„Atheïsten wíllen niet in God geloven”
Veel mensen verwerpen God, omdat zij niet wíllen dat er een God is, constateert dr. Alister McGrath. „Zij verwerpen Hem eerst en zoeken dan rationele argumenten om hun positie te verdedigen.”
De hoogleraar aan de Universiteit van Oxford en directeur van het Oxford Centre for Christian Apologetics zei dat woensdag in Leiden tijdens een onlinedebat van Veritas over het bestaan van God. Vanuit Engeland ging hij in debat met schrijver en humanist Boris van der Ham. Van der Ham is oud-politicus (D66) en was voorzitter van het Humanistisch Verbond. Hij brengt dit jaar zijn nieuwe boek ”Wat vrije mensen bindt” uit.
Van dr. McGrath komt in mei het boek ”Het raadsel van God. Mijn ontdekkingsreis langs wetenschap, geloof en twijfel” uit. Daarin zet hij uiteen „hoe een rusteloze, vrijdenkende anarchist met de wetenschap als grote liefde, een onmodieuze maar heel vervullende, rationele en veerkrachtige visie op de wereld ontwikkelde. Die visie bleek het christendom te heten.”
Trendy atheïst
McGrath vertelde dat hij in zijn tienerjaren atheïst was omdat het „trendy” was en het zijn wens naar autonomie weerspiegelde. „Ik wilde doen wat ik leuk vond. Ik omarmde echter God toen ik mij realiseerde dat Zijn bestaan mij een diepe rationele en existentieel bevredigende verklaring van de wereld gaf. Als wetenschapper werd ik mij bewust van de grenzen van de wetenschappelijke methode.”
De belangrijkste dingen in dit leven, zoals de zinvraag en geluk, zijn niet door de rede te bewijzen, aldus de Oxfordse hoogleraar. Maar dat geldt evenzeer voor het bestaan van God. „Ik vind dat mensen zich moeten bekommeren om God, maar Hij is buiten de sfeer van het bewijs, evenals ál onze geloofsveronderstellingen. Intellectuele integriteit vergt dat we zorgvuldig aandacht besteden aan deze veronderstellingen. Intellectueel realisme eist dat we de grenzen van rede en wetenschap erkennen om antwoord te geven op de grote vragen van het leven.”
McGrath haalde uit naar de bekende Britse atheïst Richard Dawkins. „Hij verwacht dat zijn godsdienstige opponenten hun geloof bewijzen, maar schiet zelf te kort om dezelfde criteria toe te passen op zijn eigen veronderstellingen. Deze overduidelijke asymmetrie is terecht voorwerp van veel kritiek.”
Agnost
Van der Ham typeerde zich als „agnostisch atheïst en humanist.” „God is inderdaad niet te bewijzen. Ik heb respect voor religieuze mensen, maar als atheïst geloof ik niet in een persoonlijke God Die betrokken is op deze werkelijkheid. Wie is God trouwens als je ziet op de verschillende Godsbeelden in de wereldreligies? Christenen verschillen onderling sterk over de Bijbel. De een neemt de Bijbel over de schepping letterlijk, de ander als een metafoor. Religie en God lijken op een sandwich waarin een heel pakket normen en waarden zit die je niet nodig hebt om als humanist te leven.”
McGrath erkende volmondig dat er een gemeenschappelijke basis is met niet-gelovigen, zoals blijkt in de inzet voor een betere wereld. En een niet-gelovige is niet per definitie een betere burger. Maar het bestaan van God dóét er toe, aldus McGrath. „Het is belangrijk dat er een Persoon buiten en boven mij uit is Die mij inspireert, mijn tekorten aanwijst en zegt wie ik móét zijn. Toen ik atheïst was, dacht ik dat God ergens in de hemel was en ik in de werkelijkheid van ruimte en tijd. Mijn ontdekking werd dat God in mijn werkelijkheid treedt, mij concreet ziet en mij juist tot een beter persoon maakt.”
Natuurlijk, zo antwoordde Van der Ham, is het zo dat mensen ergens bij willen horen, dat ze gezien worden door de ander, maar daar heb ik religie niet voor nodig. „Het grote probleem voor religie is God.” Het overkoepelende zinverband zag hij in de grote verhalen van de literatuur. Hij voelde zich geïnspireerd door Jezus, maar haakte af bij Zijn lopen op water of Zijn opstanding uit de dood. Het lijden van Christus is slechts een metafoor voor iets algemeen-menselijks. Nee, zei McGrath, „Christus laat juist laat zien wie God werkelijk is.”
Van der Ham bestreed ook de „status aparte” van de kerk in coronatijd. Hij verwees met instemming naar een „liberale” predikant uit Leiden die „de deuren van de kerk pas helemaal open wil doen als dat bij het Concertgebouw ook mogelijk is.”
Voor inzet van humane waarden heb ik God en religie niet nodig Boris van der Ham, humanist en oud-politicus
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 2021
Reformatorisch Dagblad | 38 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 2021
Reformatorisch Dagblad | 38 Pagina's