Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Misbruik met mantel der liefde bedekt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Misbruik met mantel der liefde bedekt

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Rooms-Katholieke Kerk is zwaar getroffen door het wereldwijde misbruikschandaal. Inmiddels is duidelijk dat veel bisschoppen en kloosteroversten wel degelijk afwisten van allerlei misstanden. Maar die werden met de mantel der liefde bedekt.

De goedlachse pater Jan Sanders, jezuïet en godsdienstleraar aan het Sint-Canisius College in Nijmegen, misbruikt in de jaren zeventig tientallen jongens. Vooral pubers die het thuis of op school moeilijk hebben. In zijn kamer, aan de achterkant van het statige schoolgebouw aan de Berg en Dalseweg, ontvangt hij de leerlingen. Om te helpen, om advies te geven. Maar steeds gaat hij een stap verder.

Mark Klabbers is een van die jongens. Als hij aan de bel trekt over het misbruik, ontkennen de jezuïeten. Ze zeggen niets van de escapades van pater Sanders te weten. Ze betalen wel therapiekosten (40.000 gulden voor Klabbers en zijn broer), onder voorwaarde dat de orde niet aansprakelijk is en dat de slachtoffers hun mond zullen houden.

Jan Sanders sterft in 1996, ruim voordat in 2010 ook in Nederland de beerput van het seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk geopend wordt.

Schoppen

„Onvoorstelbaar”, vindt historicus Maarten-Jan Dongelmans zulke verhalen. „En dan te bedenken dat deze Nijmeegse pater sommige slachtoffers jaren later voor het altaar trouwde. Of hij leidde hun uitvaart als ze gestorven waren.”

Dongelmans schreef een boek over dergelijke misbruikschandalen: ”Met de mantel der liefde” (uitg. Walburg Pers). Het is zijn tweede publicatie over de Rooms-Katholieke Kerk. Op verzoek van de Zutphense uitgeverij bracht hij in 1994 ”Zonden van de kerk” uit. Dat ging over allerlei misstanden in de kerkgeschiedenis, zoals heksenvervolgingen, malversaties met geld en kerkelijke goederen en de relatie met de maffia in Italië. „Sommige mensen vonden dat ik daarmee tegen de kerk schopte”, zegt Dongelmans in de woonkamer van zijn huis in Ewijk, bij Nijmegen. „Maar dat was absoluut niet mijn bedoeling.”

U bent zelf rooms-katholiek. Is het moeilijk voor u om zo’n boek te schrijven?

„Je schrijft soms over dingen waarvan je geen weet had. Aan de andere kant kun je als insider de ontwikkelingen gemakkelijker in een bepaald perspectief plaatsen. Maar dan nog kijk je met verbazing, verwondering en soms ook met kwaadheid naar de geschiedenis van de kerk.

Het katholieke geloof staat daar los van, vind ik. Daarmee is absoluut niets mis. Het kan je heel goed houvast bieden in het leven.”

En dan nu toch weer een boek over een schaduwzijde van de kerk: seksueel misbruik.

„Toen Nederland in 2010 overspoeld werd met allerlei berichten over misbruik, stond in de regionale krant De Gelderlander een verhaal over wat er zich in het Sint-Canisius College in Nijmegen heeft afgespeeld. Er werd aanvankelijk gesproken over „een pater”, „een jezuïet.” In latere berichten werd het: „pater J. S.” En daarna stond de naam voluit in de krant.

Toen er alleen nog over „een pater” werd gesproken, kwam er bij mij een bepaalde spanning naar boven. Wie was het? Ik moet hem gekend hebben. Ik heb van 1969 tot 1975 op het Sint- Canisius College gezeten. Ik kon me niet herinneren dat iemand ooit avances had gemaakt. Later bleek dat het om pater Sanders ging, een heel sympathieke en aardige vent, de bink van de school. Ouders en kinderen waren enthousiast over hem. Hij stond dichtbij de mensen. En toen bleek dat hij té dicht bij hen stond.”

U schrijft bladzijde aan bladzijde –concreet– over gevallen van seksueel misbruik in rooms-katholieke instellingen. Wat is daarmee uw boodschap?

„Hoe onvoorstelbaar het misbruik is. Niet alleen binnen de kerk overigens, maar ook daarbuiten. Of het nu gaat om misbruik in kerken, jeugdinstellingen, sportverenigingen of huishoudens, er is sprake van een machtscultuur. En macht corrumpeert.

In mijn boek wordt dat heel schrijnend aangetoond. Mensen oefenen mentaal en fysiek druk uit, terwijl de rechterhand niet zegt te weten wat de linkerhand doet. En degenen die toezicht moeten houden, kijken de andere kant op. Of ze zijn bezorgd over de vraag hoe ze het misbruik binnenskamers kunnen houden.”

Misbruik werd met de mantel der liefde bedekt.

„De kerk dekte inderdaad toe wat het daglicht niet kon verdragen. Ik hoop dat deze mantel der liefde, zoals de Bijbel zegt, wordt gebruikt om slachtoffers warmte, troost en bescherming te bieden.”

Sommige onderzoekers zien –naast machtsmisbruik– het celibaat en een homoseksuele gerichtheid als mogelijke oorzaken van misbruik.

„Je kunt niet uitsluiten dat er een verband bestaat, maar het is lastig om dat aan te tonen. Celibaat is geen voorwaarde om pedofiel te worden of homoseksueel te zijn. Het ene hoeft niet tot het andere te leiden. Dat heeft Wim Deetman, die onderzoek deed naar het misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland, vorig jaar ook tegen de paus gezegd.”

De misbruikschandalen hebben het imago van de kerk geen goed gedaan. Merkt u dat in uw omgeving?

„De misbruikschandalen hebben een enorme schok teweeggebracht. Sommige mensen zeggen: „Dat hebben we altijd wel geweten van die mannen in jurken.” Dat slaat natuurlijk nergens op, maar duidelijk is wel dat er mensen zijn die zich van de kerk hebben afgekeerd. Als er sprake was van een lauwe relatie met de kerk, dan daalde die door het misbruik tot het nulpunt.

Ik zie ook wantrouwen. Mensen weten niet wie wat gedaan heeft. Als er een bisschop op bezoek komt voor het vormsel, dan vragen ze zich af: Wat is zijn rol geweest in het misbruik? Misschien helemaal geen, maar het zal nog lang duren voordat dit wantrouwen de wereld uit is.”

Paus Franciscus kwam dit jaar met nieuwe richtlijnen om seksueel misbruik te bestrijden. Zo moeten misbruikgevallen verplicht worden gemeld. Helpt dat?

„Voor veel mensen bieden deze richtlijnen te weinig en komen ze te laat. Maar in de ogen van de kerk zijn dit gigantische stappen voorwaarts. Een belangrijk besluit is bijvoorbeeld dat gevallen van misbruik nu voor de wereldlijke rechter moeten komen. Ik denk dat dergelijke maatregelen kunnen helpen, maar de tijd zal het leren.”

Emeritus paus Benedictus XVI legde in april een verband tussen misbruik en de „vervreemding van God en geloof” in de samenleving. Heeft hij een punt?

„Ik begrijp niet dat hij een verband durft te leggen tussen ontwikkelingen in de visie op seksualiteit in de jaren zestig en zeventig en het misbruik in de kerk. Daarvóór was er al sprake van misbruik; dat is van alle tijden.”

De kerk komt nu in rustiger vaarwater terecht?

„Het lijkt erop dat de meeste slachtoffers van seksueel misbruik die zich wilden melden dat hebben gedaan. Dit zijn er ongeveer 2500. Anderen –de schattingen lopen uiteen van 10.000 tot 20.000– hebben besloten te zwijgen.

De kloosters en instellingen waar het misbruik heeft plaats-gevonden, zijn veelal gesloten. Daders zijn gestorven. In Nederland zijn steeds minder parochies en misdienaars. De kans dat er nog eens op grote schaal misbruik naar boven komt, wordt steeds kleiner. Natuurlijk, er zullen nog steeds dingen gebeuren die niet kunnen; dat ban je niet uit. Maar ik hoop dat de kerk weer een veilige haven kan worden.”


Maarten-Jan Dongelmans

Maarten-Jan Dongelmans (1957) studeerde geschiedenis en muziekwetenschap aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij schreef een groot aantal boeken en artikelen, waaronder ”Zonden van de kerk” (1994) en ”De dood van Hitler. Leven, einde en postume legendevorming” (2018, met Renée in ’t Veld). Ook publiceerde hij over de geschiedenis van Nijmegen. Vanwege jarenlang promotioneel werk in de culturele sector werd hij in 2015 benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.


Misbruik in België

De mantel der liefde waarmee het kindermisbruik in de kerk werd bedekt, raakte helemaal versleten. Ze werd te veel gebruikt, schrijft de Vlaamse „priester-op-rust” Rik Devillé. Zijn boek ”In naam van de Vader. Misbruik in de Kerk” (uitg. EPO, Berchem) verscheen nagenoeg gelijk met Maarten-Jan Dongelmans’ ”Met de mantel der liefde”.

Devillé richt zich met name op het misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk in België. Net als in Nederland werden daar de jaren door honderden kinderen misbruikt. In het boek van Devillé staan hun verhalen opgetekend: van Beatrice en Linda, van Klaas en Maurice, en tientallen anderen.

Op initiatief van paus Franciscus kregen slachtoffers van seksueel misbruik in juni een plaats in de kerkelijke wetgeving. Elke priester of religieuze, van hoog tot laag, heeft voortaan de plicht misbruik te melden. Elk bisdom moet een meldpunt hebben. Ook al heeft dat lang geduurd, „hoopgevend” is het wel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2019

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Misbruik met mantel der liefde bedekt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 2019

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's