 onderdak aan Oekraïense vluchtelingen. In totaal verblijven er zo’n 450 personen, zowel gezinnen als singles, verdeeld over drie-, vier- en vijfpersoonskamers. Onder hen zijn ruim vijftig derdelanders, die tijdens de Russische invasie in Oekraïne woonden, maar oorspronkelijk uit een ander land komen.

Achter een ruime balie op de begane grond zitten enkele medewerkers van het Leger des Heils, de organisatie die hier namens de gemeente de opvang –bed, bad en brood– uitvoert. Ze hebben zicht op de centrale ruimte, waar onder meer de warme maaltijden worden geserveerd.

Deze zaterdagmiddag neemt Lovelynn (28) plaats op een leren bank in een hoek van de hal. Ze is net teruggekomen van haar werk in het magazijn van een Almeers bedrijf, vertelt ze in het Engels. In het Alnovum deelt ze een kamer met een vrouw die evenals zij uit Nigeria komt.

Boko Haram

Lovelynn groeit samen met een jongere broer op in een christelijk gezin in het zuiden van Nigeria. In 2017 vertrekt ze naar Oekraïne. „In de regio waar ik woonde waren groepen zoals Boko Haram actief. Het was onveilig. M’n vader zei dat ik beter naar het buitenland kon gaan. In Oekraïne ging ik medicijnen studeren. Het was mijn plan was om uiteindelijk elders in Europa de specialisatie kindergeneeskunde te gaan doen.”

In de laatste fase van haar studie heeft de Russische inval in Oekraïne plaats. Halsoverkop verlaat Lovelynn met een grote stroom vluchtelingen het land. Begin maart 2022 komt ze in Nederland aan. „In het begin was ik depressief”, vertelt ze. „Ik had al m’n spullen in Oekraïne achtergelaten en had mijn studie nog niet afgerond. Na een poosje kreeg ik toch weer hoop. Nederland heeft ons goed opgevangen. We kregen steun van de overheid en de mogelijkheid om te werken of te studeren. Sommigen waren daar alleen niet toe in staat, vanwege trauma’s die ze hebben meegemaakt.”

In oktober 2022 krijgt Lovelynn zelf een ingrijpend bericht. „Mijn jongere broer belde dat mijn vader voor hun huis was ontvoerd. Drie weken later is hij vrijgelaten. Al die tijd had hij alleen brood te eten gekregen. Twee dagen na zijn vrijlating is mijn vader –hij had diabetes en een hoge bloeddruk– in een ziekenhuis opgenomen. Daar is hij vijf dagen later overleden”, vertelt Lovelynn, door haar tranen heen.

Het verdriet verhindert de Nigeriaanse niet om online haar studie geneeskunde te vervolgen. In december 2023 rondt ze deze met succes af. Nu doet ze vijf dagen per week magazijnwerk, maar het liefst zou ze een baan vinden in de medische sector. Hoe haar toekomst eruitziet, is uiterst onzeker. Al meerdere keren liet de Nederlandse overheid weten dat de opvang van derdelanders zou worden beëindigd. Na een uitspraak van de Raad van State op 17 januari is die beslissing definitief. „Ik hoorde daarvan toen ik aan het werk was. In paniek en angst ben ik weggerend.”

Het afgelopen jaar zijn er enkele derdelanders uit de Almeerse opvang vertrokken, vertelt Lovelynn, bijvoorbeeld naar een land in het Midden-Oosten. Voor de meeste Afrikanen is terugkeer geen optie, stelt ze. „Sommigen zeggen: „Ik slaap nog liever in Nederland op straat dan dat ik terugga naar mijn land, waar ik niet veilig ben.””

Evenals Lovelynn heeft ook Mustafa (25) van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) bericht gekregen dat zijn recht op opvang komende maand afloopt. Hij is afkomstig uit Turkije, waar hij opgroeit in een Koerdisch gezin. „We woonden in een wijk in Istanbul met veel buitenlanders, onder meer uit Bosnië en Albanië. Als Koerden werden we daar gediscrimineerd. Ouders zeiden tegen hun kinderen dat ze niet met mij mochten spelen omdat ik Koerd ben. Ik besloot al jong een goede opleiding te gaan volgen en niet in Turkije te blijven.”

Mustafa kiest voor een studie in Oekraïne. Op 17-jarige leeftijd vertrekt hij naar Kyiv. Hij leert er Engels en begint aan een studie voor tandarts. Na een jaar schakelt hij over naar een ICT-opleiding. Intussen krijgt hij een relatie met de Oekraïense Victoria (23), met wie hij enkele jaren later trouwt. „Zij woonde bij familie in Odesa, waar ze voor een zieke oma moest zorgen. Daarom bleef ze daar. We hadden eerst een langeafstandsrelatie.”

Taal leren

Mustafa begint naast zijn studie een bedrijf op het terrein van financiële advisering. „Ik had een huurwoning en een goede auto. Tot de oorlog begon, had ik een prima leven in Oekraïne.”

In 2022 is hij bezig met het laatste jaar van zijn studie als de Russen het land binnenvallen. Hij ontvlucht Oekraïne en komt via Duitsland in Nederland terecht. Zodra hij een BSN-nummer heeft, gaat hij op zoek naar werk. „Het was lastig om een werk- of stageplek te vinden. Ik heb geen Nederlands diploma en veel bedrijven vragen als eerste: „Spreek je Nederlands?” Ik besloot daarom eerst de taal te gaan leren. Hoe? Bijvoorbeeld door mensen op straat aan te spreken en zo te oefenen.” Inmiddels heeft hij werk gevonden, een logistieke functie. In zijn vrije tijd zit hij geregeld achter de piano in het Alnovum. Ook geeft hij twee andere bewoners pianoles.

Zijn vrouw is afgelopen jaar naar Nederland gekomen en verblijft samen met Mustafa in het Alnovum in Almere. Als Oekraïense mag zij hier blijven, terwijl Mustafa te horen heeft gekregen dat het recht op opvang voor hem stopt. „Eerst zei de IND dat ik hier mocht blijven omdat ik getrouwd ben met een Oekraïense vrouw. Omdat uit documenten is gebleken dat we in Oekraïne niet op hetzelfde adres woonden, wil de IND me nu wegsturen, terwijl mijn vrouw mag blijven.”

Asiel aanvragen is voor hem geen optie, zegt Mustafa. „De IND zegt dat het in Turkije veilig is.” Terug naar zijn geboorteland wil hij niet, omdat hij daar discriminatie vreest. „Niet voor niets ben ik daar weggegaan. Ik ben twee jaar geleden naar Nederland gekomen met hoop, leef hier in vrede en wil graag iets voor dit land betekenen. Ik wil mezelf ontwikkelen, een ICT-studie afronden, werken, een start-up beginnen. Dan kan ik als expat samen met mijn vrouw een appartement huren. Maar alles is onzeker. Mijn situatie is heel moeilijk. Ik weet werkelijk niet wat ik kan doen.”

Raketten

Ook voor Omar (27), een andere derdelander in het Alnovum, is de toekomst ongewis. Zijn wieg staat in de Marokkaanse stad Casablanca. Na de middelbare school begint hij een studie internationale marketing, eerst in Marokko en later in Oekraïne. Op het moment dat de oorlog in Oekraïne uitbreekt, werkt hij daarnaast als taxichauffeur in de havenstad Odesa. „Ineens waren er allemaal militairen op straat en sloegen overal raketten in.”

In juli 2022 komt Omar in Nederland aan. In de opvanglocatie in Almere deelt hij een kamer met drie andere mannen: twee Oekraïners en een Algerijn. Via een uitzendbureau gaat hij op zoek naar een baan. „Met de diploma’s die ik heb, kan ik hier moeilijk werk vinden”, zegt hij. Uiteindelijk kan hij voor 38 uur per week aan de slag in een logistieke functie bij een autobedrijf in Almere-Buiten. In zijn vrije tijd speelt hij graag een potje voetbal op straat –„In Odesa voetbalde ik bij een club”– of gaat hij zwemmen. Ook trekt hij op met Marokkaanse en Surinaamse vrienden die hij via zijn werk en in restaurants heeft ontmoet. „Mijn leven bestaat uit werken, slapen en bij vrienden zijn.”

Bidden

Wat gaat hij doen als de bescherming voor derdelanders op 4 maart eindigt? Omar haalt zijn schouders op. „Ik weet het echt niet. Mijn situatie is heel moeilijk. Ik ga niet terug naar Oekraïne. Terugkeer naar Marokko is voor mij ook geen optie. Ik heb daar geen mogelijkheden om een leven op te bouwen, om voor mezelf en mijn familie te zorgen. Hier kan ik werken of studeren. Ik houd van Nederland en hoop dat ik hier mag blijven.”

Voor Lovelynn staat het vast dat ze niet terug kan naar Nigeria. „Ik ben daar al zeven jaar weg en het is er niet veilig voor mij. Sinds het overlijden van mijn vader zitten mijn moeder en broer ergens op een geheime plek.” Lovelynn voelt zich „thuis in Nederland”, maar vanaf 4 maart eindigt ook voor haar de bescherming die ze als derdelander nu nog heeft.

Wel heeft de Nigeriaanse de mogelijkheid om asiel aan te vragen en die procedure hier af te wachten. De aanvraag daarvoor heeft ze inmiddels ingediend. „Het is de enige mogelijkheid. Ik wacht nu op een interview met de IND en heb geen idee hoe lang dat nog zal duren.” Wat er na 4 maart precies gaat gebeuren, is voor Lovelynn onduidelijk. De onzekerheid geeft haar veel stress. „Elke dag bid ik: „Help me, en bescherm mijn geliefden in mijn vaderland.””


Einde opvang derdelanders uit Oekraïne

Op 24 februari 2022 is de Russische invasie in Oekraïne wereldnieuws. Al snel daarna komt er een stroom van zo’n 8 miljoen vluchtelingen op gang. Onder hen zijn behalve geboren en getogen Oekraïners ook mensen die zich voor werk of studie in het land hebben gevestigd, de zogeheten derdelanders. Een deel van hen zoekt vanwege de oorlog elders in Europa veiligheid.

Nederland vangt ruim 100.000 vluchtelingen uit Oekraïne op. Op basis van een Europese richtlijn krijgen ze direct een tijdelijke verblijfsvergunning. Deze is voor Oekraïners nog steeds van kracht, in ieder geval tot 4 maart 2025. Voor derdelanders met een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning –circa 2750 personen– eindigt over enkele weken echter hun recht op opvang en leefgeld. Ook vervalt op 4 maart hun recht om te werken en het recht op medische zorg.

In veel gevallen betekent dit dat ze Nederland daadwerkelijk moeten verlaten. Ze krijgen daarvoor 28 dagen de tijd. Degenen die zich voor 4 maart melden bij de Dienst Terugkeer en Vertrek, kunnen een vliegticket –enkele reis– naar het land van herkomst ontvangen. Onder een aantal voorwaarden kunnen ze bij terugkeer naar diverse landen buiten de EU bovendien een financiële bijdrage van 5000 euro per persoon krijgen.

Derdelanders die aangeven niet te kunnen terugkeren naar het land van herkomst omdat ze menen daar onveilig te zijn, hebben de mogelijkheid een asielaanvraag in te dienen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Zij hebben dan recht op een woonplek in een locatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), maar mogen het eerste halfjaar niet werken.

Ook kunnen derdelanders een reguliere verblijfsvergunning aanvragen voor bijvoorbeeld werk of studie. Het verkrijgen daarvan is aan allerlei voorwaarden gebonden. Wie hiervoor een aanvraag indient, heeft bovendien geen recht op opvang meer.

Het Leger des Heils maakt zich zorgen over de derdelanders die op straat dreigen te belanden, zegt woordvoerder Jeanet van der Linden. „We vrezen dat een deel van hen zich zal melden bij de maatschappelijke opvang, die al overvol is. We zien het als taak van de overheid om deze mensen niet aan hun lot over te laten.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 februari 2024

Reformatorisch Dagblad | 60 Pagina's

Angst voor gedwongen vertrek uit Nederland

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 februari 2024

Reformatorisch Dagblad | 60 Pagina's