Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen op de smalle weg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen op de smalle weg

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waar is de tijd gebleven dat moeders hun kinderen naar buiten joegen omdat die te lang in een boek verdiept zaten? Inmiddels zijn veel ouders en docenten zo ver dat ze blij zijn dát jongeren lezen – al was het maar een stripverhaal.

Ontlezing geldt als een van de grotere zorgpunten van deze tijd. Niet minder dan „de levensvatbaarheid van een democratische samenleving” staat op het spel, schrijven hoogleraar Adriaan van der Weel en leesexpert Ruud Hisgen in hun studie ”De lezende mens”, die afgelopen voorjaar verscheen.

Omgekeerd is het zo dat lezen goed is voor de samenleving, zo blijkt uit het rapport ”De impact van het boek”, dat in 2019 werd opgesteld in opdracht van KVB Boekwerk, kennis- en innovatieplatform voor de boekensector. Lezers hebben een positiever zelfbeeld en zijn bekwamere werknemers; ze hebben minder vooroordelen en kijken meer om naar de ander. Bovendien levert het boekenvak aan de Nederlandse economie een toegevoegde waarde van zo’n kwart miljard euro, aldus het rapport.

Voor christenen komt hier nog een belangrijk aspect bij. Boeken zijn onmisbaar voor het geloofsleven. De Bijbel zelf is immers een bundeling van boeken (Biblia). Alleen al daarom is leesvaardigheid van levensbelang.

Neem en lees

De eeuwen door zijn er echter ook allerlei andere waardevolle boeken verschenen die licht laten vallen op het menselijke tekort en op de genadevolle boodschap van de Bijbel.

Neem de ”Belijdenissen” van de kerkvader Augustinus (354-430). Hij vertelt daarin openhartig over zijn zondige jonge jaren en over de radicale bekering die erop volgde. Doordat hij in Milaan een kinderstem ”tolle lege” (neem en lees) hoorde zingen, zette hij zich ertoe om in de brieven van Paulus te gaan lezen en kwam het bij hem tot een geloofsdoorbraak.

Of neem de ”Institutie” van de reformator Calvijn, die hierin glashelder de gereformeerde geloofsleer onder woorden brengt.

Of neem ”De Christenreis” van John Bunyan, een beeldend verhaal over Christen, die de stad Verderf ontvlucht om een veilig heenkomen te vinden bij de berg Sion.

Of neem…

Het zijn boeken die ons vormen, ons opnemen in de eeuwenoude christelijke traditie en ons helpen om houvast te vinden in een tijd waarin alles verschuift en zekerheden op losse schroeven komen te staan. Juist nu is het belangrijk dat we ons laten (bij)sturen in onze opvattingen. Vaak zitten we in een digitale bubbel waarin we alleen maar worden bevestigd in onze mening; of worden we willoos meegevoerd door allerlei dubieuze ideeën die door de macht van de sociale media een schijn van waarheid krijgen.

De Goudse geschiedfilosoof dr. Ewald Mackay besefte dit als geen ander. In 2016 publiceerde hij ”Een leeskamer in het grote huis”. Het gaat om een handreiking bij het lezen van teksten uit twintig eeuwen christelijke geloofstraditie. Deze traditie omschrijft Mackay als een eeuwenoud huis waarbinnen de schat van het geloof wordt bewaard. Om in dit huis te kunnen wonen is het belangrijk om kennis te nemen van de bronnen die ons zijn nagelaten. Hij schrijft:

De stem van de kerk is geen stem uit een romantisch paradijs. Mijn vertoeven in haar leeskamer is geen vlucht uit de harde werkelijkheid. De stem van de kerk weerklinkt juist te midden van het woeden der gehele wereld. Haar stem is vaak de stem van de martelaren te midden van strijd, moeite en pijn. Maar zij is ook een stem die ons uitnodigt in de binnenkamer te gaan. Wanneer de dag voorbij is en we het gewoel van de wereld achter ons hebben gelaten, mogen we even verwijlen in de oase van de binnenkamer. We mogen komen in de hof waarvan het Hooglied spreekt: de besloten tuin der minne, waarin de bruid haar Bruidegom soms mag ontmoeten. Onze ziel gaat dan weer bloeien en groeien. Dan mogen we soms iets ervaren van de vreugde die God ons geeft. De ervaring van vreugde duurt vaak maar kort. Het is immers niet de bedoeling dat we altijd op aarde willen blijven. Maar we mogen wel steeds even vertoeven in deze stille bloeiende tuin van God. In gedachten zie ik de leeskamer voor me: hij grenst als het ware aan een besloten binnentuin.

Het belang van het lezen is hiermee wel aangegeven. Maar hoe wordt het voor jongeren weer aantrekkelijk om een boek te pakken? Behalve bij de ouders ligt er een belangrijke taak bij het onderwijs. Het probleem is echter dat juist op de middelbare school het leesplezier in veel gevallen drastisch vermindert. De verplichte literatuurlijst en de aandacht voor technisch lezen zijn hier debet aan.

Met de opkomst van internet kreeg het lezen van langere teksten bovendien geduchte concurrentie. Sociale media, games, TikTok en films zijn verleidelijke vervangers van het boek geworden. Het is in deze jachtige tijd bijna onmogelijk om de rust en de stilte te vinden die nodig zijn om een boek te lezen.

Bovendien ligt hier een dilemma voor christelijke ouders: niet elk boek is immers verantwoord, zeker op literair gebied is er veel kaf onder het koren. In orthodox-christelijke kring staat het lezen vanouds hoog aangeschreven, maar niet zonder meer. ”Goede” (dat wil zeggen: stichtelijke) boeken worden aangeprezen, maar bij romans en andere verstrooiende lectuur lag dat vaak anders. Bij een leven gericht op het hemelse paste geen nutteloos tijdverdrijf – tijd is immers genadetijd. Het woord van de Prediker (hoofdstuk 12) werd nogal eens in stelling gebracht: „En wat boven dezelve is, mijn zoon, wees gewaarschuwd: van vele boeken te maken is geen einde, en veel lezen is vermoeiing des vleses.” De kritiek van Isaac da Costa (1823) op de „hart en verstand verpestende en ontzenuwende Romans” echode lang na in dit deel van de gereformeerde gezindte, dat vroomheid en wereldmijding nastreeft en met Lodenstein het ”hier beneden is het niet” belijdt en beleeft.

Confrontatie

Tegelijk is er de eeuwen door een stroming in het christendom geweest met een meer open houding naar de cultuur, van mensen die serieuze pogingen doen om de eigen tijd te leren kennen en die in de opvoeding zoeken naar vormen om vanuit Bijbelse principes de confrontatie met de buitenwereld aan te gaan. Zijn zien een lichtend voorbeeld in Paulus, die op de Areopagus met kennis van de heidense literatuur ruimte creëerde voor de verkondiging van het Evangelie.

Onmiskenbaar is deze laatste stroming in de afgelopen decennia dominanter geworden in bevindelijk gereformeerde kring. De komst van reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs, reformatorische instellingen en een reformatorische krant bracht de emancipatie van de bevindelijk gereformeerden in een stroomversnelling. Het opleidingsniveau nam toe, studeren aan hbo en universiteit werd gemeengoed, belangrijke maatschappelijke posities kwamen binnen handbereik en de welstand steeg. De SGP, de partij van het reformatorische smaldeel, betrad zelfbewuster de politieke arena en verbond in toenemende mate en met electoraal succes het Bijbelse getuigen met praktisch handelen. Tekenend is dat sinds de gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen voorjaar ruim 80 procent van alle SGP-raadsleden in een coalitie zit van partijen die de wethouders leveren. Veel meer dan bij welke andere partij ook, bleek uit onderzoek van NRC Handelsblad. De staatkundig gereformeerden laten ook veel vaker van zich horen op plekken die voorheen taboe waren, bijvoorbeeld in talkshows op televisie.

Je zou kunnen zeggen dat orthodoxe christenen meer oog hebben gekregen voor het functioneren hier en nu. De vraag hoe je als christen in het leven moet staan is relevanter geworden, terwijl de notie van het vreemdelingschap op de achtergrond raakt. Dit verandert ook de kijk op vrijetijdsbesteding. Het besef dat elk moment van de dag genadetijd is en zinvol (dat wil zeggen: met het oog op de eeuwigheid en het persoonlijke zielenheil) besteed moet worden, heeft plaatsgemaakt voor de gedachte dat er ook ruimte mag zijn voor ontspanning, amusement en nietsdoen. Vakantie, sport, game, film, cultuur en uitgaan zijn in reformatorische kring minder omstreden geworden – in ieder geval bij de jongere generaties. Ook de toenemende aandacht voor een gezonde levensstijl (soms tot in het extreme toe) past in deze ontwikkeling.

Prikkels

In een digitaliserende wereld neemt het aantal prikkels toe. De smartphone dicteert zo ongeveer het leven en trekt om de haverklap de aandacht met meldingen, piepjes en bliepjes. In de hausse aan informatie is het moeilijk om de diepte te zoeken. „Wat digitalisering het meest ondergraaft, zijn mentale discipline, concentratie, het vermogen abstract te denken en te redeneren, en om betogen te begrijpen”, schrijven Van der Weel en Hisgen in ”De lezende mens”. Trouwens, waarom zou je een krant lezen als NU.nl en NOS het nieuws handzaam voor je samenvatten? En waarom zou je een boek lezen als er ook een boeiende Netflixserie te bekijken valt?

Snelle behoeftebevrediging, het hoppen van hype naar hype en gerichtheid op het beeld kenmerken het leven van veel moderne mensen, christenen incluis. De maatschappij is er zo van doordesemd dat het moeilijk is om hiervan los te komen. Yra van Dijk illustreerde dat eerder dit jaar mooi in NRC Handelsblad met haar recensie van ”De lezende mens”:

Digitalisering is voor de leescrisis wat fossiele brandstof is voor de klimaatproblematiek. We kunnen niet meer zonder, maar computers en smartphones zijn ”desastreus” voor de aandacht die lezen en schrijven vergt. Terwijl ik deze eerste 471 woorden tikte op mijn laptop heb ik daarop nu alweer vier appjes gelezen (over het Boekenbal van vrijdag), websites bezocht (”wie is Ruud Hisgen eigenlijk?”) en even gekeken of het vanmiddag gaat regenen want anders liet ik eerst de hond even uit.

Het leesgedrag in bevindelijk gereformeerde kring weerspiegelt de ontwikkelingen in de maatschappij. De belangstelling voor klassieke theologische werken –”Belijdenissen” van Augustinus, de ”Institutie” van Calvijn”, ”De redelijke Godsdienst” van Brakel– neemt al jaren af. Ze zijn te dik, te moeilijk, niet van deze tijd. Wie herkent zich nog in het beeld van ds. Kersten, die als jongen van 12, 13 jaar met zijn voeten in een teiltje koud water de catechismusverklaring van mr. Justus Vermeer las? Wat op dit gebied nog gelezen wordt is vaak hertaald en ingekort om de inhoud toch nog onder de aandacht van nieuwe generaties te krijgen – soms inderdaad met succes.

Verschuivingen

Maar ook inhoudelijk zijn er verschuivingen als het gaat om wat er op theologisch gebied wordt gelezen. Dogmatische werken maken plaats voor populair-theologische boeken, ervaringsverhalen, dagboeken en boeken over praktische en ethische onderwerpen, vaak ook van Angelsaksische herkomst. Kortom, boeken die helpen om het christen-zijn in de huidige maatschappij vorm te geven en die sterk gericht zijn op het hier en nu.

In juni zag de christelijke top 10 non-fictie van ND/Leesenluister.nl (gebaseerd op de verkoopcijfers van zo’n dertig christelijke boekhandels) er zo uit:

1. Biografie van Kinga Bán, Johan Bakker

2. De goed-genoeg-ouder, Michelle van Dusseldorp/Willemijn de Weerd

3. Thabita, ds. A. Verschuure

4. #Powerbook Rising moms, Daniëlle Koudijs

5. Dialoog, dans en duel, Kees ven Ekris

6. Geliefd en gedoopt, Corien Oranje

7. Dicht bij Jezus, Sarah Young

8. Geluksdag, Gerjanne van Lagen

9. One God, one Plan, one Life, Max Lucado

10. Zij lacht, dagboek, diverse auteurs.

Een andere belangrijke verschuiving, een die al wat langer gaande is, signaleerde RD-journalist Enny de Bruijn in juni in haar Mr. H. Boslezing, die ze hield op uitnodiging van het HDC Centre for Religious History. In de loop van de 20e eeuw hebben stichtelijke boeken bij veel lezers plaatsgemaakt voor de roman. „Dat is dé grote ontwikkeling in de protestantse leescultuur, een ontwikkeling die al in de 19e eeuw begon en nog altijd verdergaat.” Ook hier verplaatst de aandacht zich meer en meer naar de wereld om ons heen, aldus De Bruijn. Jos van Manen-Pieters vindt het op latere leeftijd bijvoorbeeld vervelend dat ze altijd met de Tuinfluiterreeks geassocieerd blijft worden: inmiddels is ze in haar opvattingen veel genuanceerder geworden.

De Spiegelserie en de VCL-serie lijken in de jaren zeventig en tachtig nog altijd rustig voort te kabbelen, maar intussen zijn het Godsbeeld en het mensbeeld in de serieboeken ingrijpend veranderd. In de meeste romans is geen sprake meer van een oordelende God die de zonden van de mensen straft en met wie je als mens dus door genade in het reine moet komen. Het thema van de bekering is naar de achtergrond geschoven. In plaats daarvan gaan de verhalen vooral over de complexiteit van relaties, waarbij mensen moeten leren op een goede manier met zichzelf en anderen te leven.

Deze verschuiving heeft onmiskenbaar gevolgen voor het geloofsleven, voor mens- en Godsbeeld, voor de visie op het leven hier op aarde en op dat wat er na dit leven komt. Boeken doen immers altijd iets met de lezer, zeker als ze goed geschreven zijn. De moraal van het verhaal glipt ongemerkt mee naar binnen. In de immens populaire Millennium-trilogie van de Zweedse misdaadauteur Stieg Larsson heeft de sympathieke hoofdpersoon Blomkvist bijvoorbeeld met instemming van alle betrokkenen een vrijblijvende relatie met een getrouwde vrouw. Gewoon, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is.

Sleutel

Toch ligt de sleutel om het leesprobleem aan te pakken bij romans en literatuur. Goed onderwijs begint met het lezen van fictie, betoogde Ewout van der Knaap, hoogleraar Duitstalige literatuur en cultuur aan de Universiteit Utrecht, eerder in NRC Handelsblad. „Het lezen van fictie verhoogt de leesprestaties. Literaire boeken van allerlei niveaus helpen dus. Om de woordenschat uit te breiden kun je beter literair proza dan andere teksten lezen.” Versterking van literair lezen is volgens hem noodzakelijk. „Ontlezing, didactiek en studiekeuze hangen met elkaar samen.” Alleen dit al zou een aansporing moeten zijn om meer werk te maken van goede christelijke literatuur; stichtelijk proza is voldoende voorhanden.

Van fundamenteel belang is hierbij het aanwakkeren van het leesplezier. Van der Weel en Hisgen hebben het in ”De lezende mens” over geabsorbeerd lezen. Bij die vorm wordt de lezer helemaal meegesleept door een boek, vaak een roman of een thriller; hij benadert de tekst niet kritisch maar dompelt zich erin onder, zoals in een warm, ontspannend bad. Even vertoeft hij in een andere wereld. Leesgenot staat hierbij voorop, maar een bijkomend effect is dat het lezen van literatuur de taalvaardigheid sterk vergroot.

Leesplezier en taalvaardigheid zijn nodig om de overstap naar diep lezen te maken. Dat is een manier van lezen waarbij de lezer een tekst aandachtig en geconcentreerd leest, erover nadenkt en verbanden legt met andere teksten, met andere gedachten en met het eigen leven. Hij bevraagt de tekst met kritische distantie. Op die manier wordt hij gevormd en vormt hij zijn eigen opvattingen.

Dit vraagt om levenslange training, waarschuwen Van der Weel en Hisgen. Ze vergelijken diep lezen met topsport. Maar de lezer krijgt er veel voor terug, zeker als hij de schatten uit de christelijke traditie weet op te diepen. In een onrustige tijd vol vluchtige geruchten en nepnieuws geven die tegenwicht en houvast. En uiteindelijk leiden ze tot een beter verstaan van de Schrift.

Beproefde bronnen kunnen ook in onze tijd hun waarde bewijzen. Als we er maar in willen investeren, bereid zijn de smartphone wat vaker het zwijgen op te leggen, ruimte te maken in de agenda – en gewoon maar eens beginnen met lezen. Bijvoorbeeld in ”Een leeskamer in het grote huis” van Ewald Mackay.


De impact van het lezen van boeken

Lezen zet aan tot nadenken, meer dan bijvoorbeeld het kijken naar een film of gamen.

Het voorstellingsvermogen van de lezer wordt vergroot. Het gevolg is dat mensen meer begrip ontwikkelen voor anderen en minder vasthouden aan vooroordelen

Als mensen opgaan in een verhaal, ontwikkelen zij inlevingsvermogen. Zij leren zich beter te verplaatsen in de beleving van de ander. Inlevingsvermogen heeft een positief effect op het zelfbeeld.

Digitalisering en globalisering vragen om andere vaardigheden. Nieuwe banen vragen om empathie, creativiteit, leiderschap, kritisch denken en het denken in scenario’s. Vaardigheden die je met lezen verwerft of versterkt.

Lezers hebben ruim 25 procent meer kans om gezond te zijn dan niet-lezers. Dat komt doordat lezen en informatie verwerken bijdraagt aan hoe iemand zich redt in de samenleving.

Lezen leidt tot geluk: het biedt positieve ervaringen. Ontspanning, goed omgaan met emoties, een hogere emotionele intelligentie en een positief zelfbeeld dragen bij aan het persoonlijk welzijn.

(Uit: ”De impact van het boek”, KVB Boekwerk, 2019)

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 2022

Reformatorisch Dagblad | 140 Pagina's

Lezen op de smalle weg

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 2022

Reformatorisch Dagblad | 140 Pagina's