Jeruzalem heeft overleg nodig, geen scherpschutters
RD-correspondent Alfred Muller levert wekelijks vanuit Jeruzalem commentaar op gebeurtenissen in Israël. Vandaag: moslims bang voor een omwenteling op de Tempelberg.
Het is weer mis in de Heilige Stad. Niet overal natuurlijk, in de meeste buurten is er niets aan de hand. Maar in de gebieden waar Joodse en Arabische wijken aan elkaar grenzen, gooien Palestijnse militanten met stenen en brandbommen. Nergens is zo veel spanning als op en rond de Tempelberg.
De huidige golf van geweld is niet nieuw. Ruim een jaar geleden begon het al, en het ging met ups en downs. Nu echter is het extra gespannen. Dit is namelijk de tijd waarin de Joodse feestdagen vallen. Ook vieren moslims volgende week Eid al-Adha (het offerfeest).
In deze tijd trekken tienduizenden Joden en toeristen door Jeruzalems Oude Stad. Ze benen naar de Westelijke Muur, die aan de Tempelberg grenst. Moslims bidden op deze berg, die zij Haram al-Sharif of kortweg al-Aqsa noemen.
Nu geldt: moslims hebben gebedsrechten, andere groepen hebben op bepaalde uren bezoekrechten. De politie stapt rond om te zorgen dat Joden en christenen niet opeens de handen in de lucht steken, knielen of uit een gebedenboek lezen. Er zijn berichten dat niet-moslims wel op de berg bidden, al doen ze dat doorgaans onopvallend. Moslims zijn bang dat Israël de status quo (de regels sinds 1967) wil veranderen.
Als nationaalreligieuze Joodse groepen de berg bezoeken, lopen politieagenten om hen heen om hen te beschermen tegen de moslims, die „Allahu Akbar” (Allah is groot) roepen. De minister van Defensie, Moshe Ya’alon, heeft toegang tot de berg verboden voor twee islamitische groepen die de Haram moeten bewaken. Daarin zien moslims een aanwijzing dat Israël de regels wil wijzigen.
Tal van nationaalreligieuze Joden zijn ongelukkig met de regeling. Ze oefenen druk uit op Netanyahu de status quo te veranderen. Kan hij niet zorgen voor een Joodse gebedsplaats? De Tempelberg is tenslotte het centrum van de natie, de plaats waar God aanbeden moet worden.
Premier Benjamin Netanyahu en burgemeester Nir Barkat houden echter voet bij stuk. Ze zeggen dat Israël de status quo zal handhaven. Dat betekent overigens ook dat Joden de berg mogen blijven bezoeken, ondanks protesten van moslims.
De regering-Netanyahu hoopt de huidige geweldsgolf rond de heilige plaatsen in Jeruzalem in te dammen met harde maatregelen. De premier zou graag zien dat wie met stenen of brandbommen gooit, voor respectievelijk minimaal vijf tot tien jaar achter de tralies belandt. Agenten moeten het recht krijgen te schieten op stenengooiers. Maar dit kan een averechts effect krijgen. De vlam zal pas echt in de pan slaan als de politie 15-jarigen of omstanders doodschiet.
Netanyahu zou zich duidelijker moeten distantiëren van wat de radicale nationaalreligieuzen willen. En moeten zorgen dat de politie er scherp op toeziet dat er geen veranderingen plaatsvinden op deze hypergevoelige plek. Bovendien zouden de Israëlische autoriteiten in gesprek moeten gaan met lokale Palestijnse leiders in Oost-Jeruzalem.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's