Radicale theologie krabt aan het bestaande; ze jaagt op
”Onzeker weten” is complex boek over zoekplaatsen van waarheid
”Onzeker weten” is een complex boek over zoekplaatsen van de waarheid. Het is geschreven door Rikko Voorberg, Gerco Tempelman en Bram Kalkman, die pleiten voor een radicale theologie.
Laat ik voor goed begrip eerst de drie schrijvers van het boek introduceren. Voorberg is theoloog en oprichter van de PopUpKerk; „een open sociale club in Amsterdam”, las ik ergens, waar men samen eet en drinkt. Hij studeerde theologie aan de Broederweg in Kampen en is onder meer columnist bij nrc.next en het Nederlands Dagblad. Tempelman is filosoof en voorganger van de christelijke gemeenschap Stroom in Amsterdam. Hij studeerde theologie en filosofie in Amsterdam, later in Leuven. Kalkman is religiewetenschapper en betrokken bij de Kwekerij, een pioniersplek van de Protestantse Kerk in Amsterdam voor „studenten en young professionals”, gesticht door onder anderen Maarten Vogelaar.
En om nog even bij namen te blijven: als een rode draad door het boek lopen de namen van John Caputo en Slavoj Zizek. De eerste is hoogleraar filosofie aan de Syracuse Universiteit en is gespecialiseerd in de filosofie van religie. De tweede is een Sloveense socioloog, filosoof, psychoanalyticus en naar ik las ook „communist en cultuurcriticus.” Deze beide filosofen hebben aan de wieg gestaan van wat in dit boek ”onzekere theologie” wordt genoemd. Ze laten zien dat onzekerheid geen gebrek is, maar mogelijk zelfs een voorwaarde om überhaupt over God te spreken. De auteurs suggereren zelfs dat deze filosofen luizen in de pels zijn, die „op de een of andere manier profeten kunnen zijn.”
Omdat de beoogde radicale theologie niet adequaat te formuleren valt, citeer ik een fragment waarin ze wordt afgezet tegen de ”confessionele theologie”: „Confessionele theologie is het type theologie dat zogezegd dominees maakt van theologiestudenten en dat via de (evangelische) boekhandel zijn weg vindt naar een groot publiek. Radicale theologie is echter datgene wat confessioneel theologische ideeën opschudt. Ze is het bij nacht verschijnende gevoel van twijfel dat zelfs de meest overtuigde gelovige kan bevangen. Ze stelt vragen die niet gesteld zouden moeten worden. Maar daarmee is de radicale theologie ook afhankelijk van datgene dat het bestookt. De radicale theologie bestaat niet op zichzelf – ze schept geen nieuw systeem. Ze krabt aan het bestaande. Ze jaagt op. Ze doet opschrikken. Ze schudt wakker.”
De radicale theologie raakt aan de uitgangspunten, de wortels (radix) van de theologie en dat maakt haar radicaal. Ze treedt daarvoor ook in verbinding met hedendaagse kunstenaars, theatermakers, poëten, liedjessschrijvers, ”spokenwordartiesten” en dj’s.
Destructie
In de eerste twee hoofdstukken, van de hand van Kalkman, komen dan de gedachten van de al genoemde en van andere filosofen (Marx, Freud, Nietszche, Feuerbach, Descartes, Kant) langs onder de titel ”God is dood, lang leve God”; allereerst in ”God op de snijtafel” en vervolgens in ”Terug van nooit weggeweest”.
Ik licht uit dit verhaal een kernwoord. „De absolute waarheid is voor God alleen, laat de mens zich bezig houden met de zoektocht ernaar.” En dan valt het (telkens herhaalde) woord destructie. „Destructie schept ruimte voor het event (het ongrijpbare, vdG), om uit te dagen om te blijven zoeken, te blijven verlangen, te blijven hopen en te blijven werken (…). Ze is als een breekijzer dat vastgeroeste systemen openbreekt uit liefde voor iets ongrijpbaars.”
In het tweede deel geeft Tempelman „een kleine dogmatiek van onzeker weten”, met als onderdelen: antropologie en erfzonde, christologie en waarheid, soteriologie en goed nieuws, orthodoxie en ongeloof, de Bijbel en de tegenstander, eschatologie en hoop. Ik licht er de erfzonde uit. „De doctrine van de erfzonde is de grote remmende factor op mensen die iets van het leven of deze wereld willen maken.” Maar de term blijkt volgens Tempelman uitstekend bruikbaar „om iets aan te geven dat gaat over de onoverkomelijke tegenstrijdigheden van het mens-zijn. (…) Erfzonde gaat over de onoverkomelijke dilemma’s in mijn eigen bovenkamer. Het nachtelijk geklaag in het binnenste van mijn ziel.” De radicale theologie drukt de menswording van God nog radicaler uit. Jezus, zowel God als mens, was in alles mens, maar dan zonder erfzonde.
In dit hoofdstuk wordt fijntjes afgerekend met de furore die Maarten ’t Hart en Franca Treur maakten met hun publicaties. „Ze geven waarden aan een nostalgisch gevoel over een verloren geraakte wereld, maar daarnaast lijkt de kritische verhouding tot religie onderdeel van het succes te zijn. Cynisch gedacht zou je er misschien wel van kunnen zeggen dat een verhaal over een vervlogen gereformeerd verleden ons comfortabel bevestigt in onze huidige seculiere vrijheid.” Maar de paradox zit ’m erin dat het maar de vraag is of de seculiere tijd zo veel extra vrijheid heeft opgeleverd, aldus de auteur.
En de Bijbel? De Bijbel is onze tegenstander. Met een beroep op Luther stelt Tempelman dat het „een boek [is] dat ons wil confronteren in plaats van bevestigen”, dat ons om de oren slaat in plaats van ons rust geeft. Zo is de Bijbel volgens hem ook opgewassen tegen de postmoderne tijd.
Praktijk
In het laatste deel wordt het allemaal praktisch toegepast in een hoofdstuk ”Onzekere praktijk” van Rikko Voorberg, onderverdeeld in onzeker spreken – het kerygma (verkondiging, prediking), onzeker helpen – de diakonia, onzeker verbonden – de koinonia, onzekere ruimte – de liturgie. Voorberg benoemt de praktijk die onderzoekt „wat met God bedoeld wordt, door handelingen die je op onbekend terrein brengen – niet omdat het oude terrein niet goed was, maar wel omdat het niet goed genoeg was om het onbevattelijke te bevatten.” De radicale theologie vertrekt vanuit „de simpele (en mogelijk ontmoedigende) constatering dat woorden geven aan het Woord in zichzelf een onbegonnen werk is.” Er zijn geen woorden voor het onzegbare. Stilte dan maar! Zoals een predikant die preekte over Maria aan de voeten van Jezus en plotseling zei: „Laten we bidden.”
En over de diaconale dienst schrijft Voorberg: „Het licht schijnt in de duisternis, wil je het licht vinden? Ga dan het duister binnen want daar schijnt het.”
En de gemeenschap, de kerk? De PopUpKerk van Voorberg wordt niet gevormd door hoekstenen en bouwstenen, maar door struikelstenen, door het samenkomen met brokkenpiloten.
Zoektocht
Genoeg over de inhoud van dit boek. Het valt niet moeilijk te constateren dat deze radicale theologie van ”onzeker weten” op afstand staat van het ontwijfelbare christelijke geloof waarvan in de Nederlandse Geloofsbelijdenis sprake is: „Wij geloven zonder enige twijfel” wat in de Heilige Schrift begrepen is (art. 5). Maar tijdens het lezen van dit boek ga je je wel realiseren vanuit welke context het is geschreven, vanuit het lege hart van geseculariseerd Nederland, c.q. Amsterdam, daar waar de meest elementaire noties van het christelijk geloof verdwenen zijn. Door alle zekerheden van het christelijk geloof tot op de wortel te bevragen –niet te ontkennen!– willen de auteurs toch noties wakker roepen waarmee ze aansluiting kunnen vinden bij zoekers vandaag, of het nu moderne yups zijn of tot de straat vervallen tobbers. Men moet deze wereld kennen, er midden in staan om te weten hoe hard de bodem is om het zaad van het Woord nog te doen ontkiemen.
Daarmee omarm ik deze theologie nog niet, ook al wil ze geen systeem zijn. Wat mij allereerst stoort is de manier waarop God soms ter sprake wordt gebracht. Soms met de aanduiding ”wat” in plaats van ”Wie”, onpersoonlijk. Ergens anders in een hoofdstuktitel: ”God op de snijtafel”. De Naam van de Eeuwige in filosofentaal. Het kerygma blijve heilige proclamatie van Zijn openbaring in de woorden van het Woord.
Ten tweede heb ik respect voor de oefenplaatsen van de auteurs, die zelf wortelen in de gereformeerde traditie. Hun oefenplaatsen blijken echter ook voor twijfelende leden van de gevestigde kerken vindplaatsen te zijn. Waar gemeenschappen als deze zichzelf als alternatief voor de gevestigde kerken profileren, doen ze afbreuk aan de gemeenschappen die in al hun gebrokenheid ook vandaag Lichaam van Christus zijn.
Onzeker weten. Een inleiding radicale theologie, Rikko Voorberg, Gerko Tempelman en Bram Kalkman; uitg. KokBoekencentrum; 218 blz.; € 20,-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 juni 2022
Reformatorisch Dagblad | 42 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 juni 2022
Reformatorisch Dagblad | 42 Pagina's