„Positivisme neemt de plaats in van de vijf nieten”

De predikant van de oud gereformeerde gemeente Rijssen (Bevervoorde) sprak gisteren tijdens de jaarlijkse ontmoetingsdag in Ede. Deze werd voor de eerste keer sinds het begin in 1981 op woensdag gehouden. Bijna 200 mensen, iets meer dan vorig jaar, bezochten de bijeenkomst in kerkgebouw de Open Hof.

Ds. Onderdelinden signaleerde dat uitdrukkingen van oudvaders in het vergeetboek dreigen te komen. De predikant noemde de vijf ”nieten” waarmee de 18e-eeuwse predikant Schortinghuis duidelijk maakte dat een mens niets kan bijdragen aan zijn behoud: ik wil niet, ik kan niet, ik weet niet, ik heb niet, ik deug niet.

De predikant uit Rijssen stelde dat het ”ik” in de godsdienstige beleving tegenwoordig dikwijls op een andere, positieve, manier ingevuld wordt. „We hebben te doen met een heilig en rechtvaardig God Die geen gemeenschap kan hebben met de zonde.”

De predikant stelde dat verstandskennis en bevindelijke kennis niet tegen elkaar uitgespeeld moeten worden. Hij benadrukte het belang van Bijbels onderwijs door ouders aan kinderen. „We moeten het Woord openen met de bede of God het wil zegenen.” Hij keerde zich tegen bijzondere openbaringen. Als voorbeeld noemde hij iemand die zei dat de „slaapkamer in het licht stond” en geloofde dat zijn zonden vergeven waren. Ds. Onderdelinden: „Waar staat dat in het Woord?”

De ontmoetingsdag werd geopend door ds. A. den Hartog, hersteld hervormd emeritus predikant, die mediteerde over het werk van de landman (Jesaja 28: 23-29). Hij zei dat het „nieuwe leven komt in de weg van sterven. Als de Heere met de ploegschaar van Zijn heilige wet door het mensenhart snijdt, komt het onderste boven, zodat je ziet wat er vanbinnen aan ongerechtigheid leeft.” Maar er komt een moment in het geestelijke leven dat de ploeg wordt opgeborgen en God gaat zaaien. „Het gaat niet om het ploegen maar om het zaaien en de oogst”, aldus ds. Den Hartog.

Ds. A. Verschuure, predikant van de gereformeerde gemeente in Scherpenzeel, nam de genezing van de blinde in Markus 8:22-26 als uitgangspunt. Hij noemde het wonderteken „een illustratie van het wonderwerk van God in het hart van Adamskinderen die God voor eeuwig liefgehad heeft. Deze blinde is een beeld van een natuurlijk godsdienstig mens in zijn doodsstaat, die niet leeft in uitbrekende zonden, die zijn handen vouwt en weldoet aan anderen, maar nog blind is voor zijn doodsstaat. Hij wordt bij de hand genomen door de grote Profeet, Die hem gaat wonderwijzen.”

Ds. H. Zweistra, hersteld hervormd predikant te Nederhemert, sprak over nederigheid in het leven van een christen naar aanleiding van 2 Korinthe 12:7. „Het is Gods opvoedkunde om Zijn kinderen een doorn in het vlees te geven. Waar je iets wordt, ben je niets. Waar je niets bent, ben je alles. Het leven in Christus is een stervend leven, een leven van almaar minder worden. Onder je klachten daarover schuilt vijandschap, omdat je een leven zonder kruis wilt. Als je mag bukken onder Gods wegen, weet je dat God Zich niet vergist.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen