Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Ons kind is vaak bewaard gebleven”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Ons kind is vaak bewaard gebleven”

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie: Leen (63) en Mirjam (57) van Wijngaarden wonen in Elspeet en zijn de ouders van Lydia (19), die van haar 13e tot bijna haar 18e worstelde met psychiatrische problemen.

„We dachten: we raken haar kwijt. Vorig jaar was onze dochter Lydia er zo erg aan toe dat ze naar de gesloten ggz-afdeling in Nijmegen moest. Ze kwam daar aan in zo’n boevenbusje, en is tussen twee mannen in binnengebracht, onder dwang. Ons kind.

Ze was altijd een rustig, lief, gevoelig kind, maar ongeveer vanaf de tijd dat ze naar de middelbare school ging, werd het leven zwaar voor haar. Ze is eens op de hei gevonden na een overdosis medicijnen. Zo vaak is ze bewaard gebleven – ze is bij het spoor weggehaald, gered bij een viaduct, ze heeft zichzelf erg verwond, ze heeft een paar keer een week niet gegeten. De meeste keren gebeurde dit tijdens haar tweejarig verblijf in een kliniek. Zij wilde niet sterven, maar kon zo niet verder leven. Tijdens die crisisopvang in Nijmegen sprak Lydia niet meer. Ze communiceerde via briefjes, waarmee ze aangaf hoe ze zich voelde: rood, geel, groen.”

Mirjam: „In die tijd, toen het voor ons niet meer de vraag was óf, maar wanneer we haar zouden verliezen, kwamen drie regels uit Psalm 77 de hele tijd bij me boven: „Maar God zal verand’ring geven, d’Allerhoogste maakt het goed, na het zure geeft Hij ’t zoet...” Wat is dat, Heere, dacht ik. Wat betekent het? Op een middag, terwijl ze vanuit Nijmegen zouden bellen voor een gesprek via Teams, zat ik hier aan tafel te wachten. Ze belden maar niet. Nu is het mis, dacht ik. En dan, Heere? Daarna kwam deze zin bij me boven: „Uw weg is in het heiligdom.”

Terwijl ik wachtte, zocht ik op internet waar dat stond, en vond daar ook een uitgeschreven preek over Psalm 77. Het was alsof die voor ons geschreven was. Er stond in dat alles wat Hij doet, goed is. Er kwam zo’n eenswillendheid over me met de weg van de Heere.

Een paar dagen later kregen wij brieven binnen die we moesten ondertekenen, zodat Lydia in de gesloten jeugdzorg kon worden opgenomen. Tot haar 18e zou ze daar worden opgeborgen. Hier zou een rechtszitting aan voorafgaan.

Ik las die papieren, en heb toen zo veel pijn gevoeld vanbinnen. Want daarin stond ook de versie van een hulpverleningsinstantie waarin wij ons niet herkenden, die belastend op ons overkwam. Verschrikkelijk. Ik kreeg het benauwd. Alles leek hopeloos en het leek allemaal mijn schuld. Hier heb ik de hele nacht mee geworsteld; ik bad: Als het onze schuld is, mag het dan duidelijk worden? En als het niet zo is, wilt U het dan voor ons opnemen?

Een paar dagen later kwamen we in Nijmegen voor een gesprek ter voorbereiding op de rechtszitting. Lydia kwam binnen. Ze zei: „Hallo.” Ze stond rechtop, keek iedereen aan. Dat was al een wonder, want we verwachtten zoals altijd een zielig, in elkaar gedoken hoopje, maar er kwam een meisje binnen, rechtop, dat helder uit de ogen keek. Ze gaf antwoord op alle vragen die werden gesteld. „Ik hoef niet naar de gesloten jeugdzorg”, zei ze. „Er is wat veranderd. Ik voel dat het niet meer hoeft. Ik wil niet sterven, maar leven.” Dat zei ze later ook tegen de mentor die haar anderhalf jaar heeft begeleid; die viel letterlijk van haar stoel.

„Ik heb zo gebeden dat ik iets zou kunnen zéggen in dat gesprek”, zei ze later tegen ons, „en de Heere heeft dat gegeven. Ik heb de stukken voor de zitting gelezen en heb gevoeld dat dit jullie heel veel pijn doet. En ik ben het niet met de inhoud eens.” Hierna is het steeds beter met haar gegaan. Ze loopt enkele dagen per week als vrijwilliger in een buurtcentrum, waar ze als ervaringsdeskundige door bezoekers gewaardeerd wordt. Het is voor ons nog dagelijks een wonder.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 oktober 2023

Reformatorisch Dagblad | 84 Pagina's

„Ons kind is vaak bewaard gebleven”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 oktober 2023

Reformatorisch Dagblad | 84 Pagina's