Leren koken in De Kinderwinkel
Wie geen zin heeft in koken, kan op donderdagavond terecht in buurthuis De Kinderwinkel in Den Haag. Daar staat voor 5 euro een warme maaltijd klaar. Gekookt door tieners uit Moerwijk.
De Kinderwinkel is een fleurige dissonant tussen de grauwe panden in de Van Baerlestraat. Letters in de kleuren van de regenboog sieren de voorgevel.
Binnen zijn de voorbereidingen voor de maaltijd in volle gang. Vanuit de keuken, die omgeven is door grote glazen ramen, drijven heerlijke geuren de zaal in. Op het fornuis staan twee grote pannen met linzensoep te pruttelen. De 10-jarige Acelya telt gehaktballen die in een roestvrijstalen bak liggen te wachten om gebraden te worden.
Danté (12) krijgt van vrijwilligster Ana Maria, een veertiger van Colombiaanse afkomst, een spitskool en een mes in zijn handen geduwd. Eén keer in de drie weken is hij op donderdag in De Kinderwinkel te vinden om mee te helpen in het Tienerrestaurant. Vooral serveren ligt hem wel. „Ik houd ervan om alles netjes op iemands bord te leggen.” Wat hij hier het leukste vindt? „Spitskool snijden”, grapt Ana Maria.
Andere tieners dekken een grote tafel in het midden van de zaal. Op de rode tafelkleedjes zetten ze kaarsen neer en vazen met verse bloemen. Rumaisa (10), haar haren bedekt onder een zwart hoofddoekje, legt briefjes neer waarop de gasten het aantal drankjes dat ze bestellen, moeten noteren. Elk drankje kost 50 cent. Een warme maaltijd 5 euro. Van het geld doet het team van De Kinderwinkel inkopen. Wat over is, gaat in de fooienpot. „Daar gaan we aan het einde van het jaar van uit eten”, vertelt Rumaisa.
Inmiddels is Acelya begonnen met het braden van de gehaktballen op een elektrische bakplaat. Een moeilijk klusje, vindt ze. Ze wijst op een paar verbrokkelde exemplaren. „Deze zijn helemaal uit elkaar gevallen”, zucht ze. De tiener helpt voor het eerst mee in het Tienerrestaurant. „Ik vind het leuk om voor anderen te koken, maar ook wel een beetje spannend.”
De bezoekers druppelen binnen en schuiven aan aan de grote tafel. Achttien zijn het er vanavond. De meesten buurtbewoners of leden van de protestantse Marcuskerk, de gemeente die twintig jaar geleden het initiatief nam voor De Kinderwinkel. De tieners bedienen hun gasten uitstekend. Die krijgen eerst een kommetje linzensoep. Vervolgens is er voor ieder een bord met een gehaktbal, gewokte groenten en gebakken aardappels. Een mini-appeltaartje met vanille-ijs volgt als dessert. De jongeren lopen af en aan. „Kan ik u nog wat te drinken inschenken?” „Heeft het gesmaakt?”
Ellen van Osnabrugge (59), bestuurslid van De Kinderwinkel, komt bijna elke week met haar man eten in het Tienerrestaurant. Ellen: „Het eten is hier lekker en ik vind De Kinderwinkel een mooi initiatief. Het buurthuis is een veilige plek in de wijk. Kinderen bloeien hier op door de aandacht die ze krijgen.”
De Kinderwinkel werd twintig jaar geleden opgericht als missionair-diaconaal project van de protestantse Marcuskerk in Den Haag. De uitvoering ligt tegenwoordig in handen van de diaconale organisatie Stek (stichting voor stad en kerk).
Het buurthuis wil volgens jeugdwerker Marijke Beker jongeren uit de multiculturele buurt Moerwijk „een veilige plek bieden waar ze zichzelf kunnen zijn. Het leven in Moerwijk is voor de meeste kinderen niet eenvoudig. Er wonen bovengemiddeld veel eenoudergezinnen, mensen met psychiatrische problemen en gezinnen die van een minimuminkomen moeten rondkomen. Criminaliteit, armoede en onveiligheid zijn aan de orde van de dag.”
In De Kinderwinkel moeten kinderen kind kunnen zijn, vindt Beker. „Sommigen dragen al jong zorg voor jongere broertjes en zusjes of voor hun ouders. Hier hoeven ze niets. Ze kunnen lekker in de huiskamer hangen of hun hart eens luchten.”
Hoewel De Kinderwinkel een christelijk initiatief is, gaat de Bijbel niet open tijdens activiteiten, zegt ds. Derk Stegeman, afdelingsmanager van Stek en tevens predikant van de protestantse gemeente Den Haag. „Tenzij we dat van tevoren expliciet duidelijk maken, zoals bijvoorbeeld bij de kinderbijbelclub op zondag.”
Het is volgens ds. Stegeman een bewuste keus om niet te evan- geliseren. „Wij willen een huiskamer zijn voor alle kinderen. Als we de Bijbel erbij zouden halen, werkt dat uitsluitend, omdat veel kinderen van hun ouders dan niet mogen komen.”
De Kinderwinkel speelt volgens Stegeman een rol in het feit dat kinderen uit Moerwijk goed terechtkomen. „Wij zijn voor sommigen een van de weinige constante factoren in hun leven. Het gaat niet altijd om een goed gesprek, maar vooral dat wij er zijn voor hen en dat we betrouwbaar zijn.” Beker: „Het valt me op hoe vaak kinderen hier willen knuffelen. Die aandacht missen ze thuis.”
Het diner is afgelopen. Bezoekers betalen bij de uitgang hun rekening aan caissière Rumaisa. Als de laatste gast verdwenen is, gaan de jongeren los. Samen met vrijwilligster Marianne rollebollen ze over de vloer. Beker glimlacht. „Dit is vaste prik. Nu moeten ze even hun energie kwijt.”
De Kinderwinkel 20 jaar
Buurthuis De Kinderwinkel, een initiatief van de protestantse Marcuskerk en de diaconale organisatie Stek, bestaat twintig jaar. Naast het Tienerrestaurant houdt het team van De Kinderwinkel voor tieners op maandag een huiswerkclub, op vrijdagmiddag muzieklessen en op vrijdagavond een inloop.
In de vakanties organiseert het team uitstapjes en een kamp. Voor kinderen van 4 tot 10 jaar zijn er wekelijks een kinderbijbelclub, een inloopmiddag, een jongenssportclub en een meidenclub. Op donderdag is er een moeder-kindochtend voor moeders met peuters. De Kinderwinkel bereikt in totaal zo’n 250 kinderen uit Moerwijk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's