Het haarstukje van de dominee
In Den Haag zijn enkele jaren geleden drie plaatselijke kerken samengegaan onder de naam christelijke gereformeerde kerk van s-Gravenhage.
Voorlopig kerkt de nieuwe gemeente in twee gebouwen. De Jeruzalemkerk en de Moriakerk zullen dichtgaan en krijgen een andere bestemming. De Nebokerk wordt aangepast en zal op termijn de definitieve plaats van samenkomst zijn.
Dat dit, zeker bij oudere leden, nostalgische gevoelens oproept, laat zich raden. Vooral bij de leden die in de jaren 1946 tot 1958 ds. L. S. den Boer als predikant hebben gekend. Ds. Den Boer bracht zijn gemeente een zeker gevoel van eigenwaarde bij met de schertsende opmerking „Rondom Jeruzalem zijn bergen: de Nebokerk, de Moriakerk en de Thaborkerk.”
Mij werd eens gevraagd of ik ds. Den Boer in zijn ambtsbediening heb meegemaakt, en of het juist is dat hij zijn bevindelijk getinte prediking in de loop van zijn ambtsbediening verving door een ruimhartige en minder diepgaande verkondiging. De keren dat ik onder zijn gehoor was, kreeg ik de indruk dat hij de grondwaarheden van Gods Woord en de beleving daarvan zijn toehoorders in meer eigentijdse bewoording wilde voorhouden. Overigens zonder afbreuk te doen aan de volle waarheid van het Evangelie. Wat bij sommigen weleens twijfel opriep, was zijn keuze voor een meer vrije liturgische vormgeving, voor de toga als ambtsgewaad en voor moderne kleding in vrije tijd.
Ds. Den Boer was ook een trots mens: toen zijn grijze haardos sterk uitdunde, kocht hij een haarstukje. Op een zondagmiddag, toen hij voorging in de Nebokerk, paste het haarstukje kennelijk niet goed en wipte op en neer. Voor de aanwezige kinderen was het een hilarische ervaring. Van bepaalde opvattingen was hij niet af te brengen. Toen hem op een zondag na de Reformatieherdenking werd gevraagd de dienst te besluiten met het zingen van het Lutherlied, weigerde hij. „Oorlogsliederen zingen we in de kerk niet”, was zijn argument. Dat wil niet zeggen dat ds. Den Boer geen gevoelsmens was. Integendeel: in situaties van vreugde en verdriet toonde hij pastoraal inlevingsvermogen. Hij ervoer die ook van anderen toen een eigen kind hem ontviel.
Ds. Den Boer was van 1958 tot 1973 predikant van de christelijke gereformeerde kerk van Sassenheim. Nadat hem emeritaat was verleend en na het overlijden van zijn vrouw, verhuisde hij naar Rijswijk. Ook ik verhuisde eind 1990 naar het hoge flatgebouw Molenvoorde aan de Clavecimbellaan in Rijswijk. Van medebewoners kreeg ik te horen dat zij een zekere ds. Den Boer als buurman hadden, met wie ze zulke fijne gesprekken hadden. Later vernam ik dat op die plek ds. Jan Velema, die op het kerkelijk veld veelvuldig met ds. Lieven Stoffel in botsing kwam, zich met hem had verzoend. Twee rechtgerugde theologen die voor elkander bogen – in de hoop eenmaal samen te mogen delen in het loon dat God Zijn trouwe dienaren in het vooruitzicht stelt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 24 oktober 2016
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 24 oktober 2016
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's