Gestolde druif
Druivengelei
Opeens zijn de druiven in de achtertuin rijp. Zo ongeveer allemaal tegelijk, te veel om op te eten. In de gelei ermee.
Het staat sowieso leuk: een druivenrank in de tuin. Dat zo’n plant in een Nederlandse achtertuin dan ook nog eens rijpe vruchtjes oplevert blijft iets wonderlijks. De omvang van de oogst is altijd weer een verrassing. Dit jaar is die dus royaal.
Maar eerlijk gezegd zijn de vruchtjes wel wat aan de wrange kant. Minder zoet in ieder geval dan soortgenoten die in een zonniger klimaat zijn groot geworden. Langer laten hangen is geen optie: de vogels en de wespen beginnen zich er al over te ontfermen.
Het is soms best interessant om te experimenteren met manieren om gelei (of jam) met minder suiker te maken. Maar vanwege die wrangheid is de traditionele zoete methode in dit geval toch de veiligste route. Als je groente of fruit inmaakt voor later, of het nu in de vriezer of in een potje is, kun je het maar het beste op de meest smakelijke manier doen. Anders is de kans groot dat je er uiteindelijk nooit meer aan begint. En dat die potjes gelei tot in lengte van jaren achter in de kast staan te verpieteren. Jammer van de druiven, jammer van de moeite.
Omdat druiven van zichzelf weinig pectine bevatten, gaan er ook nog een paar onrijpe valappeltjes in de pan. Een beetje voor de smaak maar vooral om het geleerproces te bevorderen. Een onrijpe appel barst namelijk van de pectine, een stofje dat helpt om een vloeistof te laten stollen. Want het is wel de bedoeling dat de gelei afgekoeld zo stevig is dat je er blokjes van zou kunnen snijden. Om er later, als de blaadjes van de bomen zijn verdwenen, baksels mee af te werken. (De gelei dan wel eerst even verwarmen.) Als purperen toplaag bovenop een blanke kwarktaart, bijvoorbeeld. Of serveer het bij een vleesgerecht, als alternatief voor cranberrysaus. Druivengelei combineert ook goed met (geiten)kaas.
Druivengelei
Benodigdheden (voor 3 tot 4 potjes)
- 1 kg druiven
- 1 à 2 onrijpe appeltjes
- 1 kg geleisuiker (Van Gilse)
Bereiding
Kook de potjes uit of stop ze in de vaatwasser. Was de druiventrossen en laat ze uitlekken. Verwijder de steeltjes, gooi aangevreten en groene vruchtjes weg. Doe de druiven in een ruime pan. Kneus ze met een pureestamper zodat er alvast sap vrijkomt. Was de appeltjes en snijd ze in vieren. Doe de appelparten bij de druiven. Laat het fruit een kwartiertje koken, totdat de appel uit elkaar valt. Hang een met een katoenen doek beklede zeef boven een pan, stort hier de fruitpulp in. Laat een tijdje uitdruppen. Wring het laatste sap eruit door de hoeken van de doek in elkaar te draaien.
Weeg de hoeveelheid sap om te bepalen hoeveel suiker er nodig is. Volgens de instructie op de verpakking gebruikte ik voor 550 gram sap zo’n 700 gram suiker. Breng sap en suiker aan de kook, laat vier minuten borrelen. Test of de vloeistof dik genoeg is door een druppel op een koud schoteltje te laten vallen. Als die onmiddellijk stolt is de gelei klaar. Vul de potjes tot de rand, draai er direct een deksel op en zet ze een paar minuten op hun kop. Draai ze om en laat ze afkoelen. De inmaakoperatie is geslaagd als de deksels op een gegeven moment vacuüm trekken. „Plop”, zeggen ze dan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's